Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beginnen met negenjarigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beginnen met negenjarigen

Catechese kan in het algemeen beter

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van de bundel 'Wim Verboom. Ambassadeur van de catechese' is vorige maand en bezinningsdag over de catechese gehouden. De onderwerpen waren van belang voor de hele kerk. Een overzicht van het gesprek.

Het eerste punt dat ik naar voren wil halen is de vraag naar de zogenaamde beproefde route. Daarmee wordt bedoeld dat de jongerencatechese haar vertrekpunt vindt in de kinderdoop en wil leiden tot de beantwoording van de doop in de openbare belijdenis van het geloof. Het bijbelse uitgangspunt dat hieraan ten grondslag ligt, is het verbond. God gaat een relatie aan met mensen, Hij wil dat mensen die relatie gaan beantwoorden in geloof en bekering. Dat moet een mens leren door de Heilige Geest. Catechese is een belangrijk leermiddel om tot de beantwoording van het verbond te komen.
Wanneer je uitgaat van deze beproefde route, zeg je dus meteen iets over de doelstelling van de catechese. Je ziet deze als de beantwoording van het verbond, of  het leven als gedoopt christen of het Christus kennen (Ef. 4) of een 'antwoordelijk leven' (D. Dekker).
In de gereformeerde traditie zijn we vertrouwd met deze beproefde route. De opvoeding door de ouders, de catechese en andere vormen van kinder- en jeugdwerk in de gemeente zijn - verbonden met de kerkdienst - uiteindelijk gericht op het belijden van het eigen geloof, gekoppeld aan het avondmaal. Het traject loopt dus vanuit doop via catechese naar belijdenis en avondmaal. Daarbij moet meteen opgemerkt worden dat het leren beantwoorden van het verbond is een levenslang proces.

Drempel-leren
Nu is - ook in De Waarheidsvriend - een en andermaal aan de orde gesteld dat in heel wat gemeenten deze beproefde route onder druk is komen te staan. Lang niet alle kinderen die gedoopt worden, komen naar de catechisatie om zich voor te bereiden op de beantwoording van het verbond. Dat roept de vraag op of we niet eens eerlijk naar deze beproefde route zelf moeten kijken.
Als steeds minder jongeren deze route gaan, wordt het dan geen tijd om te bezien of er alternatieve routes zijn? Zo kan men denken aan wat 'gelegenheidscatechese' wordt genoemd. De Duitse theoloog Henning Luther spreekt over drempelleren. Daarmee bedoelt hij dat aan (jonge) mensen in de gemeente leerprocessen worden aangeboden, die gekoppeld zijn aan drempels in hun leven. Bijvoorbeeld het verlaten van de basisschool, het aanvaarden van een werkkring, het aangaan van een huwelijk, maar ook het laten dopen van een kind enzovoort, tot bijvoorbeeld het bereiken van de 65-jarige leeftijd toe. In ons beraad werden we het met elkaar eens dat het opgeven van de beproefde route het opgeven van het wezenlijke van de jongerencatechese is (J. Hoek). Wanneer daarmee geschoven wordt, gaat alles schuiven.
Gelegenheidscatechese mag dus niet de plaats gaan innemen van de reguliere catechese.
Maar wanneer nu in een gemeente al jarenlang geen jongeren meer naar de catechese komen - en die gemeenten zijn er meer dan we denken - dan kan het toch een goede suggestie zijn om te denken aan andere vormen van catechese.
Zo is er een gemeente waar men heeft gemerkt dat gemeenteleden van 25 jaar en ouder ineens wel willen leren, terwijl ze vóór die tijd nauwelijks wisten wat catechese was (I. de Zwart). In zulke gevallen kan een alternatief model van catechese verder helpen.

