Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Merkbare macht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Merkbare macht

PREDIKING EN OPWEKKING [4, SLOT]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jonathan Edwards deed in november 1746 het voorstel om gedurende zeven jaar in gezamenlijk gebed voort te gaan. Waarom? 'Om een zo oneindig grote genade te zoeken.' Zullen we dit vanaf deze week ook voor de komende zeven jaar in onze agenda zetten?

Hoe komt het dat door preken van opwekkingspredikers hele landstreken en steden veranderden? Bij de geringe dieptewerking van de preken in de kerk vandaag is deze vraag brandend. Waarom stroomden mensen toe naar Ludwig Hofacker en Johann Heinrich Volkening, waardoor het Ravenbergse land helemaal werd veranderd? Waarom waren de kerken te klein als Krummacher in het Wuppertal preekte, Rosenius in Zweden en Spurgeon in Engeland?
Is het niet omdat hun prediking cirkelde om Romeinen 3? Volgens de Duitse piëtistische theoloog Philipp Jacob Spener moest in een preek niet strijdtheologie of geleerdheid het hoofdaandeel zijn, maar de rechtvaardiging, heiliging, wedergeboorte en vernieuwing van het leven.
Opwekkingsbewegingen hebben nooit een geformuleerde theologie gehad. Het ging steeds om de expositie, de uitstalling van het Woord en geen indoctrinatie van het dogma. De opwekkingspredikers zijn levenslang exegeten geweest, zij bedreven pastorale exegese. Door die exegetische rugdekking zijn hun preken tot op vandaag zo levendig en krachtig. Sluit je deze mensen op in een vriendenkring of in een partij, dan verschraal je hun getuigenis. Je zou kunnen zeggen: het is bij hen steeds doelmatige zendingsprediking geweest. Het is niet verwonderlijk dat de leidende persoonlijkheden van de opwekkingsbewegingen in de negentiende eeuw overwegend piëtisten zijn geweest. In dit licht is de toepassing in hun prediking geen methodisch apart besproken deel, maar een integraal deel ervan. Het evangelie zoekt telkens een haak te slaan in de gevallen, goddeloze mens.
Deze predikers wisten van de verantwoording die ieder voelt die het grote werk van de verkondiging krijgt opgedragen. God eist ze van mijn hand! Het is mensenharten wervende verkondiging, om met de gloed van een heilig verlangen mensen voor Jezus te winnen. Een totaal geworpen zijn op God, waarbij de prediking steeds weer oproept tot waken en bidden om dagelijkse boete en heiliging.

Geen beschrijvende boodschap
Wat doen opwekkingspredikers? Zij verkondigen de genade van God voor zondaren niet zo dat mensen daardoor koud noch warm van worden, maar zo dat de mensen worden getroffen in het geweten en opgewekt worden, zodat hij opstaat en omkeert. Het is geen beschrijvende boodschap. Zij beschrijven niet de weg van God met Zijn kerk, zij geven niet aan hoe de ontdekking gebeurt, maar de verkondiging zelf is ontdekkend. De indicatief van het evangelie, het missionaire element van de verkondiging, het opbouwen van de gelovigen en de troost van het evangelie zijn aspecten die overwegen in deze preken. Gedurende de prediking siddert het in de gemeente van innerlijke spanning en men weet: Nu is de tijd van het heil! Het Woord als levensmacht Op die wijze ontstaat een levende gemeente. Geraakt in het hart en uitgewerkt in het leven. Karakteristiek voor elke opwekking is dat het niet in Romeinen 7:14-24 blijft steken. Voor de opwekkingspredikers is genade merkbare macht.

Leerproces
Wij kunnen van deze door God gelegitimeerde predikers heel wat leren. Ik ben er diep van overtuigd dat hierin de eigenlijke opgave van onze prediking bestaat: om 'opwekkend' te preken. Wilhelm Busch, jarenlang jeugdpredikant in Essen voor, in en na de Tweede Wereldoorlog zegt ergens: 'Er zijn kerkdiensten geweest, waarbij ik mijzelf moest verontschuldigen dat ik zo onactueel preekte, maar ik heb gezien, dat zo'n prediking een beweging losmaakt. Wanneer van de vrede met God gesproken wordt, ontdekken de mensen wat hen ontbreekt en vanwaar al zijn noden komen.' Op een andere plaats zegt hij: 'Preken voor het jonge volk, dat met zoveel vragen van de tijd bezig is. Steeds meer zag ik dat deze jeugd met de jaren steeds leger en snobistischer werd. Ik heb ontdekt dat dit de eigenlijke geestelijke nood van onze jeugd is, dat ze niets meer ernstig nemen kan. Wij hebben ervaren dat de boodschap van Romeinen 3 een boodschap is die tot ernst-nemen dwingt. Het jonge volk kijkt ervan op, wanneer het deze boodschap hoort.'
Ons nuchtere verstand waarschuwt ons voor deze weg. Kan dit zo in 2007? Maar wij dienen niet ons verstand te volgen maar in geloof en gehoorzaamheid de ons bevolen boodschap uit te dragen. We zullen dan de verrassing beleven dat mensen opgewekt worden, boete doen en omkeren. Je ziet gemeenten ontstaan, werkelijk actieve, levende, tot offerbereide, zendingsgezinde gemeenten.
Vele preekseminars gaan over de vraag: Hoe bereik ik de hoorder? Wij kunnen niet ontkennen dat in heel veel van alle voorstellen om te komen tot betere prediking de ervaring een heel belangrijke rol speelt. Wat wil de hoorder? En sterker nog: hoe kom ik als prediker over? Communicatiedeskundigen worden ingeschakeld om te laten zien waar de knelpunten zitten. En dan de vragen: Hoe kan mijn gemeente groeien? Hoe komt er een opleving? Een van de belangrijkste voorvragen rond dit thema is wel: verwachten wij dat er iets gaat gebeuren wanneer we preken? Het is mooi om te lezen wat God gedaan heeft in de tijden van opwekkingen. We trekken ons op aan wat gebeurde onder Wesley en Whitefield, aan de opwekking in Cambuslang in Schotland in 1742, in Wales 1859 en aan het begin van de twintigste eeuw. Wij bidden om een missionaire drive, om onze interne gerichtheid en verdedigende positie te boven te komen. Juist de openheid van veel jonge mensen in onze kerken laat zien dat van binnenuit een omslag komt en laten wij niet vergeten dat immigrantenkerken nog wel eens aanstekelijk kunnen gaan werken onder ons. Wanneer wij maar willen zien dat God daar werkt.
Als we nadenken over opwekking en prediking is goed de volgende zaken niet over het hoofd te zien.

