Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wel gastvrij, geen afgoden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wel gastvrij, geen afgoden

Reformatorische jongere wil geen allochtonen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederland kent de vreemdeling in zijn poorten, in toenemende mate. Maar reformatorische jongeren hebben met deze vreemdelingen weinig op. Driekwart van hen vindt dat er te veel buitenlanders in Nederland zijn.

Het Woord van God is heel belangrijk voor mij - dat was de kop van een getuigende bijdrage in NRC Handelsblad, geschreven door een scholiere van de scholengemeenschap Guido de Brès in Rotterdam. Kort na de moord op Pim Fortuyn gaf ze aan bij de verkiezingen moeilijk te kunnen kiezen tussen ChristenUnie en SGP. Het artikel ging over de aanwijzingen van God voor ons leven, over euthanasie en over onderzoek naar menselijke genen. Opvallend: over de aanwijzingen van God met de vreemdelingen in Nederland ging het niet. Is het de scholiere kwalijk te nemen als de vreemdeling in gezin, kerk en school nauwelijks aandacht krijgt?

Buitenlanders/moslims
De discussie over de houding in reformatorische kring ten aanzien van buitenlanders kreeg een impuls door een onderzoek van Refl!ts, bedoeld als christelijke tegenhanger voor de gratis bladen Metro en Spits. Het onderzoek werd gehouden onder leerlingen van reformatorische scholen. Van deze jongeren staat 55 procent negatief tegenover 'buitenlanders/moslims', terwijl zeventig procent vindt dat de leefwijze van west-europeanen en moslims niet samengaan. Nog zeven procent meer vindt dat allochtonen niet te veel moeten vasthouden aan hun eigen cultuur. Waar dit landelijk twee procent is, geeft van de reformatorische jongeren elf procent aan zich te zullen verzetten tegen de komst van een eventuele buitenlander als buurman.
Reformatorische scholen hielden in het verleden de uitslagen van scholierenverkiezingen graag binnenskamers, omdat de relatief grote sympathie van leerlingen voor extreem rechtse partijen - terecht! - niet gezien werd als een passend visitekaartje voor een christelijke school. In dit onderzoek wordt echter geen school met name genoemd, zodat meer het probleem op tafel ligt dan dat een bepaalde school in een negatief daglicht komt.

Migrantenchristenen
Opvallend is - of is zelfs van een misser te spreken? - dat nergens gesproken wordt van de honderdduizenden christenen die zich onder de buitenlanders bevinden. De kop boven het artikel: Balen van buitenlanders, en het in één adem noemen van buitenlanders en moslims, leert dat de onderzoekers en de jongeren zich geen rekenschap gegeven hebben van de naar schatting 800.000 migrantenchristenen in Nederland, voornamelijk te vinden in en rond Amsterdam, maar ook in andere delen van ons land.
AI vele jaren is in ons land het SKIN actief, de Stichting Samen kerk in Nederland, die werkt aan de inburgering van christenen uit andere culturen en die migrantenkerken in contact wil brengen met de Nederlandse kerken, de overheid en andere organisaties. (De Protestantse Kerk gaf twee jaar geleden over de migrantenkerken de brochure Geboren in Sion uit). Als reformatorische scholen eens beginnen met het organiseren van ontmoetingen tussen hun leerlingen en deze christenen, worden massieve vooroordelen tegen 'de buitenlanders' effectief bestreden. Het zal beschamend zijn zelfs te ontdekken hoe betrokken migrantenchristenen voor het geseculariseerde Nederland bidden.

Tolerantie op school
Het generaliserende en ook onbijbelse denken van de meeste reformatorische leerlingen kan een vervelend onbedoeld neveneffect hebben. Immers, reformatorische scholen worden nogal eens scheef aangekeken vanwege van de samenleving afwijkende standpunten die wél op het Woord van God zijn gebaseerd. Neem de weigering uit oktober 2004 om het scholierenblad Expreszo onder leerlingen te verspreiden. Deze mede door het ministerie van onderwijs gefinancierde uitgave ging over tolerantie op school en beoogde homoseksualiteit bespreekbaar te maken. De hoofdredacteur van Expreszo toonde zich verontrust dat het COC, de vereniging tot integratie van homoseksualiteit, op steeds minder scholen voorlichting mag geven en D66 stelde er uiteraard direct Kamervragen over. Door de buitenwacht zal een visie op homoseksualiteit en op de aanwezigheid van allochtonen al te gemakkelijk in één adem worden genoemd. Ten onrechte.
Het in de schoolpraktijk handen en voeten geven aan het bijbelse spreken over homoseksualiteit heeft niets met intolerantie te maken, hoezeer deze vrijheid van scholen in onze samenleving onder druk kan staan. In zo'n context zal een schoolleiding beleid moeten uitzetten dat consequent uit Gods Woord opkomt - en daarin past balen van buitenlanders in algemene zin zeker niet. Een imago van discriminatie kan de reformatorische scholen door een onderzoek als van Refl!ts snel krijgen, zodat het ook om die reden zaak is ongenuanceerde gedachten over buitenlanders effectief te bestrijden.

