Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Genoeg aan de psalmen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Genoeg aan de psalmen

DE LITURGIE IN HERVORMDE GEMEENTEN [4]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als in gemeenten de liturgie onderwerp van bezinning en gesprek wordt, gaat het vaak vooral over het lied. Onder hervormd-gereformeerden worden in de eredienst vanouds vrijwel uitsluitend psalmen gezongen. Die praktijk staat op veel plaatsen ter discussie. In drie artikelen laten we daarom zien dat de nieuwtestamentische gemeente aan de oudtestamentische psalmen genoeg kan hebben.

Gemeenten en kerkenraden die niet kiezen voor andere liederen naast de psalmen in de kerkdienst, krijgen soms het etiket opgeplakt dat ze bang zijn voor vernieuwing, onvoldoende met hun tijd meegaan, niet aanvoelen waar jongeren behoefte aan hebben, krampachtig vasthouden aan het oude, enzovoort. Soms zijn kerkenraden er zelf verlegen mee als ze kritisch op hun beleid worden aangesproken. Dat kan ertoe leiden dat een sterk defensieve houding wordt aangenomen en dat de bestaande praktijk vooral wordt verdedigd door de alternatieven onder kritiek te stellen.
Dat is enerzijds begrijpelijk, maar anderzijds jammer. Wie kiest voor een liturgie met alleen maar psalmen hoeft zich daar namelijk ook anno 2007 helemaal niet voor te schamen. Ongeacht de kwaliteit van andere liederen en bundels is er meer dan voldoende reden om te kiezen voor de psalmen als het liedboek waar de gemeente in haar erediensten uit zingt. We zingen de psalmen niet bij gebrek aan een goed alternatief, maar omdat we deze liederen van de Heere God ontvangen om in wisselende omstandigheden en in alle toonaarden Zijn Naam zingend aan te roepen. We motiveren onze keuze dus niet negatief maar positief, niet tégen gezangen maar vóór de psalmen.

Een eeuw psalmzingen
De keuze voor de psalmen is vanaf het begin een kenmerk geweest van de Gereformeerde Bond. In het vorig jaar verschenen jubileumboek Uw Naam geef eer heeft algemeen secretaris P.J. Vergunst een hoofdstuk geschreven over de Gereformeerde Bond en de liturgie. Wie wil lezen 'waarom wij zo gaarne psalmen zingen' (dr. H. Bout), vindt in dit hoofdstuk een overzicht van de manier waarop zij die ons voorgingen hierover hebben gesproken. Recent (23 november 2006) schreef ds. C. den Boer in dit blad nog over zijn liefde voor de psalmen en over de vraag hoe hij ze als christen beleeft. Het door de Gereformeerde Bond uitgegeven boekje Zingen naar de Schriften (2000) biedt een overzicht van de argumenten en motieven die de jaren door hebben geleid tot onze keuze voor de psalmen.
In het korte bestek van deze artikelen ga ik voorbij aan belangrijke argumenten zoals het bijbelse gezag van de psalmen als deel van Gods Woord en de keuze voor de psalmen op de Synode van Dordrecht in 1618/1619. Ook ga ik nu niet in op het feit dat het psalmboek ons verbindt met Israël en met Christus, Die eruit zong. Wel richt ik me op het levende geloof, waar de psalmen vol van zijn. Dat aspect acht ik voor het gesprek in de gemeente, vooral met onze jongeren, van groot belang.
Ds. Den Boer schreef dat de psalmen hem 'als muziek' in de oren klinken 'omdat zij vol zijn van diepe geloofsbeleving en tegelijk van een daadwerkelijke praktijk van godzaligheid'. Vergunst legt nadrukkelijk een verband tussen het blijven bij de psalmen en de verbondenheid met de religie van de belijdenis. Dat brengt ons bij het hart van de liturgie.

Woord en antwoord
Ds. H. Roseboom heeft in zijn artikel over het wezen van de liturgie (De Waarheidsvriend, 15 maart 2007) de eredienst 'het brandpunt en middelpunt van het gemeenschappelijk geloofsleven van de christelijke gemeente' genoemd. Wezenlijk is de wisseling van Woord en antwoord. In het lied en het gebed reageert de gemeente op de bediening van het Woord.
Daarbij zijn Woord en antwoord niet wezenlijk van elkaar te scheiden. De gemeente die psalmen zingt, antwoordt op Gods Woord met woorden uit datzelfde Woord. Calvijn schrijft in zijn voorwoord in een uitgave van berijmde psalmen (10 juni 1543) dat God ons voor de eredienst drie dingen opdraagt: de bediening van het Woord, de gebeden en de bediening van de sacramenten. Bij de gebeden maakt hij onderscheid tussen het gesproken en het gezongen gebed. Het lied is bij hem dus gebed. Het zingen heeft de kracht om ons hart in vuur en vlam te zetten en God met een sterkere ijver aan te roepen en te prijzen. De keuze voor de psalmen motiveert Calvijn onder andere met een beroep op Augustinus, die heeft gezegd dat niemand iets kan zingen wat God waardig is, als hij het niet eerst van God Zelf heeft ontvangen. Calvijn stelt dat we geen betere liederen zullen vinden dan de psalmen van David omdat de Heilige Geest ze door hem heeft gesproken.
In 1557 schrijft Calvijn in het voorwoord van zijn verklaring van de psalmen het volgende: 'Ik ben gewoon dit boek te noemen een ontleding van al de delen van de ziel, omdat er geen aandoening in de mens is, die hier niet als in een spiegel voorgesteld wordt. Ja zelfs, om het beter te zeggen, de Heilige Geest heeft hier naar het leven getekend al de smarten, droefenissen, vrezen, twijfelingen, verwachtingen, zorgen, ontsteltenissen, ja zelfs tot aan de verwarde aandoeningen waarmee de geesten van de mensen gewoonlijk in beroering gebracht worden.' In hooggestemde woorden zegt hij : 'Er is geen ' boek waarin ons meer volledig de manier geleerd wordt om God te loven, of waarin wij levendiger worden opgewekt tot die oefening van Godsvrucht.'

