Liever stille werker

Bespreking ‘Vacant, en dan…?’ in kerkenraad nuttig

We zijn ds. M.A. Kuijt uit Huizen dankbaar voor het schrijven van het concept voor de brochure. De ondertitel van deze uitgave dekt de inhoud van dit geschrift: Praktische en geestelijke wenken met het oog op het beroepingswerk. De brochure onderstreept de grote waarde en de hoogheid van het ambt. Daarom is een waarschuwing voor een wereldse uitholling van het predikantschap en van het beroepingswerk op zijn plaats.

Grondlijnen
De schrijver houdt ons vier bijbelse grondlijnen voor:
Allereerst: Het ambt wortelt in de Gemeente, maar is een gave van de verhoogde Christus aan Zijn Gemeente (Ef. 4:8-12).
Vervolgens worden de ambtsdragers door de gemeente en zo door God Zelf tot hun dienst geroepen. Het is de Geest van de goede Herder, Die op het gebed de roepende gemeente en de geroepen dienaar naar elkaar leidt. ‘Laat daarom het gehele beroepingstraject gestempeld en gedragen worden door het gebed.’
Dit volkomen afhankelijk zijn van de grote Herder mag ontspanning en rust geven. Hij weet immers alleen wat goed voor Zijn gemeenten en voor Zijn dienaren is. Deze afhankelijke, biddende grondhouding bewaart ons ook voor vertrouwen op mensen.

Biddend
Deze wetenschap ontslaat ons – de derde grondlijn – echter niet van de roeping om biddend, met inspanning van al onze krachten te zoeken naar een dienaar van het Woord, die in déze situatie bij déze gemeente past.
Ten slotte is de roeping van deze dienaar niet allereerst een goed manager te zijn of een ‘fijne dominee’, die de groepen in Gods gemeente hoe dan ook samenbindt. De eenheid van de gemeente ligt immers in Christus en in het samen bewaren van Zijn woorden? Daarom moet de dominee boven alles dienaar van het Woord en paranimf (vriend) van de Bruidegom zijn, die Zijn woorden uitlegt en toepast, zodat de gemeente tot de volwassenheid in Christus wordt geleid. Dit is volgens Paulus ook de enige remedie tegen onmondigheid en afval van Christus. De apostel zegt zelfs dat hij ijverig is met een ijver van God om haar als een reine maagd aan één Man voor te stellen, namelijk aan Christus. (2 Kor.11:2).
Wie als kerkenraad en gemeente om zo’n dienaar verlegen is, zal de HEERE vragen: ‘Zend hem!’

Spanning en lijden
Wie vandaag deze grondlijnen voor ogen houdt, kan met spanningen geconfronteerd worden. De brochure stelt terecht dat in onze tijd sterk wordt gelet op communicatieve vaardigheden en op de persoonlijke uitstraling. De voordracht scoort bij menig gemeentelid hoger dan de inhoud van de preek. Een kerkenraad die gemeenteleden hierin niet zonder meer volgt, kan kritiek en soms ook lijden verwachten. Natuurlijk is communicatie erg belangrijk. Een dienaar mag en moet er zich in bekwamen. Laten wij echter nooit vergeten dat de zegen op de Woordbediening niet te danken is aan onze welsprekendheid en wijze van communiceren, maar aan een prediking ‘in betoning van geest en kracht’. (1 Kor. 2:4).
Daarom wijst de schrijver een profielschets die de geest van de sterreclame ademt af (selectie van idolen) en voert hij terecht een pleidooi voor het zoeken van ‘een rustige, stille werker’, die op zondag de Schriften opent en door de week in het pastoraat trouw is aan de mensen.

Verwachtingspatroon
De auteur zegt nog andere behartigenswaardige dingen. Ik denk aan wat hij schrijft over de wijze van omgaan tussen de roepende gemeente en de beroepen predikant (Ethiek van het beroepingswerk). Het is goed dat het verwachtingspatroon van kerkenraad en beroepen predikant goed op elkaar afgestemd worden. Let er daarbij op dat de predikant die gave kan ontplooien die hem gegeven is. Ik onderschrijf ook graag wat de schrijver opmerkt over het ‘incognito horen’, over het inhoudelijk gesprek in een kerkenraad ‘met vleugels’, over de inbreng van de commissie voor het beroepingswerk en over het gesprek van de predikant over financiële zaken. Zo zou ik nog veel meer kunnen noemen.
Ik beveel deze brochure hartelijk ter lezing aan. Een goede bespreking in de kerkenraad zal onder Gods zegen het beroepingswerk en de opbouw van de gemeente van God stellig ten goede komen.

Dit is de vierde en laatste reactie op de brochure ‘Vacant, en dan …? ’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen