Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Altijd beschikbaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Altijd beschikbaar

HET GELOOFSLEVEN IN DE PASTORIE [ 1 ]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bewoners van een pastorie zijn meer dan andere mensen betrokken bij het eeuwig heil van mensen. Ze leven dicht bij het Woord. Maar er kunnen zich complicaties in het pastorieleven voordoen.

Wat is het eigene van het leven van een gezin in een pastorie? Dat zegt de naam pastorie. Het is het huis waarin de gemeente haar pastor kan vinden. Dat maakt het huis anders dan alle andere huizen van de gemeente. Het leven van een gezin in een pastorie kan niet los gemaakt worden van het leven van de gemeente. Dat gegeven stempelt het leven in de pastorie.
Onder het geloofsleven versta ik eenvoudig het – persoonlijk en gezamenlijk – met de Heere leven en daaraan inhoud en vorm geven. Dat is in een pastorie een cruciaal punt, vanwege de identiteit van de man en vader. Hij is dienaar van het Woord. In allerlei situaties van het menselijke leven wordt hij geroepen om leiding te geven aan het geloofsleven. Hoe zou je dat kunnen doen als je zelf niet een band met de Heere hebt. En hoe kun je een band met de Heere hebben, los van het netwerk van relaties waarin je in de pastorie leeft. Daarom is de onderlinge geloofsband in een pastorie onmisbaar: het samen als gezin leven met de Heere en met zijn Woord. Het geloofsleven vormt zodoende een inspiratiebron en een draagvlak voor het werk in de gemeente. Dat betekent tegelijk dat, als het geloofsleven in de pastorie onder druk staat, dit direct van invloed is op het werk in de gemeente. En ook andersom. Als in de gemeente ingrijpende dingen gebeuren, beïnvloedt dat het geloofsleven in de pastorie.

‘De’ pastorie
We hebben het over het geloofsleven in de pastorie. Maar is er sprake van ‘de’ pastorie? Nee, dan doen we tekort aan de verschillende situaties waarin pastoriebewoners zich bevinden. Iedere gemeente kent een eigen geschiedenis, spiritualiteit en volksaard. Een pastorie kan in een dorpsgemeenschap staan. Dan wonen we vaak in een traditionele leefgemeenschap. Maar we kunnen ook een pastorie bewonen in een verstedelijkte situatie. Daar is geen sprake meer van een klassiek levenspatroon. De kerk heeft er meestal maar een gemarginaliseerde plaats.
Verder kunnen de omstandigheden in een pastoriegezin natuurlijk heel verschillend zijn. Je kunt een predikantsechtpaar zijn zonder kinderen. Je kunt een gezin zijn met kleine kinderen. Maar ook met pubers die de grenzen van het toelaatbare verkennen. De kinderen kunnen ook al uitgevlogen zijn, zodat je weer samen bent. De plaats van de predikantsvrouw kan eveneens heel verschillend zijn. Je kunt veel thuis willen zijn in je gezin. Je kunt ook graag beschikbaar willen zijn voor de gemeente. Je kunt ook een eigen werkkring hebben, zodat taken thuis verdeeld moeten worden. Er is weer sprake van een andere situatie als de man naast zijn werk aan een promotiestudie werkt. Met andere woorden: ‘de’ pastorie bestaat niet. Dat moeten we ons wel realiseren als we nadenken over het geloofsleven in de pastorie.

Positief
Ik noem nu eerst enkele dingen die het geloofsleven in de pastorie positief kunnen beïnvloeden. Het belangrijkste punt is dat je in dienst mag staan van, of betrokken bent bij het eeuwig heil van mensen. Wie zijn wij dat wij daarvoor gebruikt worden? Een ander positief punt is dat er in de gemeente heel mooie dingen gebeuren. Jonge mensen doen belijdenis, anderen komen voor het eerst aan het Avondmaal. Mensen uit de wereld veranderen, omdat de Heere ze bekeert. Anderen vertellen dat de Heere een preek wilde gebruiken om hun ogen te openen voor de rijkdom van Gods genade. Ook kunnen er fijne contacten zijn met mensen die iets voor jou betekenen. Er zijn wijze mensen die je helpen in je eigen geloofsleven. Mensen die hun trouw betonen, vaak in de kleine dingen. Je kunt in de pastorie vrienden voor het leven krijgen. Verder word je als gezin meestal spontaan opgenomen in de gemeente. Terwijl andere nieuwkomers hun best moeten doen om in de gemeenschap te worden opgenomen, staat bijvoorbeeld een jeugdclub al klaar voor de kinderen en ben je meteen welkom als lid van een kring of vereniging. En, om nog een belangrijk punt te noemen, je mag in de pastorie dicht bij het Woord leven. Wat kan daar veel zegen van uit gaan.
Ten slotte, je mag de trouw van God ervaren als je terugkijkt op een periode waarin je in een bepaalde gemeente woonde en werkte. Je zou dat ondanks alles wat er in een zondige gemeente gebeurt, voor geen goud willen missen.

