Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godsvrucht en geleerdheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsvrucht en geleerdheid

Academische vorming voor predikant ter discussie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de actuele discussie over de plaats van de kerkelijk werker gaat het vaak over de noodzaak van een academische vorming voor een predikánt. Wie daarvoor blijft pleiten, krijgt nogal eens het verwijt geen ruimte te willen geven aan de kerkelijk werker. Een misverstand!

In april 2005 besloot de synode van de Protestantse Kerk het Latijn niet langer verplicht te stellen bij de opleiding tot predikant. Anderhalf jaar later spraken de synodeleden over het voorstel om te komen tot één beroepsgroep voor predikanten en kerkelijk werkers, de zogenoemde hbo-theologen. Op die momenten gaan de golven van emotie's hoog, omdat de noodzaak van de klassiek geschoolde dominee gelukkig kerkbreed gezien wordt. Dan wordt de spanning ervaren tussen wat de gemeente soms genoeg vindt - een vlotte dominee, die goed met de jeugd kan en attent is voor de ouderen - en wat de kerk ten principale als eis voor de dienaren van het Woord moet houden: mensen die zelfstandig kunnen denken en oordelen, die de noden van het menselijk hart kennen.
Dr. W.H. ten Boom noemde het besluit het Latijn te laten vallen 'een laffe messteek in de toga van de klassieke predikant' en sprak over het doorsnijden van de navelstreng tussen Jeruzalem en Utrecht, 'waardoor de kerk binnen één generatie op hbo-niveau belandt'. Het is een formulering als de laatste die de hbo-theologen geïrriteerd doet vragen: 'En wat is daar dan mis mee?'

Verwarde discussie
De discussie in de kerk is moeilijk zuiver te voeren. Want aan de ene kant zijn er kleine gemeenten die met zegen gediend worden door een kerkelijk werker. En aan dezelfde kant lijkt er een tekort aan predikanten in de Protestantse Kerk te ontstaan. De vraag waarom de kerkelijk werker - met name in regio's waar de predikantennood groot is - alles mag doen behalve het Woord bedienen, is begrijpelijk. Echter de praktijk moet nooit ons uitgangspunt zijn en ons beleid bepalen. Ik zeg Henk Boerman de door hem gebruikte formulering (zie pag. 8 en 9) daarom niet na. We zoeken onze op de Bijbel gebaseerde overtuiging wel in de concrete praktijk toe te passen, rekenend met een weerbarstige realiteit.
Daarom is er ook de andere kant, namelijk dat de kerk vanouds grote waarde hecht aan de academische vorming van de predikanten. Daar is niets mis mee. Sterker: daar is alles voor! Wie daarvoor pleit - en dat doen we in dit artikel en in het geheel van dit nummer van De Waarheidsvriend -  mag niet het verwijt krijgen geen oog te hebben voor de betekenis van goed opgeleide kerkelijk werkers voor de opbouw van de gemeenten. Die is er zeker.

Reformatie
Opvallend is dat de noodzaak van een academische vorming niet alleen gerelativeerd wordt door mensen die hameren op het belang van praktische vaardigheden, maar ook in orthodox-gereformeerde kerkgenootschappen lang omstreden is geweest. Pas twintig jaar na de vorming van de Gereformeerde Gemeenten - nu honderd jaar geleden - werd de Theologische School van dit kerkverband opgericht.
Wetenschappelijke kennis van de achtergronden van de Schrift werd lang als een tegenstelling met kennis van Christus gezien.
Langzaamaan hebben leidinggevenden in de Gereformeerde Gemeenten ingezien dat ze hierin niet het gereformeerde spoor gingen. Kennis van de leer staat niet haaks op gemeenschap met de Heere.
Ook in de Reformatie werd deze discussie gevoerd: met de wederdopers. Deze negeerden het belang van de kennis van de bijbelse talen Hebreeuws en Grieks, omdat de ingeving van de Heilige Geest voldoende zou zijn om in de gemeenten voor te gaan. Calvijn - nota bene theoloog van de Heilige Geest - ging hierin niet mee en bepleitte met Zwingli dat predikanten onderwezen werden in de klassieke en bijbelse talen en in de godgeleerde wetenschap.

