Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kruis door het paasleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kruis door het paasleven

Na opstanding is lijden niet voorbij

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paasgeloof is geen succesverhaal. Het is de kruisweg gaan, in de navolging van de Opgestane Die gekruisigd was. Het geheim van een paselijk leven is de verbondenheid aan Christus, de Levende.

Vraag het aan Paulus. Hoe kwam het toch dat die man zo onwrikbaar overtuigd was van dat onbevattelijke wonder van Pasen? Niet omdat zijn begripsvermogen groter was dan het onze. Evenmin omdat hij behoorde tot het antieke verleden, waarin de mensen nu eenmaal wat gemakkelijker in wonderen geloofden dan wij. Alsof de geleerden op de Areopagus de opstandingsboodschap zonder slag of stoot accepteerden! Die boodschap was voor het intellect van de antieke mens al even ongerijmd en onwaarschijnlijk als vandaag.
En denk al helemaal niet dat Paulus minder dan wij gehinderd werd door al die doodsmachten in de wereld die de zege over de dood lijken te logenstraffen. Kunt u denken! Heel zijn apostolische loopbaan was een aaneenschakeling van vlucht, gevangenschap en lijden. Negen van de tien keer zag het er volslagen paasloos uit. Jawel, hij wist zich in Christus meer dan overwinnaar, maar wel als slachtschaap van Christus, om Zijnentwil de ganse dag gedood. Stellig wist hij zich door de Geest geleid en van zijn kindschap verzekerd, maar door diezelfde Geest zuchtte hij met heel de onverloste schepping mee om het uur van de aflossing (Rom. 8). Wat hij waarnam om zich heen, botste keer op keer met wat hij in de belofte vernam. Wat hij geloofde, was dat de dood was overwonnen, maar wat hij constateerde, was dat het ene graf na het andere werd gedolven. Het geheim van Paulus’ paselijke zekerheid is dan ook niemand anders dan de Opgestane Zelf. Zijn hoop, zijn leven, zijn alles.

Asiel
Hoe dit geheim hem was onthuld, vertelt hij in het derde hoofdstuk van zijn Filippenzenbrief. Eertijds was hij van mening dat hij zich waar moest maken voor God. Als hij al zijn vroomheid in de weegschaal wierp, zou dat de doorslag geven, dacht hij. Maar toen kwam Christus. Storend. Wat van gewicht leek, bleek zo licht als de lucht. Wat winst scheen, veranderde in afval voor de mestvaalt.
Maar laat nu heel die schadepost hem pure winst opleveren! Een goede ruil. Al zijn wetsgerechtigheid zwoer hij af ‘om Christus te gewinnen en in Hem gevonden te worden’, op de dag waarop God alle mensen weet te vinden.
Waar zijn zwerftocht door de wereld hem ook brengt, Paulus heeft een vaste woonplaats. Zijn eigenlijke domicilie is elders, met Christus verborgen in God. Onaantastbaar. Waar zijn schat is, daar is zijn hart. Het is in God geborgen. Daar vond hij asiel. Gratis, op Andermans kosten. En hoewel hij heel veel op zijn kerfstok heeft en van geen kanten deugt, is Paulus in Gods oog rechtvaardig. Door het geloof in Christus.
God heeft niets meer op hem tegen. Paulus staat met Hem op goede voet. Op goede gronden. Die grond ligt voor geen partje in zijn eigen productiviteit, maar louter in wat Christus voor hem deed en voor hem leed. In Christus, Die een dode werd en uit de dood verrees, heeft God alles waar Hij recht op heeft. En de apostel is er goed mee.

Nog één verlangen
Dus Paulus heeft niets meer te wensen? Ja, toch wel. Nog één verlangen vervult hem: Christus te kennen. Niet met de hersens alleen, maar met het hart. Van horen zeggen – jazeker –, maar dan ook bij ondervinding. Niet om van alles en nog wat over Hem weten, maar om Hemzelf te kennen.
Kent Paulus Christus dan nog niet? Ongetwijfeld. Maar wie eenmaal kennis met Hem maakte, krijgt er nooit genoeg van. Zoals kennis van je geliefde. Ze smaakt naar meer en verdiept zich gaandeweg. Het is deze omgangskennis waar Paulus’ hart naar uitgaat. Hem te kennen. En in één adem voegt hij eraan toe: ‘en de kracht van Zijn opstanding’. Wat zou hij daarmee bedoelen? Wat is dat voor kracht? In ieder geval geen eigen kracht. Het is een kracht die ik nooit in voorraad heb en waarover ik niet naar believen kan beschikken. Ze komt dan ook louter in mijn zwakheid tot ontplooiing.
Hoe dan? Doordat Christus Zijn genade ons genoeg laat zijn. Dat is de genade die ons in het evangeliewoord wordt toegezegd en toegekend. Het evangelie is onder de adem van de Geest immers een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft. Daarin verschijnt Hij als de Levende. Hoe ons leven ook bestookt wordt door de machten van de dood, Hij leeft. En in dit leven doet Hij ons delen. Niets houdt Hij voor Zichzelf, goedgeefs als Hij is.

