Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus’ komst als een teken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus’ komst als een teken

Jesaja 7:14 overstijgt eerder spreken van God

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kreeg ik maar een teken. Wie herkent niet die gedachte? Als we een beslissing moeten nemen. Of als er tegenslagen zijn. Wat is toch de bedoeling van de Heere? Weet God wel van mij af?

Mogen we God om een teken vragen? Of wil God dat we Hem zullen vertrouwen zonder een teken? In Psalm 86 vers 17 lezen we: ‘Doe aan mij een teken ten goede.’ Dat bidt David van de Heere. David wil dat de hulp van God zal blijken. We lezen dikwijls in de Bijbel over een teken. Heel bekend is de geschiedenis van de zondvloed. In de regenboog geeft God een teken van het verbond tussen Hem en tussen de aarde. Gideon vraagt om een teken: ‘Doe mij een teken, dat Gij het zijt, Die met mij spreekt.’ Hij krijgt een teken.
Maar als Zacharias vraagt: ‘Waarbij zal ik dat weten?  wordt hij over die vraag bestraft. Hij krijgt als teken de straf dat hij niet kan spreken. Scherp zijn de woorden van de Heere Jezus: ‘Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken.’ Belangrijk is wat de beweegreden is om een teken te vragen. Is het tot versterking van het wankelende geloof ? Of komt de vraag voort uit ongeloof ?

Redding uit de nood
In Jesaja 7 vinden we Juda, het rijk van de twee stammen, in een noodsituatie. Israël, het rijk van de tien stammen, heeft zich verenigd met Syrië tegen Juda. Het is hen niet gelukt om Jeruzalem in te nemen. Maar de dreiging hangt zwaar over de stad en over het volk. De mensen van Juda zijn bang en hun koning, Achaz, is ook bang. Hun harten beven.
In die situatie stuurt de HEERE Jesaja, de profeet, naar Achaz. Jesaja moet zijn zoon, Schear-Jaschub, meenemen. De naam van deze jongen betekent: Het overblijfsel keert terug. Bemoedigende woorden moet Jesaja spreken tot Achaz. Israël en Syrië zullen hun doel niet bereiken. Achaz moet niet bevreesd zijn. Wat een wonder dat God zo goed is voor deze goddeloze koning.
Gelooft Achaz de woorden van Jesaja? Daar blijkt niets van. Waarom zou hij niet geloven? We lezen in 2 Koningen 16 hoe goddeloos Achaz is, maar ook dat hij hulp zoekt bij Assyrië. Hij steunt op zijn eigen inzicht en heeft geen oor voor de woorden van God.

Weigering
Achaz laat zich niet bemoedigen door de boodschap van de profeet. Maar toch gaat de HEERE door met spreken. Jesaja spreekt namens de HEERE. Je merkt het uit de vrijmoedigheid waarmee hij spreekt tot de koning: ‘Eis u een teken van de HEERE uw God.’ Het is een bevel, maar Achaz mag zeggen waar het teken zal zijn. Opvallend dat de HEERE Zich de God van Achaz noemt. Achaz wil van God niet weten, maar daarmee is hij niet klaar. De HEERE laat duidelijk weten dat Hij recht heeft op deze nakomeling van David. Achaz wil God niet erkennen. Hij probeert dat in zijn antwoord nog met wat godsdienstig fatsoen te bedekken. Maar zonder succes.
Achaz antwoordt: ‘Ik zal het niet eisen, en ik zal de HEERE niet verzoeken.’ In dit antwoord klinkt zelfs een beschuldiging door. Alsof God Achaz tot verzoeken zou willen brengen. Intussen blijkt dat Achaz geen teken wil, want hij wil niet geloven. Achaz wil niet op God vertrouwen, maar zijn eigen plan doorzetten. Het ongeloof wil niet buigen onder God. Maar zo blijft de angst en de dreiging. Terecht zegt Jesaja in vers 9: ‘Indien gijlieden niet gelooft, gij zult niet bevestigd worden.’