Het allerbest gediend
In de kerk van Nederland is deze reformatorische lijn overgenomen. Zo sprak de synode in 1620 in Utrecht uit: 'De kerkenordening geeft genoeg te verstaan dat de kerk van Christus het allerbest gediend wordt met personen, die benevens de vreze Gods en andere christelijke deugden ook wetenschap en geleerdheid hebben.' De reguliere weg tot het ambt van predikant was daarom: eerst studie en een examen.                                                                                                                                                                                               ***       

Nu is een beroep op de Reformatie op zich onvoldoende. Daarom is het goed erop te wijzen dat de reformatoren zich dienaren van het Woord wisten. 'Mijn theologie heb ik niet ineens geleerd, maar ik heb er steeds dieper naar moeten graven', zei Luther. Door ijverige studie wilde hij de juiste betekenis van het Woord op het spoor komen, de verborgenheden van het Koninkrijk van God.
Ook Calvijn heeft hoog van de prediking opgegeven, waar hij de predikers 'deurwachters van het koninkrijk der hemelen' noemde. Daarom is een predikant allereerst Schriftgeleerde, dienaar van het Woord. 'Als de prediking er niet meer is, wordt het verlossingswerk van Christus ijdel.' Die prediking werd in Genève gedragen door een zorgvuldige exegese van de Bijbel, een nauwkeurig onderzoeken van de openbaring van God. Daartoe moet de kerk de predikanten opleiden!

Samenhang
Het gaat hier om degenen die, schrijft Paulus (1 Tim. 5:17), arbeiden in het Woord en in de leer. Dat is arbeid die zware inspanning vraagt! Wie de gemeente wil bouwen, door nieuwe en oude schatten uit het evangelie te delven, zal daar bekwaam voor moeten zijn. Zo eenvoudig is dit vanouds gesteld. Tot die bekwaamheden behoren het lezen van de Bijbel in de taal van het Oude (Hebreeuws) en Nieuwe Testament (Grieks). God komt tot ons in menselijke talen - en die talen moeten voorgangers verstaan. Anders zou het zomaar kunnen dat zij hun eigen gedachten op de kansel brengen. Telkens zal de bron opgezocht moeten worden, om meer van God te weten te komen.
'Theologie als de wetenschappelijke kennis van de waarachtige God is op het nauwst verbonden met de Heilige Schrift', schrijft ds. A. van Brummelen. Door de uitleg en toepassing van Zijn Woord brengt God de kerk tot stand en worden mensen aan Hem en elkaar verbonden. Daarbij gaat het ook om de samenhang van alles wat de Bijbel ons over de drie-enige God leert. Niemand zal toch kunnen volhouden dat we die verantwoordelijkheid aan hbo-theologen - met respect voor hun kennis en vaardigheden - moeten toevertrouwen?
Wie predikanten in de gemeente met minder bagage laat werken, onderschat hun taak. Waar verscheidenheid aan opvattingen groeit, moet de ambtsdrager het vandaag doen met het gezag van het Woord, niet met eigen uitstraling of een gebrek eraan. Laat de kerk daarom blijvend hen de instrumenten aanreiken om met de gemeente de Schriften te kunnen lezen.
Dat zeggen we met het oog op de gemeente, dat zeggen we ook met het oog op het spreken van de kerk in de samenleving.
Hoofdlegerpredikant ds. G. Bikker verwoordde onlangs in het Nederlands Dagblad dat wie als predikant in het leger wil dienen, een academische vorming nodig heeft.
Hij voegt er met nadruk aan toe dat regelmatig afgestudeerde hbo-theologen in het leger aan de slag willen, maar noemt hen als legerpredikant ongeschikt. Voor het gesprek met de moderne cultuur, voor het op een goede manier kunnen duiden van levensvragen van mensen en die verbinden met wat God van ons vraagt en ons belooft, is een denkniveau nodig dat boven dat van de kerkelijk werker uitgaat. Wat ds. Bikker beoogt, sluit aan bij wat prof.dr. F.G. lmmink in januari uitsprak bij de opening van de Protestantse Theologische Universiteit, namelijk dat de PTU niet alleen het christelijk spreken over God in verbondenheid met de geloofstraditie bevordert, maar ook streeft naar het bedrijven van theologie in dialoog met ontwikkelingen in samenleving en cultuur, zodat er oog is voor de ingewikkeldheid van de leefwereld van de moderne mens.
De traditie van academische geschoolde predikanten is onopgeefbaar. Wie dat erkent, vindt tegelijk ruimte om in de kerk samen na te denken over de positie van kerkelijk werkers en de nood van veel kleine gemeenten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Godsvrucht en geleerdheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's