Drie g's
Een tweede punt dat aan de orde kwam, was de verhouding tussen de leerinhoud van de Bijbel en de leef- en belevingswereld van de jongeren.
Om goed zicht te krijgen op deze verhouding, moeten we die in een breder kader zien. In de gereformeerde traditie staat de leerinhoud van de catechese in dienst van het doel, zoals we dat zojuist formuleerden: het beantwoorden van het verbond in geloof en bekering. Zo bezien komt de leerinhoud, die daarnaar wil leiden, niet op uit de leef- en belevingswereld van de jongeren, maar uit het Woord van God. Dat is een principiële stellingname. Om te komen tot het leren kennen van God in Christus, moeten we bekend gemaakt worden met God in Christus, zoals Hij zich in Zijn Woord heeft geopenbaard.
In de praktijk van de catechese spelen dan de drie g's een centrale rol in de leerinhoud: het geloof, het gebod en het gebed. Daarbij moet worden aangemerkt dat we de Schrift niet moeten lezen vanuit de drie g's, maar dat we andersom, vanuit de Schrift naar de drie g's moeten kijken.
Maar daarmee zijn we er nog niet. De vraag is namelijk urgent in hoeverre deze leerinhoud bij de catechisanten landt. Hoe staat het met het relevantiebesef bij de jongeren als het gaat om deze leerinhoud? In veel gemeenten wordt meer en meer duidelijk dat het wringt tussen de leef- en belevingswereld van de jongeren en de leerinhoud die van de andere kant komt: vanuit het Woord. In diverse gemeenten heeft men daarom het roer omgegooid en stelt men op de catechisatie die onderwerpen aan de orde, die direct voortvloeien uit de wereld van de jongeren zelf. De jongeren zijn dan subject van de catechese.
De vraag is of je met deze leerinhoud vanuit de ervaringswereld van de jongeren nog wel uitkomt bij de doelstelling, namelijk de beantwoording van het verbond van God. Even reëel is de vraag hoe je enerzijds voorkomt dat je een door de Bijbel aangereikte leerinhoud kwijtraakt als je inzet bij de jongeren en anderzijds hoe je voorkomt dat je de jongeren kwijtraakt als je inzet bij de Bijbel. Kortom, komen we in de catechese op dit punt niet in een spagaat terecht?

Leren en vieren
We moeten een weg vinden die ons hierin verder helpt. We bedachten dat catechese een leerproces is, gericht op de hele mens: vanuit het hart naar het hoofd, het gevoel, de hand en de voet. Dat betekent dat catechese niet alleen maar cognitief of alleen maar affectief kan zijn, corresponderend met het objectieve en het subjectieve. Ze moet beide componenten bevatten. Hier valt het woord bevinding, bijbelse bevinding, geloofsbevinding.
Verschillenden deelnemers aan onze bezinning pleiten in dit verband voor een op elkaar betrekken van leren en vieren. Zo is het ook ooit begonnen met de catechese in Heidelberg (1563). Catechese en kerkdienst vormden een geheel. Catechese kan zo een vorm van kerk-zijn worden (H.P. de Roest). Er zijn mooie voorbeelden dat het zich eigen maken van de leerinhoud en het beleven ervan in de vorm van zingen, bidden, Schriftlezing worden geïntegreerd. E.R. Jonker spreekt over catechese als een vorm van gebed.
Het belangrijke moment in deze gedachtegang is dat de bevinding zo niet wordt vereenzelvigd met subjectivisme of met het pure ervaren van gevoelens, maar dat de belevingscomponent bepaald wordt door het Woord.

Zwerf- of bouwsteen
We bespraken nog een ander belangrijk punt: de samenhang van catechese en gemeenteopbouw. Gemeenteopbouw is de laatste tijd meer en meer onderwerp van bezinning geworden.
Het is niet goed om gemeente te zijn zonder na te denken over de samenhang, de afstemming, de doelgerichtheid en de context van de functies van de gemeente. Vroeger keken we wel vanuit de catechese naar het geheel van de gemeente, maar nu wordt ook vanuit het geheel van de gemeente gekeken naar de plaats van de catechese in dat geheel. De vraag rijst dan of de catechese een zwerfsteen of een bouwsteen is (N. Belo). Met andere woorden: is catechese een eilandje, of is het een onmisbaar onderdeel van het gemeente-zijn? Functioneert het leren alleen maar op de catechisatie en voor de enkeling (of de groep), of functioneert het leren in het geheel van de gemeente? Dat is een belangrijk punt, waaraan de catechese alleen maar tot haar eigen schade voorbij kan gaan. Juist als catechese kan functioneren in het geheel van het gemeente-zijn, wordt de waarde ervan aanzienlijk vergroot.
Maar dan moeten we ons ook afvragen wat dit voor de inhoud van de catechese betekent. Kan bijvoorbeeld het ontwikkelen van gaven van jongeren een doelstelling van de catechese zijn, om die gaven ten dienste van de gemeente te gebruiken (H.C. 55)? Welke mogelijkheden zijn er om diverse vormen van werken onder de jongeren van de gemeente op elkaar af te stemmen? Kunnen in de catechese soms ook projecten van de gemeente een plaats krijgen? Hier en daar komt de gedachte van het mentoraat op. Dat wil zeggen dat catechisanten op vrijwillige basis begeleiding ontvangen van een ouder iemand uit de gemeente.

