Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijbelse spiritualiteit bewaken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijbelse spiritualiteit bewaken

DE LITURGIE IN HERVORMDE GEMEENTEN [ 3 ]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is begrijpelijk dat de vormgeving van de liturgie als handeling van de gemeente een gevoelig punt is. De eredienst wordt ervaren als het brand- en middelpunt van het gemeenschappelijk geloofsleven van de christelijke gemeente.

De term liturgie komt van het Griekse werkwoord leitourgein. Dit is een samenstelling van de zelfstandige naamwoorden ergon (= werk) en laos (= volk). Het woord betekende in de Griekse Oudheid: werk voor het volk, politieke dienst die het algemeen welzijn ten goede kwam. Later werd de term gebruikt voor elke vorm van openbare dienstverlening. Aangezien in de Oudheid de koning tegelijk priester was, werd dit begrip verbonden met de goden van stad en volk en verkreeg het de betekenis van cultische dienst. Vanaf de tweede eeuw v.Chr. werd het woord door de Joden ook gebruikt als aanduiding van de eredienst.
Het begrip liturgie wordt onder ons gebruikt voor het samenkomen van de gemeente en de viering van haar eredienst. Enerzijds wil de drie-enige God Zijn volk ontmoeten in de ambtelijk geleide en gemeenschappelijk-institutioneel geordende eredienst en naar Zijn belofte bemoedigen. Anderzijds zoekt het volk van God de gemeenschap met Hem en wil die versterken en verinnigen. Voorts kan liturgie ook omvatten de orde en de vorm van de samenkomst van de gemeente.

Paleiswerkzaamheid
Bij de dienst van God in Israël komen we drie elementen tegen: eredienst, heiliging en feestelijke gemeenschap. En deze dienst van God veronderstelt Gods bijzondere tegenwoordigheid. Hij doet Zijn Naam wonen in Zijn tempel, maakt er met andere woorden Zijn bedoelingen bekend. Men verschijnt voor Gods aangezicht en dat wordt ervaren bij het aanroepen van de Naam des HEEREN. In het Oude Testament komen we het woord sjerét (de Griekse vertaling in de Septuaginta ervan is leitourgia) tegen. Het werkwoord duidt het verrichten van priesterlijke werkzaamheden aan. De priester dient God, gekleed in heilig ambtsgewaad door het brengen van het offer, het uitspreken van de zegen en het dragen van de ark, het verrichten van voorbede, de verzorging van kandelaar, reukofferaltaar en tafel der toonbroden. In deze dienst mag de priester tot de HEERE naderen. Ook de levieten verrichten deze dienst door hun zorg voor de tempelmuziek en het betrekken van de wacht bij de toegang tot het heiligdom. Hetzelfde woord wordt echter ook gebruikt voor de dienst van een hoveling in het koninklijk paleis. Ook Mozes, Jozua, Elia en Elisa hadden hun dienaren. En het wordt ook van de engelen gezegd dat zij dienaren zijn, die Gods wil volbrengen. Priesterlijke dienst is dus paleiswerkzaamheid. De priester heeft als liturg een bemiddelende en regelende functie bij de liturgische handelingen waaraan de gemeente deelneemt. Er mag nooit een kloof ontstaan tussen deze dienst en het dagelijkse leven. Daartegen horen we de profeten voortdurend protesteren.

Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament wordt het woord leitourgia en latreia voor (ere)dienst gebruikt. Met name de eeuwige priesterdienst van Christus in de hemelse tempel wordt ermee aangeduid. In de na-apostolische tijd gaat het echter zowel dienst aan God als dienst aan de gemeenschap betekenen. Het heeft de echte cultische betekenis met ambtelijke dienst van de kerkelijke waardigheidsbekleders gekregen. De eerste christenen bezoeken nog regelmatig de tempel, maar spoedig na de verwoesting ervan rijst het besef dat de gemeente zelf Gods tempel is. Waar gelovigen bijeen zijn om de Naam des Heeren aan te roepen, is God op bijzondere wijze in hun midden. Deze ervaring is het hoofdelement.
De eredienst van de gemeente is nu geen dienst meer om bij de Vader verzoening te bewerken en verlossing te verwerven, maar dienst van de verkondiging van Christus’ offer en Zijn voortgaande werk in prediking en maaltijd, in dankgebed, smeek- en voorbede. De verhoogde Heere deelt daar door Zijn Heilige Geest Zijn gaven uit van rechtvaardiging en heiliging, van bemoediging en toerusting via Zijn dienaren.
De drie elementen van de liturgie in het Oude Testament (eredienst, heiliging en gemeenschap) keren ook in het Nieuwe Testament terug.
In Handelingen 2 wordt gesproken van de gebeden, waarin uiteraard ook het aspect van de lofverheffing naar voren komt. De breking van het brood kan gezien worden onder het gezichtspunt van de persoonlijke heiliging. En vervolgens is er sprake van ‘gemeenschap’. Er wordt echter nog het element van het onderricht van de apostelen aan toegevoegd.
Evenals in het Oude Testament is men er in het Nieuwe Testament van overtuigd dat in de eredienst een echte ontmoeting met God plaatsvindt. Het geheel van de liturgie krijgt de naam van samenkomen. Op deze wijze vindt de tent der samenkomst zijn vervulling in de ontmoeting van de verheerlijkte Christus en de gehele aanwezige gemeente. Dat is gegrond op de belofte van Christus en de genadige volmacht van de Heilige Geest. De priesterlijke regeling en bemiddeling treden terug, hoewel ook alles met orde moet geschieden. Het is onmogelijk in deze ontmoeting scheiding te maken tussen Gods doen en het onze. Het belijden van de gemeente, haar gebed, haar offer, haar lofprijzing en aanbidding worden gedragen door de daden van God. En de verkondiging van het Woord, de viering van de sacramenten geschieden niet zonder activiteit van de gemeente. De wisseling van Woord en antwoord, de samenhang tussen verkondiging en gebed, de dialoog tussen liturg en gemeente is ook in de gereformeerde traditie wezenlijk voor de liturgie als ontmoeting.

