Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Psychisch leed en geloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Psychisch leed en geloof

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Ambtelijk Contact (januari) schrijft A.Th. Hegger, tot voor kort als psycholoog en psychotherapeut verbonden aan Eleos, over het thema Geloofsleven en borderlinestoornis. Hij legt eerst uit wat met de term borderlinestoornis wordt bedoeld.

In Nederland hebben tussen de 150.000 en 250.000 mensen een borderline persoonlijkheidsstoornis. Het is een uiterst verwarrende stoornis voor zowel de persoon die eraan lijdt als voor zijn omgeving. Het leven van mensen met een borderline kenmerkt zich door instabiliteit. Symptomen die zich voor kunnen doen zijn stemmingsschommelingen, impulsiviteit, verlatingsangst, zwart-wit denken, identiteitsproblemen en zelfverwonding. Mensen met een borderlinestoornis hebben vaak te kampen met instabiele relaties. Nu eens is iemand alles, dan weer helemaal niets. Vaak is er sprake van een geschiedenis van verbroken relaties. Ze zijn onzeker over wie ze zijn. Soms voelen ze zich sterk, maar bij een (voor anderen ogenschijnlijk geringe) tegenslag zijn ze helemaal van de kaart en voelen ze zich van iedereen verlaten. Ze hebben het gevoel op niemand aan te kunnen. Tegelijk kunnen ze niet alleen zijn. Ze zijn dan onrustig en angst overvalt hen. De ervaring van lichamelijke pijn kan hen op zulke momenten doen beseffen dat ze nog bestaan. Dan beschadigen zichzelf. Soms is fysieke pijn beter te verdragen dan de pijn van verlaten te zijn of niet te weten wie je bent. Kenmerkend is een chronisch gevoel van leegte. Het is dan net of ze niemand meer zijn, alsof alle grond onder hen wegvalt.
Een diagnose van een aangrijpend psychisch probleem. Wie er in zijn of haar omgeving mee te maken kreeg of heeft, weet welke afschuwelijke gevolgen dit ziektebeeld kan hebben voor wie er aan lijdt, maar ook voor familieleden en vrienden. Hegger laat zien hoe de borderlinestoornis ook ingrijpende gevolgen heeft voor de geloofsbeleving.

Maartje is 25 jaar en christen. Zij is gewend om tot God te bidden als zij rustig is. Maar onder druk is Maartje niet rustig. Zij voelt zich dan aangevallen en reageert agressief. Steeds opnieuw komen relaties door haar uitvallen en haar gewelddadigheid onder druk te staan. Ze heeft al meerdere keren moeten verhuizen omdat ze als kamerbewoner niet te handhaven was. Ze kreeg dan de sneer na: ‘Ben jij nou christen als je zo tekeer gaat?’ Maartje doet keer op keer de ervaring op dat een contact stukloopt. Maar door één iemand is zij nooit in de steek gelaten, heeft zij haar behandelaar verteld. Wat er in haar leven ook gebeurd is, zij wist zeker dat God haar niet zou verlaten. Wanneer de behandeling vordert, krijgt Maartje te maken met een medebewoner die een kapotte wasmachine op de gang heeft neergezet. Maartje moet zich er steeds langs wurmen om bij de trap te komen. Zij heeft de huisgenoot gevraagd de zooi op te ruimen, maar dat gebeurt niet. Maartje zegt tegen de behandelaar dat ze gebeden heeft of God de huisgenoot wil laten doodvallen, want zegt zij: ‘In de Psalmen staat: ‘mijn vijanden zijn Uw vijanden’. Dan zal God iemand straffen die mij in de weg zit.’ De behandelaar reageert rustig: ‘Dat is een belangrijke stap. Je hebt deze keer niet zelf wraak genomen, maar laat het aan iemand anders, aan God over. Alleen moeten we het er wel over hebben hoe het zal zijn als God niet doet wat je van Hem verwacht.’

Hegger schrijft dat iemand met een borderlinestoornis veel steun aan geloofservaringen kan hebben, maar dat hier juist ook veel bedreigingen schuil gaan.
a. Zoeken naar warmte. Wie zich leeg en eenzaam voelt, verlangt veelal sterk naar warmte. Dat kan zich uiten in een verlangen om door Gods aanwezigheid vervuld te worden. Iemand is dan geneigd intensieve spirituele ervaringen (lezen van heilige teksten, bidden, bezoeken van emotionele godsdienstige bijeenkomsten) op te zoeken om het gevoel van leegte kwijt te raken.
b. Alleen bij God is het veilig. Als iemand teleurgesteld is in relaties en een geschiedenis van verbroken contacten heeft, kan God de enig overgebleven veilige haven zijn. Alles in de wereld wordt als vijandig beleefd, alleen bij God is het helemaal goed. Maartje is daar een voorbeeld van. God is er altijd. Maar het is een ervaring van veel gelovige mensen dat God zich bij tijden verbergt. De ervaring dat God zich verborgen houdt, kan moeilijk te verdragen zijn, zeker bij iemand met een borderlinestoornis. Zo iemand denkt dan al snel volkomen verlaten te zijn.
c. Boos zijn op God. Het kan zijn dat iemand door een tegenvaller heftig boos is op God en tot de conclusie komt dat het hele geloof waardeloos is. God blijkt ook onbetrouwbaar. Het is helemaal niets met die God. In zulke perioden kan iemand roekeloos dingen gaan doen als uiting van teleurstelling.
d. Bang zijn het voor altijd verbruid te hebben. Kenmerkend voor een borderlinestoornis is de angst dat relaties stuk lopen. Dan kan iemand ook in de omgang met God ervaren. Iemand denkt dat God niet meer geïnteresseerd is, en beleeft zich als waardeloos tegenover Hem. Het gevoel van totale verworpenheid overheerst.
e. Conflicten in en met de godsdienstige gemeenschap. Net zoals iemand met een borderlinestoornis met andere mensen in moeilijk vaarwater terecht kan komen, bestaat ook de kans dat conflicten in en met de godsdienstige gemeenschap ontstaan. Mensen kunnen te dichtbij komen of juist te weinig aandacht geven. Mensen binnen een gemeenschap kunnen heftig met elkaar in aanvaring komen over de manier waarop met de problematiek van de borderlinestoornis omgegaan dient te worden.

