Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De handoplegging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De handoplegging

BIJBELTEKST BEGREPEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een indrukwekkend en ontroerend ogenblik wanneer een kandidaat wordt bevestigd tot predikant. Geknield ontvangt hij de zegen van de HEERE. Een aantal predikanten geeft hem onder handoplegging bijbelteksten mee. Schriftwoorden, die (later) tot diepe troost en bemoediging zijn

Er wordt in de Schrift een aantal keren gesproken over handoplegging bij de bevestiging in het ambt. Waarom functioneert de handoplegging wel bij de bevestiging tot predikant en niet bij de bevestiging tot ouderling of diaken?
De vraag is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. De onder ons gangbare situatie is inderdaad meestal zo dat alleen predikanten onder handoplegging bevestigd worden. Er zijn echter ook gemeenten, waar handoplegging bij de bevestiging van ouderlingen en diakenen gepraktiseerd wordt. In de huidige kerkorde wordt de mogelijkheid daartoe geboden (Ord. 3-6-11). Toch proeven we een verschil. En de vraag is naar het waarom van dat verschil. In beide gevallen gaat het toch om bevestiging in het ambt?
Volgens het Dienstboek, een proeve, die de zojuist genoemde kerkordelijke mogelijkheid ten aanzien van handoplegging bij ouderlingen en diakenen honoreert, is de betekenis van de handoplegging dan wel verschillend. Bij de bevestiging tot dienaar van het Woord drukt de handoplegging (door de aanwezige predikanten) de voortgang van het apostolisch getuigenis uit; bij de bevestiging tot ouderling of diaken gaat het om de opbouwen toerusting tot het dienstbetoon van de gemeente.

Schriftgetuigenis
Hoe spreekt de Schrift eigenlijk over de handoplegging en welke betekenis heeft zij dan? Bij het oudtestamentische offer beduidt handoplegging overdracht van zonden en schuld. We lezen verder over handoplegging bij de Levieten, om hen zo voor de dienst van de HEERE af te zonderen (Num. 8:10). Als Mozes bij Jozua de handen oplegt, dan draagt hij daarmee zijn bevoegdheid over (Num. 27:18).
In het Nieuwe Testament lezen we over de zeven diakenen, die de handen krijgen opgelegd (Hand. 6:6); over Paulus en Barnabas die na handoplegging worden uitgezonden (Hand. 13:3). In 1 Timotheüs 4:14 herinnert Paulus Timotheüs aan de handoplegging die aan hem geschiedde door de oudsten en maant hem vervolgens niemand al te haastig de handen op te leggen (1 Tim. 5:22). Samenvattend zien we dat handoplegging dus vooral functioneert als een uiterlijk teken waarmee afzondering en toewijding tot de dienst van de HEERE wordt gesymboliseerd.

Calvijn
We kunnen de praktijk van de vroegchristelijke gemeenten niet zomaar overzetten op de situatie nu. Daarvoor zijn er - naast overeenkomsten - ook duidelijke verschillen. We zien daarom in de loop van de (kerk)geschiedenis rondom het punt van de handoplegging nogal wat discussie. Dat kunnen we niet allemaal bespreken in deze (korte) bijdrage.
Calvijn stelt dat we op grond van het Schriftgetuigenis de handoplegging mogen zien als inwijding tot de ambtelijke dienst. Ook al wordt de handoplegging ons in de Schrift nergens expliciet geboden, het mag ons - omdat de Schrift er nadrukkelijk melding van maakt - toch wel als een gebod zijn. Verder is de handoplegging een zichtbaar teken die de waardigheid van het ambt onderstreept. Degene die onder handoplegging tot de dienst geroepen wordt, wordt zo nadrukkelijk herinnerd aan het feit dat hij niet meer eigen meester is, maar onder Gods bevel staat. We merken bij Calvijn ook enige terughoudendheid op als hij ten slotte waarschuwt voor superstitieus (= bijgelovig) gebruik (Institutie, boek IV, hfdst. 3, 16). Ongetwijfeld doelt hij hier op een magisch verstaan van de handoplegging, waarmee genadegaven automatisch worden overgeleverd. Een middeleeuwse gedachte, waar de reformatoren fel tegen gekant waren.
De vraag is hiermee nog niet afdoende beantwoord. Waarom wel handoplegging bij de bevestiging van dienaren van het Woord en niet bij ouderlingen en diakenen? Er zou een pleidooi gevoerd kunnen worden om het dan toch in beide situaties te doen. Er zijn Schriftgegevens die deze praktijk kunnen ondersteunen. We kunnen daarbij Calvijns interpretatie voegen dat handoplegging een diepe symboliek is van het staan onder de heerschappij van Christus.
Anderzijds is er - hoewel in beide gevallen sprake is van ambt - toch ook verschil in ambt. Een predikant draagt zijn ambt het leven lang. Dat is bij andere ambtsdragers niet het geval (al wordt hierover verschillend gedacht). De bevestiging tot predikant krijgt hierdoor een zwaarder accent.
In onze tijd nemen we een sterke hang naar (nieuwe) rituelen en symbolen waar. Het is daarom goed om de reserve van Calvijn in dezen goed te overwegen. Het diepe gegeven dat de handoplegging uitdrukt, kan (bv. door veelvuldig gebruik) aan betekenis verliezen.

Vragen voor de rubriek 'Bijbeltekst begrepen' kunnen word en ingestuurd naar de redactie (adres zie colofon op pag. 7) of gemaild naar geref.bond@tiscali.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2007

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De handoplegging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2007

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's