Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liturgie van de stilte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liturgie van de stilte

MEELIJDEN [2]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe is het mogelijk om te midden van de machteloosheid en de daarop volgende angsten toch staande te blijven? Hoe is het mogelijk om niet te vervallen in agressief gedrag dat een ander of jezelf beschadigt? Hoe vervallen we niet in krachteloosheid?

Allereerst is het van belang dat er een stuk bewustwording op gang gebracht wordt. Bewustwording van het feit dat we werkelijk aan dezelfde tafel als de lijdende ander zitten en dat we werkelijk hetzelfde lijdensbrood eten en dat dit dus ook bij ons als meelijdende negatieve gevoelens opwekt. Wanneer we namelijk die realiteit onder ogen leren zien, dan zijn we in staat om niet langer in agressie te vervallen.

Aanvaarden
Als we het lijdensbrood willen verwerken, zoals een gezond lichaam normaliter voedsel verwerkt, dan is aanvaarding van de gegeven situatie nodig. Het accepteren van het feit dat de ander lijdt, je zelf daar aan meelijdt, en dat dit gevoelens van pijn en onmacht geeft. De angsten hoeven dus niet per definitie agressie op te leveren. Agressiviteit zouden we kunnen omschrijven als het onverwerkt overgeven van het lijdensbrood. We hebben van het lijdensbrood meegegeten, maar we kunnen het niet verteren. Daarom spugen we het weer uit. Helaas is overgeven een teken van ongezondheid. Daarom is het nodig dat we het lijdensbrood leren accepteren als ons dagelijks voedsel, waarmee we werkelijk gevoed kunnen worden, mits er een juiste verwerking plaatsvindt.
Aanvaarding heeft daarom alles te maken met het onder woorden brengen van onze gevoelens, pijn, onmacht, angst. Klagen mag! Het taboe dat dit niet zou mogen, moet daarom doorbroken worden. Het is gemakkelijker om onze angsten achter ons te laten als we ze eenmaal hebben ontdekt en onder woorden hebben gebracht Het is noodzakelijk in te zien dat ieder mens een heel kwetsbaar wezen is. Het is daarom een illusie om onkwetsbaar te willen zijn. Ook dit is een grote valkuil, die zich voor ons in onze machteloosheid kan openen. Het is van belang deze kwetsbaarheid te onderkennen, bewust te aanvaarden. Wanneer we dit gaan inzien en dit uiten, komen we tot rust. Op deze wijze is het mogelijk om ons niet te verslikken in het lijdensbrood, ook niet te gaan kokhalzen of overgeven, maar het te verwerken. Dit betekent: met alle spijsverteringsorganen dit lijdensbrood proeven en langzaam maar zeker afbreken.
Het uiten van de gevoelens van onmacht en angst is daarin van het grootste belang. Niet ieder mens is echter in staat om zelf hierin zijn weg te creëren. Veelal is er begeleiding in dit verwerkingsproces nodig. Hier ligt dan ook een waardevolle taak weggelegd voor het werk van een pastor.

Machteloos pastoraat
Ook als pastor is het alsof we op verschillende momenten en bij verschillende mensen aan een tafel schuiven waar lijdensbrood gegeten wordt. De relatie is niet te vergelijken met die in een huwelijk of bij ouder en kind, maar er is wel een relatie. Volgens het Emmaüsmodel binnen de pastorale theologie wordt van de pastor verwacht dat hij in navolging van Christus een eindje met zijn pastoranten oploopt en metterdaad ook even met hen aan tafel gaat. Wanneer we als pastor op deze wijze mensen tijdens hun lijdensweg vergezellen en iets proeven van hun lijdensbrood, kunnen we echter net zo machteloos zijn als wie in een andere relatie of zelfs met bloedverwantschap dit lijdensbrood eet. Daarom is het ook voor het pastoraat de vraag: hoe lijden we mee, wat wordt van ons verwacht en waar is de ander mee gediend. En vergeet daarbij het pastoraat aan de machteloze meelijders niet.
Het is onmogelijk om in deze artikelen in te gaan op de vele verschillende pastorale mogelijkheden die we kunnen tegenkomen als het om (mee)lijden gaat. We kunnen immers opstandige Emmaüsgangers tegenkomen, maar ook pastoranten die berusten in een noodlot, terwijl er ook nog zijn die werkelijke rust in God hebben gevonden. Zo zijn er nog vele andere mogelijke mensen op de verschillende lijdenswegen te vinden. Vandaar dat we ons hier moeten beperken tot enige algemene lijnen als het gaat om de machteloosheid in het meelijden binnen het pastoraat.

