Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Strijden en lijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Strijden en lijden

CSFR-bundel over christenen in publieke domein

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Willen we als christenen ooit weer iets betekenen in ons land, schrijft dr. E.P. Meijering in Strijdbaar of lijdzaam, dan zullen we moeten weten wie en wat we zijn, en vooral wat de inhoud is van ons geloof. De CSFR-bundel gaat in op de positie van christenen in het publieke domein.

De reformatorische studentenvereniging CSFR neemt haar studiekarakter nog steeds serieus. Vandaar dat rond het 55-jarig bestaan eind vorig jaar een stevige lustrumbundel verscheen. De uitgave is nauw verbonden met de eigen plaats van CSFR op het grensvlak van de reformatorische zuil en de (wetenschappelijke) wereld.

Strijdbaar of lijdzaam
De positie van christenen in het publieke domein borduurt voort op het thema van de bundel die CSFR in 1991 ter gelegenheid van haar achtste lustrum publiceerde. Meer nog dan destijds is nu gezocht naar bijdragen die vanuit een wat breder perspectief licht werpen op de vragen die aan de orde zijn. Een keur van scribenten verleende medewerking aan de bundel.
De bundel is fraai uitgevoerd, nauwgezet geredigeerd en overzichtelijk ingedeeld. Wat heeft het lezers te bieden?
Na een uitvoerige inleiding van dr. G. van den Brink volgen de bijdragen, geclusterd rond samenbindende thema’s.
In het eerste deel geven verschillende scribenten de plaats weer van religie in de hedendaagse samenleving.
Daarna volgt een aantal peilingen van meer theologische en wijsgerige aard.
Het derde deel van het boek bevat een tweetal vergelijkingen met de positie van christenen in respectievelijk de vroegchristelijke en de Amerikaanse context.
Het vierde en vijfde deel zijn gewijd aan een normatieve positionering van de christenheid in de hedendaagse samenleving.
In het laatste deel krijgt die positionering reliëf tegen de achtergrond van scenario’s. De scenario’s geven aan hoe de samenleving zich mogelijk zou kunnen ontwikkelen. De vraag is dan aan de orde wat die verschillende scenario’s zouden kunnen betekenen voor de publieke aanwezigheid van christenen.

Werkelijk nieuw?
Misschien is wel het grootste compliment aan de redacteuren en scribenten dat het boek, meer dan andere boeken, metterdaad tot bezinning aanzette. Met name kwam de vraag op in welke mate de thematiek van het boek het waard is om zich breedvoerig mee in te laten. Is het werkelijk zo nieuw en anders dat we ons zo intensief moeten bezinnen op onze plaats in de samenleving? Is dat niet van alle tijden? Wie in christelijk Nederland is er nog van mening dat we ons met behulp van allerlei christelijke instituties staande kunnen houden? Zou het mogelijk kunnen zijn dat we al bezinnend ten onder gaan? Is er niet maar één ding nodig en voegen alle andere dingen zich daar niet naar? Ook de vraag hoe wij hebben te staan in een voortdurend veranderende samenleving?
Bijtijds realiseerde ik me dat deze vragen geen recht doen aan de blijvende noodzaak tot bezinning en daarmee aan de inhoud van het boek. Natuurlijk is het van belang ons bezig te houden met de vraag wat onze plaats is in de samenleving. Een en ander leidde tot een zoektocht naar die elementen in het boek die daarin verder kunnen helpen. In het korte bestek van deze recensie noem ik een aantal overwegingen die in het boek voorkomen en die mijns inziens vruchtbaar zijn bij de verdere doordenking van de publieke positie van de Nederlandse christenheid. De eerste is de noodzaak om ons als christenen niet te laten leiden door de sociale wetenschappen en ook niet door theologische modes. Het herzien van de secularisatiethese, een thema dat herhaaldelijk terugkeert in de verschillende artikelen, toont dat het christelijk geloof zich niet laat reduceren tot psychologische of sociale wetmatigheden. Hoe nuttig de bijdragen van de wetenschap op dit gebied ook mogen zijn. In theologisch opzicht heeft noch de bevrijdingstheologie noch het barthianisme de kerk kunnen redden.

Goed lezen
De remedie die prof.dr. H.W. de Knijff biedt is daarentegen behartigenswaardig. ‘Men moet de Bijbel goed lezen.’ Hij roept op tot beoefening van exegese en theologie, waarbij de gereformeerde belijdenis een leidende rol mag vervullen. Volgens hem bezit het gereformeerde leven een grote concentratie op het wezenlijke en roept het in mensenlevens ‘karakter’ op.
Ik zie de bijdrage van dr. A.J. Plaisier in het verlengde hiervan. Ook hij bepleit een terugkeer tot datgene wat wezenlijk is voor de christelijke identiteit. Die wending tot de eigen identiteit heeft steeds de vitaliteit van de christelijke gemeente in de loop van de geschiedenis bepaald. Treffend is zijn constatering, aansluitend bij wat de Groningse godsdienstfilosoof Isaäc van Dijk (1847-1922) al in 1916 constateerde: de vermindering van het innerlijk contact met de Bijbel.
Dat innerlijk contact ziet dr. E.P. Meijering ook bij de vroege christenheid. Concentratie op de eigen identiteit om van daaruit in de samenleving te staan. Met zijn woorden: ‘Willen we als christenen ooit weer iets betekenen in ons land, dan zullen we moeten weten wie en wat we zijn, en vooral wat de inhoud is van ons geloof.’

Herbronning
De bijdragen van mr. G. Holdijk en ds. W. Visscher vatten op een afgewogen wijze de klassiek-reformatorische houding tegenover de cultuur samen. Twee kenmerken wil ik daaruit naar voren halen.
In de eerste plaats wat heet de integriteit van het christelijk leven: het geestelijke en natuurlijke mogen niet tegen elkaar uitgespeeld worden.
En in de tweede plaats: het vreemdelingschap voortkomend uit een sterke verwachting van de toekomst van Christus.
Maar is die eigen gereformeerde identiteit zo gemakkelijk te bepalen? Of is dat door onze historische, ook door onze christelijk-historische, bepaaldheid onmogelijk? Dat is de intrigerende vraag die dr. H. Paul ons in zijn bijdrage stelt. Zijn vraag naar een visie op de historiciteit is terecht. Hoe het antwoord er uit moet zien, is nog niet geheel duidelijk. Maar is dan niet opnieuw het van God Zelf ontvangen geloof vertrekpunt? Uit Hem en daarom tot Hem Die de geschiedenis transcendeert. En is het vervolgens niet nodig om in lijn met de reformatoren aan voortdurende herbronning te doen: terug naar het Woord.

Het een én het ander
In verschillende bijdragen komt de vraag aan de orde of de christen zich lijdzaam of strijdbaar moet opstellen. Dat is de titel en daarmee de leidende vraag voor deze bundel. Het is me opgevallen dat in de artikelen alle varianten van die strijdbaarheid en lijdzaamheid aan de orde komen, maar dat vooral naar voren komt dat het niet het een of het ander is. Het christelijk geloof zoekt tot uitdrukking te komen. Dat kan niet anders. Dat zal altijd gekenmerkt worden door zowel lijdzaamheid als strijdbaarheid, afhankelijk van de omstandigheden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Strijden en lijden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's