Het spreekt vanzelf dat omgang met en begeleiding van de medemens met deze stoornis veel liefde en geduld vergt. Ervaringen zoals hierboven op een rij gezet, zijn op zich niet vreemd, aldus Hegger, maar ze zijn vaak bij iemand met een borderlinestoornis zo heftig en roepen daarom begrijpelijk bij naastbetrokkenen en behandelaars soms veel vragen op.

In Centraal Weekblad (15 februari) schrijft Margriet van der Kooi een triest verhaal onder het opschrift Nooit een moeder gehad.

De moeder had een groot herseninfarct gehad. Een grote vrouw die almaar kleiner leek te worden in het ziekenhuisbed. Zwart haar, gladde huid, tachtig geweest. Ze leefde nog, maar onbereikbaar was ze. Dat zou ze blijven. De neuroloog was somber: “U moet zich maar op het ergste voorbereiden”, zei hij tegen haar kinderen.
Drie dochters en twee zonen, ook al van middelbare leeftijd. Kleinkinderen waren er ook. Hen zag ik nooit.
'Het ergste?' zei een van de dochters verdrietig. 'Het ergst is niet dat ze doodgaat. Het ergste is dat we het zo moeilijk met elkaar gehad hebben. Het ergste is dat we nooit een moeder gehad hebben. Ik weet niet wat het was. Nooit was het goed wat je deed. De cijfers op school, de vriendinnen die je meebracht, de man met wie je trouwde. De kleur van je gordijnen. Zelfs op je kinderen had ze het altijd wat aan te merken. Je liet het wel uit je hoofd om er iets van te zeggen: kritiek was ondenkbaar. Ik ben erop afgeknapt. Ook op God, de grote boeman. Voor haar, en dus ook voor ons. Ik kom niet meer in de kerk. Ik kwam bijna niet meer thuis. Dat gold voor de meesten van ons. Ik probeer lief te zijn voor haar, maar ik kan het bijna niet. Mijn lijf lijkt wel van ijs. En nu is het te laat. Dát is het ergste. Dat we van die rotherinneringen hebben. Dat we soms zelf amper leven kunnen.'

Aan het bed van de moeder hadden we verscheidene gesprekken over wat er zo misgegaan kon zijn. Het ging ook over haar, ze hoorde daarbij, al kon ze zich niet mengen in het gesprek. 'Het doet me goed dat we erover hebben, hier zo rustig alsof het allemaal mag', zei een andere dochter. Het ging over verlangen en onvermogen. Over woede en onbegrip. Over beminnen en bemind willen worden. Over wat ze wisten van het levensverhaal van hun moeder en over haar ouderlijk huis. Over de God van angst die dáár geheerst had. Dat bracht wel wat lucht. Het bracht ook een paar goede herinneringen terug.
Toen ze stervende was hebben we zelfs nog gebeden. Voor haar en voor hen. Om de verschrikkelijke onmacht tot rust te brengen. 'God weet hoe het was, we hoeven daar geen doekjes om te winden', hebben we gezegd. En toen hebben we alles maar bij Hem in bewaring gebracht. Meer kunnen we niet. Vier maanden later belde de oudste dochter om nog eens te praten. Zij had de moeder kunnen zijn: grijs, oud. 'Het lijkt wel alsof het alleen maar erger wordt. ’s Nachts droom ik van haar.' Ze bracht een gedicht mee, uitgeknipt uit een blad.

‘Wat staat gij naast mijn bed, Moeder van gene zijde?
Wat doet gij in mijn kamer in de zwarte nacht?
Kan mijn bestaan zich nooit van uw bestaan bevrijden?
Dat gij mijn slaap nog met uw heimelijkheid bevracht?’

Ik ken het, het is een van de gedichten die Ida Gerhardt schreef, om, naar men zegt in het reine te komen met haar moeder. 'Ik vind het zo erg dat ik niet met liefde aan haar denken kan,' zei ze. 'Ik word er steeds bedroefder van, het voelt alsof ik geen moeder verloren heb, want ik heb nooit een moeder gehad. ’s Nachts word ik wakker, het hart klopt me in de keel. Ik kan wel steeds huilen. Alsof er een gat in mijn hart zit.'

Juist rond en na het sterven van ouders kunnen levens van intussen volwassen geraakte kinderen soms helemaal opengereten worden. Pijnlijke herinneringen komen boven. Het sterven, zeker van ouders, is een vorm van balans opmaken en boeken afsluiten. In veel gevallen is dat een gebeuren van weemoedig afscheid nemen van mensen die veel voor je betekend hebben. Soms zitten er scherpe rafels aan herinneringen. Ze doen extra veel pijn als je het levensboek van je ouders sluit. Triest, omdat veel onbesproken bleef, omdat er bij leven geen deuren open gingen. Onuitgesproken pijn daalt mee het graf in. Je zult er mee verder moeten zonder een werkelijke oplossing te hebben gevonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Psychisch leed en geloof

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's