Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dominee met ernst en humor

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dominee met ernst en humor

MIJN AUTEUR [7]: LULOF DALHUISEN KIEST DS. J.T. DOORNENBAL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lulof Dalhuisen (61) uit Oene, beleidsmedewerker bij de gemeente Epe, is samensteller van verschillende boeken met kerkbode artikelen en meditaties van de hand van ds. J.T. Doornenbal (1909-1975). Waarom houdt hij van deze predikant?

‘Ds. Doornenbal was van 1946 tot 1973 predikant in Oene. Ik heb hem veel horen preken. Mijn ouders namen ons elke zondag vanuit Epe mee naar Oene, waar mijn vrouw en ik na ons huwelijk ook zijn gaan wonen. Toch ken ik ds. Doornenbal vooral als schrijver. Ik denk aan de artikelen die hij wekelijks als gemeentenieuws van Oene in de Veluwse kerkbode schreef. Ds. Doornenbal bezat de gave om op bijna onnavolgbare wijze over allerlei zaken te schrijven. Mede door de bijzondere en hem kenmerkende manier van schrijven zijn de bijdragen van zijn hand nog steeds boeiend om te lezen.’

Wanneer en hoe hebt u hem ontdekt?
‘Al in mijn jeugdjaren volgde ik het geschrijf van ds. Doornenbal en las ik zijn persoonlijke ontboezemingen in de kerkbode. Elke week was het bij het openslaan van de kerkbode weer een verrassing wat hij onder ‘Oene’ te melden had. Stonden er een keer geen berichten van ‘J.T.D.’ in de kerkbode – bijvoorbeeld omdat de kopij te laat bij de drukker werd bezorgd – dan was dat echt een teleurstelling.’

Wat hebt u zoal van hem gelezen? Wat was het beste?
‘Dankzij de hulp van diverse personen heb ik de kerkbodes met de bijdragen van ds. Doornenbal een aantal jaren geleden allemaal kunnen achterhalen. In navolging van schrijver Jacob Overeem en ds. Doornenbals huishoudster, Stijntje van Dijk, heb ik daarmee een aantal boeken met kerkbode artikelen samengesteld. Pastorale pennenvruchten (1994), Hoogten en diepten (1996), Hanenpoten (2005), Ziende op Hem (2000) en In goede en kwade dagen (2006).
Daarbij heb ik al zijn artikelen uiteraard opnieuw gelezen. Ik kan niet zeggen welke ik het beste vond. Ik zou er heel veel kunnen noemen, en elke keus is heel persoonlijk. Voor de één is het een In memoriam, waarin hij op tere wijze woorden ter gedachtenis aan een dierbare en over diens geestelijk leven kon neerschrijven. Een ander is meer geïnteresseerd in zijn natuurbeschrijvingen of in de verslagen van de verschillende preek- en spreekbeurten in ons land. Weer een ander leest het liefst zijn kritische beschouwingen over allerlei kerkelijke aangelegenheden of over zijn eigen doen en laten, waarbij de zelfspot niet ontbrak.’

Wat en hoe vaak leest u nog nu van hem?
‘Ik lees zijn geschrijf nog regelmatig. De ene keer is dat in mijn verzameling van kerkbodestukjes, de andere keer in één van de prekenboeken. Elke keer is het weer nieuw. Omdat het allemaal ‘losse stukjes’ zijn, leest het vrij gemakkelijk.
Ook de prekenbundels neem ik nog wel eens door. Daarin kom je trouwens een andere Doornenbal tegen dan in sommige kerkbodebijdragen. Gezien zijn aanleg had hij ook schrijver kunnen worden. Maar hij was en bleef dienaar van het Woord, van Godswege geroepen. Wel veroorloofde hij zich bij het schrijven soms een vrijheid die je misschien van een predikant niet zou verwachten.’

Al op ‘bedevaart’ geweest?
Met enige ‘Doornenbalhumor’ gezegd: elke keer als ik ’s zondags in mijn woonplaats naar de kerk ga is dat een bedevaart voor mij, alleen niet in verband met ds. Doornenbal. Wel moet ik eerlijk

Over twee weken: Drs. J. Wienen kiest Augustinus.

zeggen dat ik hem tijdens de kerkdienst in gedachten nog wel eens op de preekstoel zie staan. Ook kan ik mij heel goed voorstellen dat mensen naar Oene rijden om ‘de kerk van ds. Doornenbal’ te zien. Herinneringen aan hem mogen blijven.
Er zijn wel grenzen. Toen mij een aantal jaren geleden gevraagd werd om in de voetsporen van ds. Doornenbal een reis naar Amerika te leiden, heb ik daarvoor bedankt. Zoiets gaat mij te ver.’

Heeft een fan nog oog voor schaduwzijden van zijn held?
‘Ik heb veel waardering voor ds. Doornenbal en zijn pennenvruchten, maar ik zou mij geen fan van hem willen noemen. Ik zie hem ook niet als een held. Dat zou hijzelf ook niet gewild hebben.
Schaduwzijden zou ik zo niet kunnen noemen en als dat wel het geval was, zou ik ze voor mij houden.’

Heeft het lezen van ds. Doornenbal u beïnvloed?
‘Omdat ik als het ware met zijn kerkbode artikelen ben opgegroeid, kan ik niet zeggen dat ik daardoor veranderd ben. Wel merk ik dat ik over een aantal zaken hetzelfde denk als ds. Doornenbal. Onder meer over de stijl in onze kerken (slapen, kletsen, kleding enz.). Misschien heeft hij mij daarin onbewust toch beïnvloed. Als ik zijn preken lees (of op een bandje beluister), dan moet ik zeggen dat ik die wel anders beoordeel dan vroeger. Toen begreep ik ze niet altijd. Nu waardeer ik ze des te meer. Ds. Doornenbal was niet echt een kanselredenaar. Toch sleepte hij je mee in zijn prediking, omdat de beleving daarin zo duidelijk voelbaar was. Elke keer ook wees hij op een rijke Christus voor een arme zondaar. Alleen Christus en Zijn gerechtigheid. Niets uit ons.’

Waarin heeft hij nu betekenis, anno 2007?
‘Hij is nog is nog steeds actueel. We kunnen allerlei lessen van hem leren, zowel geestelijke als maatschappelijke. Ds. Doornenbal was nogal behoudend. Hij wilde alles graag bij het oude. Hij was bijvoorbeeld erg gehecht aan zijn pastorie, die volgens bouwkundigen gesloopt moest worden. Hij hield van stijl in kerkelijk opzicht. Ik noemde al kleding en praten tijdens de dienst. Maar hij gruwde er ook van als mensen ‘etalageruiten’ in boerderijen zetten. Toen zagen we het niet, maar inmiddels zullen veel mensen wat dit betreft tot hetzelfde inzicht zijn gekomen. Ernst en humor gingen bij ds. Doornenbal samen. Humor noemde hij een glimlach, die doorbreekt door de tranen van ons levensleed. Vaak zat in zijn humoristische stukjes tegelijk een bepaalde boodschap verpakt.’

Als u ds. Doornenbal zou kunnen spreken, waar zou u het dan over hebben?
‘Het is maar goed dat ik hem niet meer kan spreken, want het zou gaan over allerlei kerkelijke en maatschappelijke ontwikkelingen uit de afgelopen jaren waar hij niet vrolijk van zou worden. Het zou waarschijnlijk wel heel veel stof voor nieuwe kerkbode artikelen opleveren.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Dominee met ernst en humor

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's