Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het woordje ‘één’ uit Efeze 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het woordje ‘één’ uit Efeze 4

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sommige bijbelgedeelten prikkelen je sterk. Efeze 4 is voor mij zo’n gedeelte. Hoe vaker ik het lees, hoe mooier ik het vind. Maar tegelijkertijd: hoe vaker ik het lees, hoe meer vragen het mij stelt. Dat heeft vooral te maken met het woordje ‘één’, dat als een rode draad door die eerste zes verzen loopt.
Het gaat over de eenheid van de Geest: één lichaam, één Geest, één Heere, één geloof, één doop. Wat moeten wij daarmee? We belijden: ‘Wij geloven één heilige, katholieke en apostolische kerk.’ Maar intussen is eenheid een problematisch begrip geworden. Er is in kerkelijk Nederland meer verdeeldheid dan eenheid. Tussen kerken, maar ook wel binnen één gemeente. Soms denk je: zijn er nog gemeenten waar géén spanningen zijn? In Efeze 4 laat Paulus zijn licht schijnen over de eenheid van de gemeente. In vers 3 roept hij op om ‘u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren.’ Paulus veronderstelt dus dat die eenheid er is. De eenheid van Geest, dat wil zeggen: de eenheid die de Geest geeft.
Eenheid is dus een geschenk, een gave. En let maar eens op welke voorbeelden Paulus daarvan geeft: één lichaam, één Geest, één hoop. Eén Heere, één geloof, één doop. Eén God en Vader. In die dingen is de gemeente één.

Werk van de Geest
Eerst drie aspecten van het werk van de Geest (vs. 4).
Eén lichaam. In Efeze 1:23 komt dat beeld ook al voor: de gemeente is het lichaam, Christus het hoofd.
Eén lichaam: reken maar dat dat voor die gemeenteleden van Efeze iedere dag nog bijzonder was. Eerst die hoge muur, opgetrokken tussen joden en heidenen. De joden – volk van Gods verbond. De heidenen – onbekend met de woorden van God. En nu … één in de Heere Jezus – verzoend door het kruis. Samen de toegang tot God.
Eén lichaam.

Eén Geest. Zeker, een Geest die op duizenden manieren te werk gaat, Die werkt in grote veelkleurigheid. Maar die tegelijkertijd zelf één is. Gericht op dat ene doel: mensen in verbinding brengen met Christus. Mensen samenbrengen in dat ene lichaam. ‘Want ook wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij joden hetzij Grieken, hetzij dienstknechten hetzij vrijen.’ (1 Kor. 12:13).

Eén hoop. Ook dat bewerkt de Geest. Vroeger waren de Efeziërs zonder hoop in de wereld geweest (2:12). Het stond er letterlijk hopeloos met ze voor. Maar het is anders geworden: er is hoop! Hoop op erfenis die God voor zijn kinderen heeft weggelegd (1:14; 18), hoop op een nieuwe hemel en nieuwe aarde. Zo zeker als God Zelf dat beloofd heeft!

Een-voudig
Dan volgen drie aspecten van het werk van Christus (vs. 5).
Eén Heere. Jezus Christus: Hij is de Kurios, de Machthebbende. Dan gaat het over Hem die is opgestaan uit de doden. Over die ene Naam die onder de hemel gegeven is, waardoor wij behouden moeten worden. Over Hem, Die alle macht heeft en Die het Hoofd is van Zijn gemeente.

Eén geloof. Paulus doelt dan hier niet zozeer op ons geloofsvertrouwen, maar op de geloofsinhoud. Het ene heilswerk van Jezus Christus. Zijn verzoeningswerk aan het kruis. Zijn opstanding uit de doden.

Eén doop. Opvallend, de doop is vaak een splijtzwam. Maar Paulus benadrukt het samenbindende, uitgesproken met dezelfde woorden. Ik doop u in de Naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest. Door die ene doop worden mensen ingelijfd in Christus. Zo was de gehele gemeente gedoopt en zo vormde de doop een krachtige onderstreping van de eenheid.

Ten slotte: één God en Vader, Die daar is boven allen en door allen en in u allen. Dat doet denken aan Deuteronomium 6, het shema: ‘Hoor Israël, de Heere is onze God, de Heere is één.’ Hij is een-voudig – je weet wat je aan Hem hebt. Door en door betrouwbaar, goed, genadig en vol ontferming.

Verwarren
Tot zover de opsomming van Paulus. De eenheid van de gemeente is een gave. Iets wat er ís. Waarom vinden wij het vaak zo moeilijk om dat te beleven? Ook al binnen één wijkgemeente. Wat kan het dan al moeilijk zijn om elkaar vast te houden. Om die onderlinge eenheid ook echt te beleven. Hou zou dat komen?
Is het omdat we één zijn en het met elkaar eens zijn heel snel met elkaar verwarren? In die gemeente van Efeze was ook genoeg aan de hand. Reken maar dat het af en toe flink lastig was, joden en heidenen samen in één gemeente. Sommige heidenen waren voor het idee van bepaalde joden te vrij in levenswandel. Zij tilden een stuk minder zwaar aan bepaalde wetten van Mozes. En sommige gemeenteleden die vroeger heiden waren geweest vonden dat joodse medegemeenteleden het allemaal veel te ernstig opnamen. Ze zullen daar vast ook wel eens met elkaar over hebben gediscussieerd. En vervolgens ook hebben gemerkt dat ze er niet uitkwamen. Voor je het weet groeit er dan ook iets van verwijdering.

Hart van het geloof
Daarom is het goed om nog een keer te kijken naar die woorden die Paulus noemt om de eenheid toe te lichten. Zij betreffen stuk voor stuk het hart van het geloof. Niet dat andere dingen daarmee onbelangrijk worden, maar ze horen kennelijk niet bij de kern. De eenheid ligt in God Zelf, in Jezus Christus. In Hem, Die het fundament van de gemeente is.
Beijver u om de eenheid van de Geest te bewaren.’ De eenheid waarover de apostel spreekt is ook opgave. Ze vraagt inspanning van ons. Om in gesprek te gaan met elkaar over de dingen die ons ten diepste bewegen. Om samen te delen wie de Heere God voor ons is. Om in gebed onze onderlinge verdeeldheid te belijden en te bidden om de eenheid van de Geest. Misschien is dat wel veel moeilijker dan discussiëren over de koers van de gemeente. Wat zijn we er vaak goed in om de eenheid stuk te maken. Om onszelf vast te bijten in dingen die het niet waard zijn …
Niet voor niets roept Paulus aan het begin van Efeze 4 hartstochtelijk op om op de juiste manier te wandelen. In ootmoed, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, elkaar in liefde verdragend. Die woorden komen terug in Galaten 5, waar het gaat over de vrucht van de Heilige Geest. Mooi is dat: de Heilige Geest bindt mensen samen op het ene fundament, Jezus Christus. Verlegen om de Geest mogen we uitzien naar eenheid, meer en meer.

Met een meditatie over Efeze 4 opende ds. M.C. Batenburg de ambtsdragersvergadering van de Gereformeerde Bond in Delft.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Het woordje ‘één’ uit Efeze 4

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's