Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gravamen nee, kwestie ja

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gravamen nee, kwestie ja

Ordinantie 5.4 brengt spanning in synode terug

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drie jaar komt de protestantse synode nu bijeen - en al waren er soms stevige discussies, als de zegening van alternatieve relaties aan de orde komt, is de spanning weer echt voelbaar. In het eerste uur van de nacht besluit de synode het gesprek over (homo)seksualiteit in het licht van de Bijbel toch voort te zetten.

De eerste vergaderdag van de synode was vorige week overvol. De verkiezing van het moderamen en de leden van de kleine synode (die vooral over beheerszaken vergadert) duurt lang, waardoor de bespreking van het rapport over de IKON en over de predikant/kerkelijk werker later beginnen. Met 155 synodeleden is het immers lastig het vergadertempo wat op te voeren. Daarom - eigenlijk moet dit niet kunnen bij zo'n beladen thema - begint de bespreking van het gravamen van ouderling De Ronde tegen ord. 5-4 van de kerkorde pas 's avonds om 9.50 uur. Ondanks het late tijdstip wordt er ademloos naar elkaar geluisterd, is er een gespannen aandacht.

Na vijftig jaar gesprek
In zijn bezwaarschrift had De Ronde betoogd dat het zegenen van niet-huwelijkse relaties tegen Gods Woord ingaat. De commissie die namens de synode hierover een rapport schreef, concludeerde dat deze ordinantie niet het belijden van de kerk raakt (alleen tegen een onderdeel van het belijden is een gravamen in te dienen), maar beval ook aan om het gesprek over de achterliggende theologische en ethische vraagstukken weer te voeren.
Ds. A.A. Wijlhuizen (classis Peel en Kempenland) zei als voorzitter van de commissie dat de vele bezwaren uit de kerk tegen ord. 5.4 laten zien hoe verdeeld de kerk is over dit thema, waarover al vijftig jaar wordt gesproken. 'Tegengestelde visies beriepen zich met ernst en integriteit op geloof, geweten en de autoriteit van Gods Woord.' Omdat 'de kerk verlangt naar uitspraken over seksualiteit', zei ds. Wijlhuizen dat zijn commissie meer wil dan het strikt afwijzen van het gravamen. Niet met het oog op kerkorde-formuleringen, maar om te groeien in onderling verstaan en 'in een visie op het goede leven' bepleitte hij verder gesprek.

Lutheranen
Nu dat gesprek er komt, moeten onder meer lutheranen en leden van de Gereformeerde Bond diepgaand met elkaar spreken. In de afgelopen drie jaar zijn ter synode veelal dezelfde accenten gelegd: als het gaat over de visie op het ambt, het predikantschap, de kerk als kerk van het Woord enzovoort.
Nergens wordt de tegengestelde overtuiging zo gevoeld als bij de zegening van relaties van mensen van gelijk geslacht. Ter tafel lagen daarom twee voorstellen die haaks op elkaar stonden.
Oud.-kerkrentmeester G.A. Metz (classis Dokkum) stelde voor ord. 5-4 uit de kerkorde te schrappen, terwijl de lutherse ouderling dr. S. Hiebsch haar argwaan uitsprak over de zin dat de commissie ord. 5-4 'voorlopig' wil laten staan en de formulering in de kerkorde een 'verlegenheidsoplossing' noemde. 'Nieuwe synodeleden kunnen de indruk krijgen dat gekozen is voor een snelle oplossing, zonder theologische discussie.' Ze verwoordde haar moeite met het onderscheid tussen 'geen gravamen in strikte zin', maar toch 'het belijden rakend'. Ze noemde als getuigenis van ord. 5.4 dat er geen eenduidige visie op zegening van alternatieve relaties is, maar 'dat meerdere bijbelse visies mogelijk zijn. Daarom kán de kerkenraad hiertoe in de gemeente overgaan.' Ze bepleitte een oefening in het omgaan met pluraliteit.