Complicaties
Ik kijk nu ook naar wat ik maar complicaties noem, die zich kunnen voordoen in het pastorieleven. Van het grootste belang is dat er in een pastorie sprake is van een gezonde communicatie met elkaar. En precies op dit punt ben je kwetsbaar. Ik bedacht hoeveel relaties er wel niet zijn in een pastorie. Alles bij elkaar is dat een heel netwerk, we kunnen wel zeggen een heel ingewikkeld netwerk. Dat is van invloed op het geloofsleven in de pastorie, want het geloofsleven vindt juist plaats in dat netwerk van relaties. De vraag rijst dan ook hoe je op een goede wijze kunt leven in dat netwerk en krachtenveld van relaties.
Misschien helpt het om de relaties in een pastorie te verdelen in ‘drie stukken’, namelijk de gemeente, het huwelijk en het gezin. Deze drie stukken staan niet op zichzelf, maar vormen één geheel, net als in de Heidelbergse Catechismus, maar dan met een andere inhoud. Daar heb je als pastoriebewoners dus allemaal op je eigen manier mee te maken. Er is een goede balans nodig om elk van de drie stukken voldoende aandacht te geven en te voorkomen dat de samenhang tussen die stukken weg valt. Gelukkig bestaan er in veel gevallen zoveel positieve krachten in het huwelijk, het gezin en de gemeente, dat het allemaal best goed gaat in de pastorie. De mens is een relationeel wezen, aangelegd op relaties. Dat geldt gelukkig ook voor pastoriebewoners. Maar tegelijk moeten we ons wel ervan bewust zijn dat er op het punt van de onderlinge communicatie allerlei dingen zijn die dat netwerk van relaties nadelig kunnen beïnvloeden en zelfs beschadigen.
Ik noem enkele dingen. Er is allereerst de werkdruk van de predikant. Veel dominees werken elke week zestig uur of meer in hun gemeente. Daardoor zijn ze vaak overbezet. De pastorie is nooit eventjes geen pastorie, maar is altijd pastorie. Daar kunnen nog allerlei belastende factoren bij komen. Door ingrijpende dingen die in de gemeente gebeuren. Je wordt toch maar geconfronteerd met conflicten, ernstige ziekten en sterfgevallen. Ongemerkt kan daardoor het evenwicht tussen de aandacht voor gemeente, huwelijk en gezin uit zijn balans raken. Een ander punt. Er kan een behoorlijke spanning ontstaan tussen het ambtelijke werk van de predikant in de gemeente en het gezinsleven in de pastorie. Wat straalt de man en vader veel van de Heere uit op de preekstoel. Maar wat is diezelfde man en vader thuis een kwetsbaar mens met zijn deugden en ondeugden. Dat geldt trouwens ook voor de predikantsvrouw en de kinderen.

Emancipatiebeweging
Spanningen kunnen zich toespitsen. Dat is het geval als er sprake is van een ongelijktijdigheid tussen de ethische normen van de gemeente en de praktische realiteit in het predikantsgezin. De maatschappelijke ontwikkelingen van de tijd waarin we leven gaan de deur van de pastorie niet voorbij. Vandaag besluit de kerkenraad een stukje in het kerkblad te schrijven tegen samenwonen en een week later vertelt een kind in de pastorie: papa en mama, Jan en ik hebben besloten samen te gaan wonen. Later gaan we wel trouwen. Een heel ander punt is de positie van de predikantsvrouw in de pastorie. Die is de laatste jaren enorm veranderd. Vroeger werd de taak van de predikantsvrouw vrijwel alleen bepaald door het feit dat haar man predikant was. Predikantsvrouw-zijn was bijna een beroep. Wat is er op dit punt veel verschoven. Predikantsvrouwen volgen al decennia lang een studie en opleiding voor een werkkring. We zijn allemaal opgenomen in deze emancipatiebeweging. Net als onze vrienden en vriendinnen, onze broers en zusters. Daarom hebben predikantsvrouwen in onze tijd ook vaak een eigen werkkring voor één of meer dagen per week. Dat is een feit waar we niet om heen kunnen. Het kan voor een predikantsvrouw ook wel voldoening geven om even iets anders te doen dan in de pastorie te zijn. Maar ondertussen betekent dit gegeven wel een complicatie in het netwerk van relaties. Een predikantsvrouw heeft soms een heel aantal taken tegelijk. In het huwelijk, in het gezin, in de gemeente en in de werkkring. De vraag is of ze dat allemaal aan kan en volhoudt. Deze ontwikkelingen in het pastoriegezin kunnen ertoe leiden dat de verwachtingen van de gemeente en van het pastoriegezin niet meer op één lijn zitten. Als we niet oppassen, kunnen daardoor communicatiestoornissen ontstaan en kan er veel scheefgroeien. En dan zijn er de bijzondere complicaties door bijzondere omstandigheden, waarin je als pastoriegezin kunt komen te verkeren door ziekte, handicap, echtscheiding en andere problemen.

Beschikbaarheidssyndroom
Op zichzelf genomen hoeven complicerende factoren niet te betekenen dat het niet goed gaat in de pastorie. Maar dan is het wel belangrijk dat we er alert op zijn en er op een goede manier mee omgaan. Je kunt er ook niet goed mee omgaan, zodat de drie stukken uit hun balans raken. Je komt in valkuilen terecht voordat je er erg in hebt. Ik noem enkele valkuilen. Je kunt als predikant lijden aan wat ik maar noem het beschikbaarheidssyndroom. Je denkt dat je 24 uur per dag voor de gemeente moet klaar staan. En waarom denk je dat? Misschien wel omdat je het heel diep vanbinnen graag wilt. En waarom wil je dat graag? Misschien wel om te voldoen aan het ideaalbeeld dat de gemeente van een predikant heeft. En waarom wil je aan dat ideaalbeeld voldoen? Misschien wel omdat je je onzeker voelt als predikant en naar bevestiging zoekt. Zo’n gedachtegang is goed te begrijpen, maar toch gaat dit te ver. Je overvraagt jezelf en je gezin. En dat niet alleen. Doe je de gemeente wel recht? Is het wel waar dat de gemeente dit allemaal van je verwacht of denk je dat de gemeente het van je verwacht?

W. Verboom

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Altijd beschikbaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's