Valkuilen
Net als in een persoonlijke relatie kan ook het meelijden in het pastoraat geheel vastlopen of verkeerd gaan. Het kan zelfs zo zijn, dat we niet eens meer met elkaar oplopen, maar in tegenovergestelde richting onze weg gaan. Het lijden van de ander wordt in zo’n geval niet begrepen, maar miskend dan wel ontkend.
Ieder mens die enige ervaring heeft op het gebied van een lijdensweg, heeft helaas voorbeelden meegemaakt van vrienden, familie of pastores die, met de beste intenties, verkeerde dingen hebben gezegd of gedaan. Juist omdat het meelijden in pastorale situaties een grote mate van machteloosheid met zich mee kan brengen, wordt precies verkeerd gereageerd. Net als in een persoonlijke relatie kan de machteloosheid in een pastorale relatie gevoelens van angst met zich meebrengen. Mee-eten van lijdensbrood kan bij een pastor bijvoorbeeld allerlei onverwerkte ervaringen uit het verleden losmaken. Juist wanneer we ons in een pastoraal gesprek machteloos gaan voelen, is er de grote valkuil om eigen ervaringen van lijden te gaan vertellen. ‘O ja, dat heb ik ook meegemaakt.’ Vaak met de gedachte dat dit de ander kan helpen. Daarbij is er niet het inzicht dat het vertellen van eigen ervaringen eigenlijk alleen maar extra lijdensbrood op het bord legt. Het maakt het lijden van de pastorant niet lichter, maar zwaarder.

Afwezig aanwezig
In het verlengde hiervan ligt een gevaar. Het gevaar dat een pastor meent een antwoord te moeten vinden op het lijden en de bijhorende angsten van de pastorant. En dat door die antwoorden het lijden of de angsten zouden verdwijnen. Net als eigen ervaringen kunnen woorden, wellicht stichtelijk bedoeld, in zo’n geval juist een bedreiging voor een pastorant vormen.
Ten derde kan het machteloos tegenover lijden staan er juist ook voor zorgen dat we deze pastorale situaties ontlopen. Niet dat we niet op bezoek gaan. Maar we zijn ondanks onze  fysieke aanwezigheid afwezig. Sommige mensen, dus ook ambtsdragers, zijn bang, angstig om zich te verslikken in het lijdensbrood van de ander of dat ze straks zullen moeten overgeven. Om dit te voorkomen heeft men zo’n afweermechanisme opgebouwd, dat men wel lichamelijk aanwezig is, maar eigenlijk niets hoort, laat staan voelt van de pijn van de ander.
Het zal duidelijk zijn dat de pastorant hiermee niet geholpen is, want deze voelt de afstand zeker en dat kan tot gevolg hebben dat het gesprek op een negatieve manier stilvalt.

Niets bezitten
Hoe kunnen we als pastor voluit in die machteloosheid staan? Meelijden met de lijdende pastorant en de andere meelijdenden (!), zonder zelf onderuit te gaan, maar de anderen juist terzijde te staan? In dit verband moet het boek Angst en bevrijding van A.F. Verheule genoemd worden. Hij uit daarin onder andere zijn bezwaar tegen het beeld van de pastor als de ‘alwetende’ en ‘alkunnende’. Hij heelt, verzoent, begeleidt en ondersteunt. Verheule’s bezwaar spitst zich toe op de gedachte dat men altijd ‘iets te bieden heeft’. De pastor moet juist bedenken dat hij (ook) niets bezit. Hij is in die leegte de flauwe echo van zijn Heere, Die Zichzelf ontledigd heeft en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen. De pastor hoeft zichzelf overigens niet te ontledigen, niet iets van heerlijkheid af te leggen dus, hij moet zich alleen maar niets verbeelden. En dat blijkt soms heel moeilijk.
Hoe brengen we dit in praktijk? Want ieder mens heeft er behoefte aan om gerustgesteld te worden door iemands hartelijke, warme en welwillende betrokkenheid. Maar hoe kunnen we onze betrokkenheid laten merken wanneer we ‘niets te bieden hebben’?
Het belangrijkste in situaties van meelijden is dat we er als pastor zijn. Maar dan ook helemaal aanwezig zijn. Dit betekent dat we er op dat moment voor de ander zijn. De pastorant wordt helemaal geaccepteerd zoals hij is. Met alle gevoelens, gedachten en gedragingen wordt de ander volledig aanvaard. De pastor laat dit alles ook toe zonder oordelen uit te spreken of te laten voelen.
Er zijn. Zoals Jezus met de ander een stukje oplopen. Dat is de eerste voorwaarde om als pastor met iemand mee te lijden en in het begeleiden de machteloosheid tegenover de gegeven situatie te voelen.

Stilte beoefenen
De eerste vereiste in het machteloos meelijden is dat we stil kunnen zijn. Juist wanneer we er achter komen dat we niets kunnen bieden, ook niet iets proberen te bieden. Deze stilte is in het meelijden wellicht het moeilijkste om te beoefenen. Toen Job na de verschrikkelijke gebeurtenissen in zijn bedrijf en gezin vol zweren op de ashoop neerzat, kwamen zijn drie vrienden op bezoek. Zij kwamen met de bedoeling om hem te beklagen en te vertroosten. Maar toen ze zagen dat zijn verdriet zo immens groot was, gingen zij enkel bij hem zitten. Stil. Zeven dagen lang. Zij zeiden geen woord tegen elkaar (Job 2:11-13).
Wanneer we verder de geschiedenis van Job lezen en hoe zijn vrienden daar op bezoek zijn, dan kunnen we stellen dat Job deze eerste zeven dagen het meest aan zijn vrienden heeft gehad. Het gaat de verkeerde kant op wanneer de vrienden iets gaan (terug)zeggen! Zeker de eerste keer dat we naast iemand komen te staan om mee te eten met het lijdensbrood past de ‘liturgie van de stilte’. Juist in die stilte zal de ander zich geaccepteerd voelen met alles wat hij/zij meemaakt en aan gevoelens uit.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Liturgie van de stilte

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's