David en Jonathan
Ds. P. Verhoeff (classis Alkmaar) zei dat al is er geen gravamen, er wel een kwestie is. Hij noemde dat jammer, maar niet onoverkomelijk en maakte een vergelijking met de talloze gemeenten waar geen vrouw in het ambt is. 'Het komt me voor dat we in dezen moeten leven met een grondig verschil van inzicht, terug te voeren op een verschil in verstaan van de Schrift. Waar de een spreekt over een 'gruwel in de ogen des Heeren', zegt de ander: 'waar liefde woont, gebiedt de Heer de zegen.'
Dr. C. van Sliedregt (classis Harderwijk) noemde het samen de gewetensnood delen en samen de weg van de Schrift zoeken, kenmerkend voor de Protestantse Kerk. Omdat ord. 5.4 in de man-vrouwverhouding aan het belijden van de kerk raakt, zag hij uit 'naar de behandeling van deze gevoelige materie in de nabijheid van de Goede Herder, biddend dat God het laatste woord zal hebben.'
Diaken A. van Ommen-van Oortmerssen (classis Winterswijk) pleitte ook voor een inhoudelijke toetsing van wat het betekent Gods zegen te vragen. Ze dankte dhr. De Ronde voor de zorgvuldige verwoording van zijn gravamen.
Diaken E.J. de Vries (classis Amsterdam) was overtuigd door 'het ijzersterke verhaal van ouderling Hiebsch. 'Wat in ord. 5-4 staat, is eigenlijk heel mooi.'
Oud.-kerkrentmeester K. van de Wetering (lutherse synode) had niets tegen een gesprek, 'als het maar niet is om ord. 5.4 af te schaffen.' Hij vroeg zich af met wie het gesprek gevoerd zou worden en verwees naar het landelijk verband van homo-theologen. Ook vroeg hij zich af waarom in het rapport gesteld wordt dat de vriendschap tussen David en Jonathan geen homoseksualiteit betreft.

Afwijking na eeuwen
Prof. G.G. de Kruijf sprak namens de Generale Raad van Advies en erkende dat de tekst van ord. 5.4 afwijkt van het belijden van de kerk der eeuwen. 'In de lutherse en gereformeerde traditie is er hierover een eenduidig spreken. Daarom is homoseksualiteit in de oecumene zo'n moeilijk punt.' Hij stelde dat de kerk geroepen is tot eenheid op dit belangrijke thema.
Ds. Wijlhuizen zei in een tweede ronde dat het niet de bedoeling is ord. 5-4 ter discussie te stellen, al is altijd de vraag hoe definitief je iets afrondt. 'We willen luisteren naar de Schriften, geen kerkordegevechten.' Hij hoopte dat het onderlinge respect gevoed zou worden.
Dr. B. Plaisier raadde namens het moderamen aan het gesprek voort te zetten. Als dat gesprek er niet meer is, geeft de kerk naar zijn mening een verkeerd signaal af.
'We hebben een verantwoordelijkheid voor elkaar, waarbij de gezamenlijke uitleg van de Schrift onze passie moet zijn.' Ds. Plaisier was er niet bang voor dat we in dit gesprek niet verder zou komen, 'zelfs de HGJB spreekt momenteel over het thema', zei de scriba, doelend op de avonden die de HGJB samen met de Gereformeerde Bond belegt over pastoraat aan homoseksuele jongeren.
Ouderling Hiebsch bleef bij haar visie dat 'we in het derde jaar van de Protestantse Kerk' niet opnieuw over homoseksualiteit moeten spreken, juist waar het gesprek hierover in veel gemeenten plaatsheeft. 'Misschien vergt het meer moed om de pijn van het verschil te laten staan.'
Tijdens de stemming waren 52 synodeleden voor het voorstel van mevr. Hiebsch niet tot verder gesprek over te gaan, terwijl 69 tegenstemden. In grote meerderheid werd daarna het voorstel van het moderamen aanvaard om het bezwaar van ouderling De Ronde niet als een gravamen te zien, maar om wel te gaan zoeken naar wegen om het gesprek in de kerk op gang te brengen of te vervolgen over de ethische en theologische aspecten van de zegening van mensen van gelijk geslacht.
Het moeizame, emotionele gesprek over huwelijk en (homo)seksualiteit zal dus gevoerd worden - en waarom ·zouden we dit niet onbevangen kunnen doen in een integere luisterhouding naar het Woord van God. Het gaat er immers om dat de Heilige Geest onze gedachten gevangen neemt voor het Woord en we zo ons geweten laten scherpen. Dat vraagt van elke gesprekspartner eerlijkheid, om geen bijbelteksten uit de context los te halen, maar het geheel van Gods Woord te bestuderen. Het lijkt dat de vragen niet exegetisch van aard zullen zijn, omdat over de uitleg van de Schrift veelal consensus is. De beslissingen vallen in de hermeneutische vragen, waar het gezag van bijbelgegevens wordt benoemd.

Heiliging
Zo'n gesprek is niet alleen moeilijk, het heeft ook een pijnlijke kant. Want lijden aan de kerk wordt zichtbaar, als in een fundamenteel vraagstuk niet tot belijden kan worden gekomen. Zonder een voorschot op het komende gesprek te willen doen, schrijven we hier toch ernaar te verlangen dat de kerk in dezen niet in het schema van de wereld gaat, maar zoekt de wil van God te verstaan. Het is om die reden dat prof. J. Hoek op de komende jaarvergadering van de Gereformeerde Bond zal spreken over heiliging. 'Daartoe mogen we de gemeenten opscherpen. Het heilig willen leven in de concrete vragen van het leven behoort immers tot de identiteit van de kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Gravamen nee, kwestie ja

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's