Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Klein leed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Klein leed

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Klein leed. Zo heet het egodocument dat Betsy Udink schreef over de tijd in haar leven waarin ze te maken kreeg met een ernstige vorm van depressiviteit (2001). Ze was toen al bekend door haar debuut Achter Mekka (1999) over haar leven als journalist en diplomatenvrouw in Saoedi-Arabië en ze werd later bijna nog bekender door haar boek Allah en Eva (2006) over de positie van de vrouw in Pakistan. Ze gaf als toelichting bij de titel van haar boek: ‘Vergeleken met de grote rampen her en der op de wereld valt de depressiviteit van één individu onder het kopje ‘Klein leed’.’
Daar moest ik aan denken ter inleiding op de citaten die ik dit keer verzamelde uit de kerkelijke pers van de laatste weken. Het gaat daarin over wat je zou kunnen noemen ‘kinderleed’. Voor wie het overkomt, blijft leed altijd leed, verdriet, pijn.
Er zijn in onze samenleving nogal wat kinderen die lijden aan pijn. Pijn door ziekte, leed door de dood van papa of mama. Kinderen begrijpen soms niet waarom zoveel narigheid hun jonge en vaak nog ongerepte levens binnenkomt. Ze hebben daar de hulp van volwassenen dringend bij nodig. Er zijn vandaag ook steeds meer kinderen die verdriet hebben ‘omdat papa niet meer van mama houdt of omgekeerd’. Zij betalen in veel gevallen het gelag van de misstappen van volwassenen in de grote wereld om hen heen. Er is in onze samenleving ontzettend veel gebrokenheid waar kinderen en jongeren veelal de dupe van zijn.

In Opbouw, een veertiendaagse uitgave die verschijnt binnen de kring van de Nederlands Gereformeerde Kerken, schrijft mevrouw Ytje Veefkind een column. Dit keer (28 september) schrijft ze erboven ‘Zorg voor de lammetjes’.
De mama van Bart is gestorven. Op school merk je niet zoveel aan hem. Wel wil hij in de kring graag naast juf zitten. Dat kan niet altijd, er zijn ook andere kinderen die dat graag willen. Soms geeft hij juf zomaar een kus op haar hand. Bij Bart thuis wordt niet zoveel over mama gepraat. Papa is druk met de combinatie werk en huishouding, tobt bovendien met hulp en oppas. Iedereen is lief voor Bart, de opa’s en oma’s komen vaak.
Bart logeert wel eens bij familie en vriendjes. Maar er is niemand bij wie hij kan zijn zoals bij zijn eigen mama. Er staat een grote foto van mama naast zijn bed. Hij praat tegen de foto, maar mama op de foto zegt niets terug. In zijn kleine hart is een akelig gevoel dat niet over gaat. Mama is bij de Heere Jezus in de hemel. Maar wanneer komt Hij nou eens terug, want dan is mama er ook weer. Waarom duurt het zo lang?

En dit is het verhaal van Sophie. Zij is bijna zes jaar en haar zusje Merel wordt twee. Sophie woont in twee huizen. In het huis waar mama nu alleen woont.
En in het huis van papa en Klara. Bij papa is Sophie meestal vrolijk. Papa is heel lief voor haar. Hij gaat met haar naar de speeltuin. Naar de dierentuin. Soms naar een leuke kinderfilm. ’s Avonds brengt papa haar naar bed in een mooi kamertje. Hij leest haar een verhaaltje voor en soms twee. Ze krijgt een knuffel als hij naar beneden gaat: ‘droom maar lekker, mijn prinsesje’. En altijd vergeet hij iets. Dat doet Sophie dan maar alleen, op haar knietjes in bed. Ze denkt even aan mama, nee, niet huilen Sophie. Je bent een grote meid. Nog twee nachtjes en dan ga je weer naar mama. Maar als ze bij mama is moet ze vaak huilen, want dan mist ze papa zo.
Mama zegt: ‘Sophie, je bent mijn allerbeste vriendin. Nergens op de hele wereld is een meisje als jij, Sophie. Jij en Merel zijn mijn grootste schatten. Wij moeten samen sterk zijn, meidje. Mama is ook heel verdrietig. Papa hoort bij ons en niet bij Klara. Sophie wil dat het weer goed komt tussen papa en mama. Elke avond vraagt ze dat aan de Here God. Maar het gebeurt niet. Nu is ze vier dagen bij mama. Over een paar dagen gaat ze weer met Merel naar papa. Dan gaan ze vast weer ergens naartoe en Klara gaat mee. Als Sophie achter in de auto zit en haar ogen dicht doet, is het net of mama op Klara’s plaats zit. Dan is het weer als vroeger. Sophie is bijna zes jaar. Een klein meisje nog maar.