Liturgie vandaag
God komt in de liturgie tot Zijn volk.
In het gereformeerd protestantisme is – terecht – het zwaartepunt van de eredienst komen te liggen in de prediking van het evangelie, een vertolking van de goddelijke Waarheid in menselijke bewoordingen. De prediking mag niet verworden tot een leerrede en de gemeenteleden mogen niet gedevalueerd worden tot toehoorders. Wij verschijnen voor Góds aangezicht onder de bediening van het Woord. Daarbij hoort dan ook zeker een passende stijl. De liturg verkondigt in de Naam van God het heil, opent de Schriften en vertolkt namens de sprekende God de woorden van God, legt de zegen op de gemeente en deelt de tekenen van het heil uit. Naar Gods beloften wil de Heilige Geest door dat middel het heil schenken. Aan de liturgie gaat de openbaring van God vooraf. De liturgie zal dan ook aan Gods Woord genormeerd moeten zijn.
Gods volk komt in de liturgie tot God.
De bediening van het Woord is geen vrijblijvend betoog, maar heeft ook een dialogisch aspect. Wij worden geroepen in het geloof daarop te reageren in lied en gebed. Vanzelfsprekend zal dan ook in dat antwoord door moeten klinken wat ons verkondigd is. Wie opkomt voor de rechte prediking, moet ook opkomen voor de rechte liturgie. Het moet in de verkondiging en in de liturgie om dezelfde waarheid gaan. Heel wezenlijk is dat in de eredienst met een gebroken hart zonde en schuld beleden worden voor God en beleden wordt de toorn van God verdiend te hebben. Het is immers niet vanzelfsprekend gered te zijn. Het is goed dat ook de door de gemeente herkenbare strijd van het geloof verwoord wordt, zoals dat in de psalmen gebeurt. Er moet in de lofprijzing ook doorklinken dat God ons als zondaren uit louter genade om de verdiensten van Christus vrijgesproken heeft van de schuld en de straf.
Voldoen alle nieuwe (en oude) liederen aan dit criterium? Ik citeer de uitgave van de Gereformeerde Bond Uitgangspunten en knelpunten (1986): ‘Prediking naar Schrift en belijdenis, waarin de diepe tonen van zonde en genade klinken, verdraagt zich niet met een oppervlakkig geloofsbegrip of een optimistische geloofsexpressie, zoals in allerlei vrije liederen, niet in het minst in allerlei opwekkingsliederen.’ De wet van wat gebeden en gezongen moet worden is de wet van wat geloofd moet worden. Het dogma gaat in de liturgie schuil. Eredienst en belijdenis behoren daarom een hechte eenheid te vormen.
Gemeenteleden voelen nogal eens haarfijn aan dat het een met het ander niet correspondeert. En dat komt de saamhorigheid niet ten goede. Een liturgie met vaste en fundamentele bestanddelen kan gemeente en voorganger bewaren voor individualisme en dwaalleer, tegenstellingen overkoepelen, partijschappen overwinnen en het eigen ik terzijde stellen. De gelovigen komen in de liturgie tot elkaar en de wereld. Ook de relatie van de liturgie met het dagelijkse leven kan vandaag niet gemist worden. De profeten hebben – we zagen het al – het volk van Gods verbond aangeklaagd vanwege de kloof tussen godsdienst en het dagelijkse leven. De aanwezigheid van God en de werking van de Heilige Geest in de eredienst is geen automatisme. Alleen wanneer de gemeente in het dagelijkse leven in woord en daad met haar God wandelt, is Hij in de eredienst aanwezig. De liturgie is daarom ook toerusting van de gelovigen tot dienstbetoon in het leven van elke dag en mag nooit een liturgisch formalisme worden. We moeten de bijbelse en gereformeerde spiritualiteit bewaken en erop letten dat het vernieuwende werk van de Heilige Geest in onze harten en levens niet ondersneeuwt. De liturg behoort daarom de ongelovigen te waarschuwen voor het komende gericht en een appèl te doen tot bekering. En God komt de lof toe dat Hij door Zijn Geest de liefde in het hart uitstort en we van binnenuit gedrongen worden naar Gods geboden te leven.

Ordening
Ik eindig met een citaat uit het boek Liturgische Oriëntatie van de hervormd-gereformeerde hoogleraar dr. H. Jonker, waarin hij kort en krachtig samenvat wat hij onder liturgie verstaat: ‘Liturgie is een ordening van de samenkomst van de gemeente, waarin de dynamiek van het Woord Gods plaatsvindt en waarin de gemeente in de gelegenheid gesteld wordt op de dynamiek van het Woord Gods te reageren in schuldbelijdenis, aanbidding, lofprijzing, deelname aan het heil (sacramenten), gemeenschap, offerande en dienstbetoon in en buiten de samenkomst. En dat alles in levende verbondenheid met de traditie der Kerk.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bijbelse spiritualiteit bewaken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's