Boter en honing
Het doel van een teken is om tot geloof te leiden. De woorden van Jesaja worden niet door Achaz aangenomen. Dan gaat de HEERE een stap verder en beveelt om te vragen om een teken. In dat teken zal God Zichzelf bekend maken in Zijn macht en trouw. Zo wil de HEERE geloof werken. Het geloof is immers gegrond op de kennis van God. Het geloof wordt geboren uit de openbaring van God.
Achaz kan met zijn weigering God niet tegenhouden. De Heere Zelf zal een teken geven. Een maagd zal zwanger worden en zij zal een Zoon baren en Zijn naam Immanuël heten. Het kind zal opgroeien als andere kinderen: Boter en honing zal hij eten. Het duurt enige tijd voordat zo’n opgroeiend kind onderscheid weet tussen goed en kwaad. Maar binnen zo korte tijd zullen de koningen van Israël en van Syrië omkomen.
Het ongeloof roept Gods toorn op. Daarom is er voor Achaz ook een oordeelsboodschap. Hij heeft gekozen voor Assyrië. Door Assyrië zal de HEERE Juda kastijden.
Hizkia, de zoon van Achaz, zal de schrik van Assyrië ervaren. Buiten de stad, bij de watergang van de opperste vijver, zal Rabsaké zijn bedreigingen schreeuwen naar de inwoners van Jeruzalem. Op precies dezelfde plaats waar Achaz nu het teken van God weigert te vragen.

Immanuel
Maar wie is het kind, dat geboren zal worden uit een maagd? Gaat het over een kind dat in de tijd van Jesaja geboren zal worden? Nee, de profeet ziet hier in een vergezicht eeuwen vooruit. Profetisch ziet hij iets van de geboorte van Christus uit de maagd Maria. De komst van Jezus Christus is het grote teken van God voor deze door de zonde verloren wereld. Hij is Immanuël:God met ons.
Treffend is het dat Achaz het teken niet wil. Hij denkt het te redden met de hulp van Assyrië. Zou hij, de koning, naar het bevel van die profeet moeten luisteren? En vertrouwen op iets dat hij met zijn verstand niet kan beredeneren? Nee, dat teken wil Achaz niet. Stel je voor, dan zou hij de waarheid van God moeten erkennen!
Met ons staat het er van nature niet beter voor. Het Licht is in de wereld gekomen. Maar de mensen hebben liever de duisternis dan het licht. Want ze willen niet dat hun boze werken gezien worden. Daarom haten ze het licht. Zo zijn wij in onszelf. Hebben wij dat tot ons verdriet geleerd? Maar juist dat maakt het wonder zo groot. God heeft de wereld, Hij heeft mij, zo lief gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.

Uitgedrukt beeld
Dit Immanuelsteken gaat alle tekenen te boven. Veel tekenen heeft God gedaan in de geschiedenis van Zijn volk. 'Opdat zij zouden weten dat de HEERE God is.' (Deut. 4:35) Maar nooit was er een teken zoals dit teken. 'Christus is het afschijnsel van de heerlijkheid van God en het uitgedrukte beeld van Zijn zelfstandigheid. (Hebr. 1:3) In Christus laat God Zichzelf in het hart kijken. ‘Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard.’ Nergens zien we duidelijker de rechtvaardigheid en de genade van God dan in de Zoon. In Zijn geboorte, leven, lijden, sterven, opstanding en hemelvaart blijkt Wie God is en wil zijn voor ons mensen.
Dit Immanuelsteken dringt ons tot geloof. God maakt Zichzelf heerlijk bekend in dit teken. Achaz wil het teken niet. Hij beseft dat hij dan zijn eigen plannen moet loslaten. Daartoe is hij niet bereid. Beseffen wij dat geloof en gehoorzaamheid bij elkaar horen? 'Geloof is door de liefde werkende'.

God met ons
Hoe heerlijk is de naam Immanuel: God met ons. We zouden op elk woord de nadruk kunnen leggen. God met ons. Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Hij is de Eeuwige en Almachtige. Wat zal een nietig mens mij doen? Het kan in dit leven bijzonder helpen als mensen voor ons zijn. Zeker als deze mensen hooggeplaatst zijn. Maar onuitsprekelijk heerlijk is het om te weten dat God mijn Helper is. God met ons. Niets is erger dan zonder God te zijn. God kwijt zijn, betekent een oneindige leegte. God tegen te hebben, betekent dat we moeten vergaan voor eeuwig. Als we in de zonde willen leven, hebben we God tegen. Maar in Christus is God nabij gekomen en wil Hij ons als een verzoend God en Vader aannemen en vernieuwen.
God met ons. Het gaat over ons. Wij zijn schuldige en verloren mensen in onszelf. Het doet pijn om dit te leren. Maar hoe heerlijk is het evangelie dat mij toeroept dat Hij is gekomen voor zondaren, voor goddelozen, voor vijanden. ‘Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Christus’ komst als een teken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's