Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pleidooi voor doelgroep

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pleidooi voor doelgroep

Dr. Post verdedigt in proefschrift vierde ambt

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij moeten de kerkstructuur ontwikkelen die wij nu nodig hebben. Dr. H.A. Post denkt met deze stelling in zijn dissertatie over de kerkelijk werker en het ambt voluit in de traditie van Calvijn te staan.

Calvijn zou volgens dr. Post met zijn ambtsstructuur de kerk in zijn tijd en situatie in staat hebben gesteld aan haar roeping te kunnen voldoen. Volgens de promovendus wordt onze context gekenmerkt door een noodsituatie rondom de kerkelijk werkers.
De laatste jaren hebben via allerlei hbo-opleidingen, waaronder ook 'onze CHE', veel kerkelijk werkers hun opleiding afgerond. Maar.de manier waarop ze vervolgens ingezet worden in de gemeente, is volgens empirisch onderzoek dat Post verrichtte, een bron van onvrede, frustratie en conflict.
Vooral omdat een kerkelijk werker in de praktijk vaak fungeert als vervanger van een te dure predikant. Maar terwijl hij het werk van een predikant doet, staat hij wel buiten de huidige ambtsstructuur, zonder het gezag en de waardering die een predikant geniet.
Bovendien is zijn positie kerkordelijk nauwelijks geregeld. De auteur heeft duidelijk moeite met de manier waarop de synode met dit vraagstuk tot heden is omgegaan. Door heel de dissertatie heen proef je dat Post volop partij is. Dat hij opkomt voor zijn doelgroep. Daardoor heeft zijn werk iets van een apologie gekregen.
Veelzeggend is in dit opzicht het feit dat hij praktisch geen enkele klacht of frustratie van zijn beroepsgroep nuanceert. Dat die klaagt 'niet voor vol' te worden aangezien en dergelijke, kan mijns inziens terzijde geschoven worden. Een notarisklerk wordt ook anders gewaardeerd dan de notaris.

Vragen om problemen
Zijn pleidooi om een deel van de kerkelijk werkers te laten instromen in het ambt van dienaar des Woords, waarbij het predikantschap dan wel geledingen moet kennen, is mijns inziens vragen om problemen. Een hbo-opleiding theologie - ik spreek in dat opzicht een beetje uit ervaring omdat ik er jaren lesgegeven heb - is niet gericht op het bijbrengen van een wetenschappelijke habitus, maar meer op pastorale competenties en dergelijke.
In zijn dissertatie valt Post mijns inziens op dit punt juist door de mand. Zonder zelfstandig onderzoek naar de nieuwtestamentische Schriftgegevens te verrichten, trekt hij een oordeel over de gereformeerde ambtsstructuur aan de hand van onderzoek van anderen. Ik vrees dat dit ook zal gebeuren als kerkelijk werkers worden toegelaten tot het ambt van predikant. Zelfstandig onderzoek van de Schrift zal voor velen niet tot de competenties behoren. Daardoor zullen 'gevonden verrassingen' vanuit de Schrift node gemist worden.
Het argument dat bij veel academisch gevormde predikanten die 'gevonden verrassingen' ook zouden ontbreken, snijdt geen hout. Dan verhef je een ongelukkige situatie tot norm.

Vierde ambt
De oplossing die de promovendus aanreikt, is vooral uitbreiding naar een vierde ambt, wat volgens hem niet op gespannen voet staat met de Schriftgegevens. Dat daardoor de gereformeerde ambtsleer, die drie ambten telt, onder druk komt te staan, nuanceert hij door - zoals ik al zei met behulp van 'secundaire literatuur' - aan te tonen dat Calvijn ook nogal creatief met de nieuwtestamentische Schriftgegevens is omgegaan en zelfs tot vier ambten kwam. Daar de reformator rekening hield met wat de kerk in zijn tijd nodig had, zouden wij in onze tijd moeten overgaan tot een vierde ambt: dat van de kerkelijk werker.
Calvijns pleidooi voor een vierde ambt - dat van leraar der kerk - komt ten diepste echter helemaal niet voort uit de situatie van zijn tijd, maar uit de hoogheid van het Woord Gods, dat in de kerk om een dergelijk ambt vraagt. Het beroep van Post op een vierde ambt van kerkelijk werker komt daarentegen veeleer voort uit een onderschatting van het hoge ambt van dienaar des Woords!
Zonder de gereformeerde ambtsstructuur te willen verabsoluteren - vanuit de nieuwtestamentische gegevens is immers moellijk een ambtsstructuur te destilleren - zou ik de promovendus bovendien willen herinneren aan dr. A.F.N. Lekkerkerker, die stelde dat de uitgewerkte ambtsleer van Calvijn 'tot nog toe niet is overtroffen' (In: Oorsprong en functie van het ambt). Laten we ook niet vergeten dat er geen ambtsstructuur is waarin we de ambten van Christus zo duidelijk weerspiegeld zien als de gereformeerde.

Subjectief
Bovendien zijn de auteurs die Post heeft geraadpleegd over het ambt, nogal subjectief. Waarom zoveel aandacht aan dr. A.A. van Ruler - terwijl bij hem exegese van de Schriftgegevens met betrekking tot het ambt ook nagenoeg achterwege bleef, en dr. C. Graafland opmerkte dat veel van wat Van Ruler op dit punt aanreikte, moet worden gezien als een mengvorm van bijbelse gegevens en speculatief-theologische inkleding daarvan (pag. 215) - en zo weinig aan iemand als dr. O. Noordmans? Omdat laatstgenoemde misschien zei dat het niet aan ons is om voor een op zichzelf nodige en nuttige arbeid een nieuw ambt te scheppen? En dat leren, regeren en dienen de drie fundamentele functies zijn waartoe eigenlijk alles kan worden teruggebracht en die men zich in de hemelse kerk niet behoeft weg te denken (zie pag. 235)?
Van hieruit verdient volgens mij het pleidooi van dr. A. Noordegraaf voor de kerkelijk werker als diaken, nadere doordenking.

Concurrentie
In het laatste deel gaat Post, die ook bedrijfskunde heeft gestudeerd en gepromoveerd is in de economie, in op de bedrijfsmatige, oftewel de 'organisatiekundige' kant van deze zaak. De kerk is volgens hem een professionele organisatie. Van hieruit stelt hij een geleding binnen de ambten voor in juniorpredikanten, predikanten en seniorpredikanten, teneinde de 'professionaliteit van de beroepskrachten gericht en doelmatig te bevorderen' (pag. 282).
Jammer dat we door het heel dit werk iets van een soort concurrentiestrijd ten opzichte van de predikant proeven. De onderzoeksvraag luidde wat de geëigende positie van de kerkelijk werker in de kerk is. Die geëigende positie moet er zeker komen. Maar laat er in de kerk, vanuit beide 'beroepsgroepen' toch niet zoiets zijn als concurrentie.
Het werk in de wijngaard is veelkleurig en veelzijdig. Niet iedereen hoeft dominee te zijn. Daniël 12 zegt zo mooi dat de leraars eenmaal zullen blinken als de glans van het uitspansel, en die er velen rechtvaardigen als de sterren, altoos en eeuwig. En de 'leraren' zijn daar echt niet alleen de dominees!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Pleidooi voor doelgroep

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's