Preek en lied
Het onderscheid tussen het Woord van God en het antwoord van de gemeente, ook al is dat niet absoluut, is belangrijk als het gaat om de vraag of de nieuwtestamentische gemeente aan oudtestamentische psalmen genoeg kan hebben. Als bezwaar tegen het zingen van uitsluitend psalmen in de eredienst wordt namelijk vaak ingebracht dat de gemeente op die manier niet expliciet kan zingen van Christus en van Gods drie-eenheid. Het feit dat er in de psalmen wel degelijk van Christus wordt gezongen (bv. in Ps. 2 en 110) neemt niet weg dat er blijkbaar behoefte is om op een meer directe manier van Hem te zingen. Die behoefte is begrijpelijk. Maar het gaat te ver om hier te spreken van een wezenlijk gemis. De Naam van Jezus Christus klinkt immers, als het goed is, al in elke preek. We spreken graag de apostel Paulus na als hij zegt: 'Ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Die gekruisigd' (1 Kor. 2:2).
Daarbij is de prediking ook trinitarisch. De grote daden van de drie-enige God, de werken van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest worden verkondigd. Zo wordt het Woord bediend. En in de belijdenis van het geloof spreekt de gemeente dat Woord na. Als ze haar geloof belijdt met de woorden van de Twaalf Artikelen belijdt ze de drie-enige God en wijdt ze de meeste woorden aan Christus en Zijn weg van kruis en opstanding.
In de Naam van Vader, Zoon en Heilige Geest wordt er gedoopt en wordt de gemeente aan het begin van de dienst gegroet en aan het eind gezegend.
Het is waar dat een gemeente die alleen psalmen zingt, deze inhoud van de prediking niet op dezelfde directe wijze in haar lied kan verwoorden. Maar dat is niet onoverkomelijk. Het lied is niet de preek. Gebed en lied zijn antwoord op Gods Woord. Zij zijn in de eredienst het antwoord van de gemeente. Dat antwoord is geen kopie van de verkondiging. Het gebed is niet bedoeld om er een preek van te maken.
Het antwoord is dankzegging en lofprijzing, schuldbelijdenis en smeekbede, een roep om genade, een gebed om hulp en een uiting van vertrouwen. Zo vlucht een zondaar biddend en zingend tot Christus. Zo maakt de gemeente haar begeerten in alles met bidden en smeken en dankzegging bekend bij God. Het lied is uiting van het geloof van de gemeente. En alles wat tot dat geloofsantwoord behoort, is in de psalmen te vinden. Als we kijken naar het Onze Vader, het volmaakte antwoord dat Jezus Zijn discipelen heeft geleerd, dan vinden we elk onderdeel daarvan terug in het psalmboek.

Complete liederenschat
In een volgend artikel hoop ik het bovenstaande verder uit te werken en te laten zien hoe de levende Kerk van Christus met de psalmen haar hele geloof kan uitzingen. Maar uit wat we tot nu toe hebben gezien, kunnen we al wel een conclusie trekken, namelijk dat we er in onze bezinning op het zingen in de eredienst van uit moeten gaan dat we aan de psalmen in principe genoeg hebben. Een gemeente die alleen psalmen zingt, zelfs als dat zonder de twaalf 'Enige Gezangen' zou zijn, komt niets tekort en lijdt geen gebrek. Integendeel: ze heeft in de psalmen een rijke en complete liederenschat waarmee ze alles kan uitzingen wat het Woord van God in haar wakker roept. Dat betekent dat er reden is tot grote zorg wanneer bij ons de vraag naar andere liederen opkomt uit onvrede over de inhoud van de psalmen. Als we daar niet genoeg aan hebben, dienen we ons ernstig af te vragen hoe dat komt. Leeft dan in ons hart wel het geloof dat naar de Schriften is? Kennen we dan wel de hoogten en de diepten waar mensen als Abraham en David, Johannes en Paulus doorheen zijn gegaan?
De behoefte aan andere liederen kan voortkomen uit oprechte, geestelijke motieven. Maar wanneer die behoefte er is omdat we ons in het geestelijk klimaat van de psalmen niet thuis voelen, is er reden om onszelf kritisch te bevragen. Ons vertrekpunt moet altijd zijn dat we met psalmen uit de volheid van het gemoed mogen roemen in de milde overvloed van Gods genade.

Voor wie verder wil lezen: T. Brienen, De liturgie bij Johannes Calvijn, Kampen 1987. Christiaan Ingelse e.a. (red.), Nieuw Handboek voor de kerkorganist, Zoetermeer 1995. P.J. Vergunst, 'Motieven wegen en gevolgen overzien. De Gereformeerde Bond en de liturgie', in: Uw Naam geef eer. Honderd jaar Gereformeerde Bond 1906-2006, Zoetermeer 2006. Website van ds. D. Wursten (Antwerpen): psalmen. wursten. beo

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 2007

De Waarheidsvriend | 22 Pagina's

Genoeg aan de psalmen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 2007

De Waarheidsvriend | 22 Pagina's