Leerdienst
In dit verband spraken we ook over de leerdienst. Sinds het moment waarop de leerdienst op de contio van de Gereformeerde Bond aan de orde kwam (2005), zijn meerdere gemeenten hiermee aan de slag gegaan. Zo is er een gemeente die de afgelopen winter via publicaties aangekondigd heeft wanneer welk onderwerp in een leerdienst behandeld wordt. De leerdienst over de doop trok veel kerkgangers, waarna een preekbespreking met jongeren volgde. De leerdienst over het gebed werd verbonden met een gemeenteavond over het bidden, waarin enkele gemeenteleden (vanuit verschillende levenssituaties) vertelden welke plaats, betekenis en vorm het bidden in hun leven had. Vervolgens ging men erover in gesprek. Dit zijn prachtige dingen, die om navolging vragen. Stel je voor: de gemeente gaat opkijken bij het verschijnsel leerdienst!

Missionair
Hoewel het te ver gaat om de reguliere catechese en missionaire catechese te vereenzelvigen, is het toch wel zo dat de jongerencatechese allerlei missionaire aspecten kent. In de praktijk van de catechese is het verschil tussen kerkelijke en randkerkelijke jongeren nogal theoretisch. Moeten we niet allen leren leven van het arme zondaarsgeloof?(W. Markus). Het mooie van deze visie op catechese is dat deze haar vrijblijvendheid verliest. Het gaat op de catechisatie echt om het persoonlijk leren kennen van de Heere en het leren leven met Hem.
Er zijn voorbeelden dat tijdens het catechesetraject keuzemomenten van belijdende aard zijn ingebouwd. Op dit punt is veel in ontwikkeling. Nieuwe mogelijkheden dienen zich aan, juist vanuit een gereformeerde visie op catechese. Daarnaast moet ook onderstreept worden dat catechese als zodanig nooit voorbij kan gaan aan de toerusting tot het getuige zijn en de missionaire opdracht van de gemeente.

Negen tot elf jaar
Ds. A.J. Mensink gaf zijn bijdrage aan de afscheidsbundel de veelzeggende titel mee: Bevindelijk broeden op andermans ei. Hij bedoelt hiermee dat het 'ei van het prille geloofsleven van kinderen' in het gezin moet worden 'gelegd'. Met andere woorden: wanneer ouders in de eerste levensjaren van hun kind niet bewust werken aan de geloofsopvoeding en er geen 'ei' is, dreigt de betekenis van de catechese te vervallen. Het is van groot belang hier opnieuw de vinger bij te leggen. Gelukkig wordt er door middel van huwelijks-, doop- en opvoedingscatechese steeds meer aandacht besteed aan deze basis van het geloofsleven. Maar er is hier nog maar sprake van een begin.
Dat geldt in nog sterkere mate voor de catechese aan kinderen. Ondanks herhaalde oproepen om de leeftijd van de catechese te verlagen, wordt hier nauwelijks gehoor aan gegeven. Toch is dit een belangrijk punt. Er zijn voor de catechese in de kinderleeftijd kansen, die na die leeftijd nooit meer terugkomen. We zullen er meer over moeten nadenken om kinderen van negen tot elf jaar de basiskennis van de Bijbel en de inwijding in de gemeente aan te reiken. Het is dan de welaangename tijd. Wellicht kan er eens een gesprek komen met de leiding van de zondagsschool en de kinderclub hoe het een en ander ter plaatse gestalte kan krijgen.

Appèl aan kerkenraden
Dat brengt me tot het volgende. Er zijn gemeenten waar de kerkenraad zich echt inzet voor de catechese, beleid ontwikkelt of laat ontwikkelen. De kwaliteit van de catechese is er dan ook naar. Maar over de hele linie gesproken kan het beter. Me dunkt dat catechese na de kerkdienst (en het crisispastoraat) de belangrijkste verantwoordelijkheid van de kerkenraad en de predikant is (H. Veldhuizen). Beleg als kerkenraad eens een aparte vergadering over de catechese. Weten (nieuwe) kerkenraadsleden wat mentorcatechese is? (zie de artikelen van M. van Campen in De Waarheidsvriend van 7, 14, 28 december 2006).
Welke voordelen en welke nadelen daaraan verbonden zijn voor de eigen gemeente?
Weten kerkenraadsleden dat er cursussen en trainingen worden gegeven op het gebied van de catechese?
Zijn ze bereid om deelname van hun predikanten en catecheten financieel te faciliteren? (J. Hoek)
Ik noem deze dingen niet om op goedkope wijze zwakke plekken te wijzen, maar om samen te zoeken naar verbetering, waar dat mogelijk is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Beginnen met negenjarigen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's