Molukse moslims
Een bijbels zicht op de vreemdeling in ons midden heeft niets van doen met naïviteit ten aanzien van de toenemende dominantie van de islam in ons land. Het blad Elsevier zette onlangs op een rij welke incidenten er plaatsvonden, sinds de eerste groep moslims (Molukse militairen) in 1951 naar Nederland kwam. Een paar voorbeelden:
- de Turkse overheid verzet zich tegen het Nederlandse beleid geen buitenlandse imams meer toe te staan (maart jl.);
- bij een tentoonstelling over Istanboel in de Nieuwe kerk wil de Turkse overheid dat bepaalde hoofdstukken geschrapt worden, wat gebeurt (februari);
- cabaretier Youp van 't Hek - 'ik Iet wel op mijn woorden' - zegt beducht te zijn voor het maken van 'islamgrappen' (januari);
- het CNV oppert het plan een christelijke feestdag in te ruilen voor een islamitische, maar trekt dit in na protest uit de achterban (oktober);
- een ondernemer zegt over twee jaar een islamitisch ziekenhuis in Rotterdam te willen (september).
Vele, vele voorbeelden extra zijn te geven.
Nederland is wel degelijk gestempeld door de joods-christelijke traditie en de erfenis daarvan mag beslist niet verloren gaan door een al te welwillende houding ten aanzien van de islam, waarbij voortdurend toegegeven wordt aan (zachte) druk uit islamitische landen. Integratie is iets anders dan een Nederland wezensvreemde cultuur ook in het publieke leven geheel op de kaart zetten.

Gastvrijheid
Meer en meer zullen christelijke scholen hun leerlingen moeten toerusten in het omgaan met de moslimnaaste. Dat mag vanuit de verwondering dat de God van Israël ons en onze kinderen heeft opgezocht - een werkelijkheid die met Pinksteren is beleden. De filosoof René van Woudenberg gaf zijn laatste boek de titel Als ik in Bagdad was geboren was ik moslim, geweest, wat geen bewijs is van levenslot maar van Gods verkiezing. Die verkiezing zet een streep door elk superioriteitsgevoel. Nederland is door de eeuwen heen een gastvrij land geweest, ook voor mensen met een andere cultuur of godsdienst. Dat kwam door de betrekkelijke welvaart, door de handelsgeest maar soms ook door het calvinistische karakter van ons land: zo'n 150.000 protestantse Vlamingen en Walen ontvluchtten in de zeventiende eeuw de vervolging, evenals tienduizenden Franse hugenoten. Hoe kwetsbaar hun positie was, bleek vrijwel direct in tijden van economische neergang.
Waar de Bijbel voor reformatorische scholen richtsnoer is, is onderwijs over de plaats van de vreemdeling nodig, een woord dat in Oude en Nieuwe Testament voorkomt. Onder Israël zien we dat de vreemdeling niet verdrukt mocht worden, maar dat het volk tegelijkertijd de 'vreemde goden' niet mocht overnemen! De Heere benoemt dit diverse keren in hetzélfde bijbelvers: 'De vreemdeling, die als vreemdeling bij u verkeert, zal onder u zijn als een ingeborene van u; gij zult hem liefhebben als uzelf; want gij zijt vreemdelingen geweest in Egypteland; Ik ben de HEERE, uw God!' (Lev. 19:34)
De zorg voor Ruth is een voorbeeld van de zorg die God bevolen had ten aanzien van de vreemdeling. Ds. H. Veldhuizen wijst er in zijn boek Christenen ontmoeten moslims (een deel uit de Artios-reeks van de Gereformeerde Bond, dat binnen afzienbare tijd zal verschijnen - en alvast een aanrader voor de bezinning op scholen!) op dat zowel in de wetgeving voor Israël als in het spreken van profeten (Jeremia en Ezechiël) inzake het doen van gerechtigheid de vreemdeling zelfs eerder genoemd werd dan wees en weduwe. Voor de autochtoon en de allochtoon gelden daarbij Gods wetten en inzettingen.

Catechismusprediking
Gastvrijheid en herbergzaamheid zijn ook in het Nieuwe Testament niet tweederangs; denk aan de woorden uit Mattheüs 25 over de komst van de Zoon des Mensen in Zijn heerlijkheid: 'Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij geherbergd.'
Deze bijbelse lijnen zullen in de prediking en de catechese wellicht weinig aandacht krijgen - en dat is meer dan jammer. In de leerdienst - hoe actueel is de catechismus! - kan dit bij de behandeling van de Tien geboden. Zowel het eerste, 'Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben', als het vierde, dat spreekt over de vreemdeling in onze poorten, biedt daarvoor een goede gelegenheid.
Ik noem harde uitspraken over moslims van reformatorische scholieren ook een aanklacht voor degenen die (kerkelijk) onderwijs geven en voor het geheel van de gereformeerde gezindte, de vele goede (lokale) initiatieven ten spijt. Evenzeer uitgezonderd het werk van Evangelie & Moslims of van de Stichting Gave, die zomers in multiculturele kampen jongeren bijeen brengen en allochtone kinderen met het evangelie in aanraking brengen. Harde uitspraken komen voort uit liefdeloosheid, terwijl juist de liefde onze naaste voor Christus dient te winnen.
Het nadenken over de vreemdeling in ons midden brengt bij de identiteit van een kind van God. Die heeft een positie als vreemdeling, omdat zijn burgerschap in de hemel is. Daar is het vaderland van vreemdelingen. Zo spreekt Petrus de lezers van zijn brief, verstrooid in allerlei richtingen, aan. Juist diegenen zullen door hun levenswandel God verheerlijken, door te zegenen, door met innerlijke barmhartigheid bewogen en vriendelijk te zijn (1 Petr. 3:8, 9). Zo te leven geeft ons een goed geweten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Wel gastvrij, geen afgoden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's