Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zin van uitroeien

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zin van uitroeien

GEWELD IN HET OUDE TESTAMENT [2]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarom moest in Jericho alles met de ban geslagen worden? Dat betekent toch: alles uitroeien? Hoe moeten we dit soort wreedheid plaatsen?

Om de houding na de val van Jericho te begrijpen, moeten we bedenken dat door veroveraars in die tijd met de buitgemaakte bezittingen en gevangen genomen slaven werd gepronkt. Hoe meer buit een vorst had gemaakt aan spullen en slaven, hoe meer hij zijn macht kon tonen. Daarom sleepten koningen en keizers tijdens hun triomftochten door hun hoofdsteden zoals Ninevé, Babylon of Rome buit en slaven achter zich aan om te laten zien hoe machtig ze waren.
Dat mag Israël nu juist niet doen. Alle buit is voor de HEERE, want Hij gaf de overwinning. Dat betekent hier de ban. Straks bij de inneming van Ai mogen ze wel buitmaken voor zichzelf, maar nu nog niet. Het gaat in deze teksten dus niet om het verheerlijken van geweld. Geweld is nooit een zelfstandig thema in het Oude Testament.
Toch blijven teksten zoals Jozua 6:21 en vooral 1 Samuel 15:3, waarin we lezen dat God Saul via de profeet Samuel expliciet de opdracht geeft Amalek uit te roeien, nog wel erg hard. Waaraan hebben die mensen dat verdiend?

Amalek
In 1 Samuël 15:3 krijgt Saul van God de opdracht Amalek uit te roeien. Hij moet iedereen doden: man en vrouw, kind en zuigeling, rund en schaap, kameel en ezel. Dit is wel de hardste tekst uit het Oude Testament. Als deze opdracht echt van God komt, doet Hij dan niet hetzelfde als de nazi's deden: onschuldige kinderen uitroeien? Of lijkt juist Amalek meer op de nazi's en is dit uitroeien van 'nazi-Amalek' juist goed?
Laten we om dat te kunnen beantwoorden eens kijken naar wat Amalek op zijn geweten had. Toen Israël door de woestijn trok, had Amalek Gods volk steeds aangevallen en gedwarsboomd. Het volk Amalek, dat in de woestijn leefde, wilde het volk Israël niet doorlaten. Het wilde Israël het liefst helemaal uitroeien. Amalek ontkende Israël en dus ook de God van Israël.
Deze goddeloosheid uitte zich in laffe daden. In Deuteronomium 25:17-18 lezen we welke laffe daad Amalek deed. Toen het volk Israël vermoeid was op zijn tocht door de woestijn en het in de achterhoede alle vrouwen en kinderen, ouderen, zieken en zwakken had opgesteld, viel Amalek juist daar aan. Deze laffe daad bewijst zijn bijzondere goddeloosheid.
Nu was Amalek in die tijd al gedeeltelijk verslagen. En dat op een bijzondere manier. Als Mozes zijn armen omhooghield won Israël. Liet hij ze zakken, dan verloren ze. Toen Mozes moe werd, ondersteunden Aäron en Hur zijn armen.
Hierin ontdekken we al de andere lijn die God met mensen voor heeft, namelijk dat het volk door de liturgie zal strijden. Bijvoorbeeld: door gebed, want de armen omhoog was toen een gebedshouding. Zo legt Mozes de strijd in Gods handen. Daaruit spreekt de overtuiging dat God voor ons zal strijden en uiteindelijk zal overwinnen. Ik kom daar nog op terug.
Nu was Amalek in de tijd van Saul nog niet helemaal uitgeroeid. Daarom bleef het volk een gevaar voor Israël. Door zijn barbaarse methoden bleek dat het totaal geen ontzag voor God had. Door het grote onrecht dat Amalek had gedaan, heeft het volk het recht op voortbestaan verspeeld. Daarom moet Saul het nu treffen met de ban.

Met wortel en tak uitroeien
De ban wil ook zeggen dat de maat van hun ongerechtigheid vol is. Het moet nu een keer ophouden. Amalek wordt dus niet onrechtvaardig gestraft. Wie de zwakken en weerlozen, ouderen, zieken en kinderen van een ander volk vernietigt, roept de vernietiging over zichzelf af. Al in Exodus 17:14 en Deuteronomium 25:19 is de ondergang van Amalek voorspeld. Nu is het zover. De maat is vol en Saul moet dit oordeel gaan uitvoe­ren. Hij krijgt nog één keer de kans om te laten zien dat hij Gods dienaar wil zijn. Want het geweld dat Amalek vertegenwoordigt, moet verbannen worden. De ban is hier niet wreed. De ban moet juist het kwaad inperken, in de ban doen. Het kwaad heeft al te lang voortbestaan en moet nu maar eens met wortel en tak uitgeroeid worden, voor het weer de kop op kan steken.
Zoals we in 1 Samuël 15 kunnen lezen, deed Saul dat niet. Het beste vee deed hij niet in de ban en ook koning Agag liet hij leven. Wat dat niet-uitroeien tot gevolg had kunnen we zien in het boek Esther. Daar lezen we over Haman 'de Agagiet' (bv. Esth. 3:1; 8:3), de wrede nakomeling van de wrede koning Agag. Als Saul, de zoon van Kis, een Benjaminiet Gods oordeel zou hebben voltrokken, zou deze Haman er niet zijn geweest en dan zou het Joodse volk niet zo vervolgd zijn.
Maar gelukkig is daar ook die Joodse man, 'Mordechai, een zoon van Jaïr, de zoon van Simeï, de zoon van Kis, een Benjaminiet' (Esth. 2:5). Opnieuw staan Israël en Amalek tegenover elkaar. Zal deze achterneef van Saul niet voor de godevijandige macht knielen?