a. Laat het directe appèl er in de verkondiging zijn, zodat de vraag naar het behoud levend wordt. Het behoud van mensen wordt een last op het hart.
b. Het gebed om een opwekking zullen wij intensiveren. Bidden om de visitatie van de Heilige Geest. Wij kunnen niet continu bidden, maar het is mogelijk voor ons om al onze dagen in de geest in gebed te zijn, ons onze afhankelijkheid van God realiserend. Laten mensen in de gemeente deze speciale gebedslast hebben. Het zal een omslag gaan betekenen wanneer bijvoorbeeld alle emeritus predikanten op vaste tijden bidden voor het werk van hun jongere collega's. Zo zijn ze, hoewel uitgediend, dienstbaar.
c. Laten wij volledig gericht zijn op God en Zijn werk (de zending). Elke opwekking begint zonder uitzondering met een dorst naar God. Wij verlangen naar een nieuwe Moderne Devotie, om echter zo bij de tijd te zijn dat wij uitzien naar een hernieuwde spiritualiteit om de overheersende geest van verslapping en dorheid achter ons te laten. Predikanten dienen voorgangers te zijn die vrome innigheid combineren met praktische toewijding en levensheiliging. Een leven in de vreze Gods en een gericht-zijn op het verlangen om het heil te verwerven.
d. Wees in het leven en in de prediking gericht op de wederkomst van Christus. Er is geen enkele reden tot doemdenken. Gods beloften voor Zijn kerk zijn vast en zeker. Een eschatologisch leven!. Onze toewijding dient volkomen te zijn 'Eén ding is nodig'. Velen bidden niet om een opwekking omdat ze oppervlakkig leven. Niets is erger voor de kerk dan uitgebluste dienaren. De oefening in godsvrucht begint beangstigend schaars te worden in onze wereld, schrijft J.H. Bavinck.
f. Laten voorgangers een leven leiden dat Christus reflecteert, zodat ons leven gekarakteriseerd is door het besef van de aanwezigheid van God. Een leven dat ijvert voor God en voor de zaak van Zijn Naam, en de mensen laat zien dat je met Jezus leeft.
g. Nederigheid betrachten en liefde tot Christus tonen. Wanneer in de prediker de liefde van Christus voor de verlorenen woont, dan zitten die verlorenen tegenover hem in de studeerkamer.
h. Laten voorgangers meer de omgang met God zoeken, de stilte, de woestijn. De periode voorafgaand aan een opwekking wordt gekenmerkt door een periode van boete, stille omgang, met God alleen zijn om Zijn stem in het suizen van de zachte wind te horen. Naar aanleiding van Klaagliederen 5:12 schrijft J.A. Bengel: 'Er is een ziekte die voor de natuurlijke mens doorgaans onbekend is en zelfs bij de vromen bijna zeldzaam geworden is: het heilige heimwee.
We zien niet alleen terug op tijden van herademing waar wij geen deel van hebben uitgemaakt. We zien omhoog en vooruit. We bidden om bezoek van de Heilige Geest. In ons persoonlijk leven, in de kerk, op het zendingsveld. We hebben een opwekking nodig, het is heel urgent. Het is voor ons levensnoodzakelijk om nu te bloeien op de plaats, in de kerk en in de gemeente waar God ons gesteld heeft.

Geen ophef
De tijd van ons organiseren, onze grote instituties, ons discussiëren en grote woorden is voorbij. Nooit is de kerk tot leven gekomen door grote ophef en lawaai, maar door het gebed van 'de stillen in den lande'. Nooit is het zo donker geweest in de kerk of God weet tijd en wijze om Zijn glorie te openbaren. God is zo groot! Hij is zo machtig! Groter en machtiger dan het vangnet van al onze conventies.
Het is heerlijk om in Zijn dienst te staan. Gods aanwezigheid in Jezus Christus ter sprake brengen blijft de opdracht voor onze prediking zolang wij nog wandelen in het spreken, in het geloven, en niet in het aanschouwen. Predikanten zijn dienaars van het evangelie, uitleggers van de Schrift, mensen die voor het water uit de Bron alle hindernissen dienen weg te nemen, en dan loopt het water vanzelf. Zo bidden we, niet opdringerig, maar indringend: 'Kom, Schepper, Heilige Geest, kom, verlevendig ons! Laat de tijden van herademing komen.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 2007

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Merkbare macht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 2007

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's