Wat kan de kerk doen aan jonge kinderen die heel direct met de gebrokenheid van het leven te maken krijgen? Of: hoe zorgen we voor lammetjes die het koud hebben?

De vragen van mevrouw Veefkind vragen om bezinning. Pastorale zorg dient er ook te zijn voor de kleinen in de gemeente. In de evangeliën valt steeds weer de aandacht die Jezus heeft voor de kinderen op. Hij stelt ze ten voorbeeld van de volwassenen als het gaat om duidelijk te maken wat het geloof naar zijn wezen is. Maar ook zegent en omarmt Hij hen heel nadrukkelijk. Ze horen net zo goed bij het koninkrijk van God als de volwassenen.

In De Wekker (orgaan van de Christelijke Gereformeerde Kerken) is wekelijks een column te lezen die bij toerbeurt door vier scribenten wordt verzorgd, vandaar de naam Kwartet.

Onlangs (28 september) was de beurt aan Frank Visscher. Hij is als neuroloog verbonden aan het Oosterschelde Ziekenhuis in Goes. Ook hij stelt vanuit zijn invalshoek het leed aan de orde dat echtscheiding veroorzaakt in het leven van kinderen en jongeren.
Onlangs werd ik door een kinderarts uit Den Haag opgebeld met de vraag of ik mee wilde doen aan een wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot ADHD. Deze stoornis treft meestal jongetjes en heeft als basiskenmerken: impulsiviteit en hyperactiviteit en tekort aan concentratievermogen. Het ging erom de erfelijke basis van deze aandoening vast te stellen. Haar argument om naar Zeeland te bellen was het feit dat in haar regio relatief maar weinig gewone gezinnen waren. Voorwaarde voor het onderzoek was namelijk dat het gezinnen moesten zijn met een vader en moeder en nog minimaal één ander kind van dezelfde ouders. Welnu, dit soort ouderwetse gezinnen schijnen bijna uitgestorven te zijn. Haar vooroordeel was dat wellicht in het safaripark Zeeland nog enkele authentieke exemplaren rondliepen.
Gelukkig kon ik haar, na verkregen toestemming, een aantal adressen doorgeven en als ik me niet vergis zal wel blijken dat ook deze aandoening een genetische basis heeft. Toen ik een moeder van een ADHD-jongetje vroeg of zij en haar man het onderling vol konden houden, gaf zij aan dat haar relatie gelukkig niet onder spanning stond. Zij zei me echter dat in de klas van het speciaal onderwijs van haar zoon alle ouders gescheiden waren. Allemaal! Nu is er een hele verhandeling te houden over de relatie tussen ADHD en gebroken gezinnen, maar het feit is dat deze structuurbehoeftige jongetjes thuis in een ingewikkelde sociale situatie zijn terechtgekomen.
Er lijkt een stille revolutie aan de gang. Ook in kerkelijke kringen lijkt een echtscheiding meer en meer geaccepteerd.
Natuurlijk zijn er omstandigheden waarin een scheiding echt onvermijdelijk is als het minste van twee kwaden. Echter, de consequenties voor de kinderen kan iedere pedagoog u vertellen. Hoe mooi verpakt ook, het blijft een drama en een traumatische ervaring. Zou er geen zegen op rusten om toch met elkaar verder te gaan, ook al ben je op elkaar uitgekeken? In tijden van bekoelde liefde mag de trouwbelofte, uitgesproken voor God en zijn gemeente, toch extra beleefd worden? Het is goed om in prediking en catechese het huwelijk als Goddelijke instelling te blijven presenteren. Niet om daarmee wetenschappelijk onderzoek vooruit te helpen, maar omdat ‘gewone’ gezinnen essentieel zijn voor opbouw van kerk en samenleving.

Het hier gesignaleerde zogenaamde kleine leed heeft vaak grote gevolgen. Terecht is bij de laatste kabinetsformatie besloten tot het benoemen van een minister voor jeugd en gezin. Intussen kan zo’n minister niet doen wat ouders behoren te doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Klein leed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's