Hitler
Als wij dus vragen of het niet wreed is dat God Amalek in de ban wil doen, moeten we ook vragen hoeveel leed Amalek Israël al niet had aangedaan. We zouden ons zelfs kunnen afvragen of God al niet veel eerder had moeten ingrijpen, zoals veel mensen zich dat ook afvragen bij de gebeurtenissen in 1940-'45. Had God toen ook al niet veel eerder het 'Amalek van Hitler' in de ban moeten doen? Het gaat in deze teksten dus niet om geweld, maar om recht en om het leven dat daardoor mogelijk wordt. Bovendien, als Amalek zich had bekeerd, zoals Ninevé destijds op de prediking van Jona, had God dan ook niet 'Zijn brandende toorn laten varen' ten opzichte van Amalek?

De ark in het leger
Een volgend punt - het vierde, na de drie punten van vorige week - is dat we in het Oude Testament teksten tegenkomen die doen vermoeden dat het volk Israël ook wel eens teveel aan Gods wil heeft willen toeschrijven. Dat is overigens iets van alle tijden. Tijdens de kruistochten zei men ook: 'God wil het, God wil het' en de Duitsers hadden Gott mit uns op de koppelriemen van hun uniformen staan.
Met dit soort gedrag spannen mensen God voor hun karretje en dat konden de Israëlieten ook, zoals we kunnen lezen in 1 Samuël 4. Toen de Israëlieten weer eens strijd voerden met de Filistijnen en aan de verliezende hand waren, haalden ze de ark van het verbond uit de tempel en brachten die in het leger. Ze juichten toen ze de ark zagen en dachten dat deze hen zou verlossen.
Tegen hun verwachting in verloren ze echter de strijd. Ze dachten namelijk op deze manier de HEERE God voor hun strijdkarretje te kunnen spannen.

Volkstelling
Op soortgelijke wijze lijken bepaalde oudtestamentische schrijvers ook wel eens te veel aan God toe te schrijven, terwijl andere oudtestamentische auteurs daar dan weer op reageren. Een voorbeeld daarvan is de volkstelling van David. In 2 Samuël 24:1 lezen we dat God toornig op Israël is en daarom David de opdracht geeft het volk te tellen.
Nu telde een koning in die tijd zijn volk vooral om te weten te komen hoeveel sterke mannen er waren, die hij dan in de strijd kon inzetten. Tellen wilde dus zeggen dat je keek naar je (eigen) macht. In Israël was het zondig als de koning zijn soldaten telde, vanuit de gedachte dat je niet op je eigen macht maar op God moest vertrouwen.
Daarom lezen we in Deuteronomium 17:16-17 ook dat de koning niet te veel paarden mocht hebben. Wie veel paarden hield, deed dat namelijk voor de cavalerie en voor de krijgswagens. De koning van Israël mocht dat niet, omdat Israël dan te veel zou gaan lijken op de grote krijgsmacht van Egypte.
Om dezelfde reden moest ook Gideon zoveel manschappen wegsturen om er uiteindelijk maar driehonderd over te houden.
Daarom lijkt het vreemd dat God David aanzet tot deze zondige daad van tellen, alsof God dergelijk machtsvertoon zou wensen. Later schrijft de kroniekenschrijver preciezer over deze geschiedenis. Daar lezen we namelijk dat satan David aanporde Israël te tellen.(1 Kron. 21:1).

Gods toelating
De kroniekenschrijver vond blijkbaar dat 2 Samuël verkeerde interpretaties zou kunnen oproepen, namelijk dat God tot het kwade aanzet. Uit het vervolg van 2 Samuël 24 blijkt ook wel dat dit een verkeerde interpretatie is. Daar lezen we dat David wel begrijpt dat het verkeerd was het volk te tellen: 'Ik heb zeer gezondigd' (v.10), zegt hij. God beaamt dat en David krijgt straf. Met andere woorden: al lijken sommige schrijvers van het Oude Testament bepaalde handelingen direct toe te schrijven aan God, dat wil nog niet zeggen dat deze handelingen ook zo direct aan God toe te schrijven zijn.
We zouden ons hierbij ook nog kunnen afvragen hoe we 2 Samuël 24 en 1 Kronieken 21 met elkaar in overeenstemming zouden kunnen brengen. Wellicht zouden we kunnen zeggen dat de Boze David verleidt en hem ertoe aanzet om te gaan tellen, maar dat dat wel gebeurt onder Gods toelating, zoals de kanttekeningen van de Statenvertaling voorstellen.

Volgende week zullen we zien dat de Bijbel vooral oproept de strijd aan God over te laten en dat Zijn volk in deze wereld vooral moet strijden door de liturgie. Bovendien zullen we zien dat God een hele geschiedenis met de mensheid gaat om Zijn doel te bereiken.

A.H. van Veluw

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De zin van uitroeien

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's