Voorlopigheid
Bij wijze van voorschot op de heerlijkheid zet Hij Zijn woord soms kracht bij in tekenen van heling, uitkomst en bevrijding. Maar doorgaans laat Hij ons de tekenen dragen van voorlopigheid en onvolkomenheid: de kreupele gang van Jakob, de doorn in Paulus’ vlees. De Opgestane houdt Zijn glorie nog verborgen voor ons oog en hult Zijn kracht zelfs in het tegendeel. Vandaar dat kruis door het paasleven. Een kruis van pijn, verlies, beproeving.
Kan de Opgestane in al die kwellingen geen keer brengen? Jazeker. Eenmaal zal Hij het doen. Goed en voorgoed. Maar voorlopig volstaat Hij gewoonlijk met ons hart te keren tot Zijn belofte. Daarin ligt de draagkracht in het lijden, de spankracht tot volharding. Waar onze eigen kracht gebroken wordt en we geen kant meer uit kunnen, daar geeft Hij Zich te kennen (!) als de Levensvorst, Die mijn dood en verlorenheid tot de Zijne maakte en Zijn leven en heil tot het mijne. Dat is de kracht van Christus’ opstanding ervaren: te geloven dat de Eersteling borg staat voor allen die Hem kennen en bij Hem schuilen. Te geloven dat geen doodsmacht het laatste woord kan hebben, omdat er slechts Eén de Laatste is, later dan dood en graf.

Streep door de rekening
Hoe ik erbij kom om Christus’ opstandingskracht in verband te brengen met lijden en dood? Daar ben ik helemaal niet op gekomen. Het is Paulus die, zonder enige overgang, onmiddellijk aan die kracht vastknoopt: ‘en de gemeenschap aan Zijn lijden’. Ik kan het echt niet helpen dat dit een streep is door de rekening van al die optimisten die denken: ‘Paasleven betekent dat het kruis achter de rug is en dat nu groei en vooruitgang op de agenda staan.’ Mis, zegt Paulus. Christus’ opstandingskracht ervaren we uitsluitend in de gemeenschap aan Zijn lijden. Die kracht is niet los verkrijgbaar. Het perspectief van Goede Vrijdag mag dan Pasen zijn, maar Pasen staat tegen het decor van Goede Vrijdag. Delen in de volle glorie ligt in het verschiet. Hier beneden is ze nog niet. Wie op de voleinding vooruitgrijpt, is een dief. Vooralsnog gaan wij de kruisweg. In de gemeenschap aan Christus’ lijden. Paulus scherpt het nog aan: ‘Zijn dood gelijkvormig wordend’. Wij die leven, worden altijd in de dood overgegeven om Jezus’ wil, opdat ook – zo en niet anders – het leven in ons geopenbaard wordt.

Groei
Zit er dan geen groei in het christenleven? Jazeker. Het is de opwas in de kennis van Christus, waarbij Híj wast en wíj minder worden. Het is de gemeenschapskennis aan de Opgestane Die gekruisigd was en door de dood heenging. Het is een opwas in genade. En genade wil steevast zeggen: gunstbetoon voor een armoedzaaier. Wie zich deze benaming niet laat welgevallen, weet niet wat genade is, laat staan wat het is daarin te groeien. Het is geen toename van eigen capaciteit en heiligheid, maar groei in de diepte van afhankelijkheid. Wie achter Hem wil gaan, komt alleen via de onderste weg thuis.
Het doet me denken aan twee boerenhoeven in het Wuppertal. De ene heette Freudenberg, de andere Trübsal (droefheid). Het eigenaardige was dat Freudenberg alleen te bereiken was via het erf van Trübsal … Zo voert de weg omhoog. Dikwijls denk je het niet te halen. De strijd tegen de zonde neemt niet af, teleurstellingen kerven je leven, raadsels verwonden je ziel, en je geloof gaat op de zeef. Je haalt het niet. Nee, zegt de Opgestane. Dat klopt. Maar het doet er niet toe. Ik heb het gehaald. En Ik haal je thuis. Gearriveerde christenen houd Ik er niet op na. Althans niet voordat ze thuis zijn.
Paasleven een succesverhaal? Nee, het is de kruisweg gaan. Nu eens zingend, dan weer zuchtend. Van verlangen naar het vaderland. Op weg naar de bestemming. Vooruitgang? Ja, zoals een stratenmaker. Het werk vordert naarmate hij achteruitgaat, steen voor steen. Gebogen. Op de knieën.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Een kruis door het paasleven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's