Het wonder van het water

Artikel 34: de Heilige Doop

De NGB zingt in artikel 34 het hooglied over de doop. Dit sacrament is het teken en zegel van het wonder dat God ongevraagd en onverdiend inbreekt in ons verloren leven en ons doet delen in de redding door Jezus Christus.
In de doop herhaalt zich wat in het paradijs na de zondeval gebeurt: God is de mens gaan zoeken in Zijn wondere wijsheid en goedheid en belooft hem Zijn Zoon te geven (art. 17). Wanneer we in de doop worden begoten of besprenkeld met water, dan betekent dat: zoals dit water ons lichaam reinigt, zo reinigt het bloed van Jezus Christus ons hart. Sterker nog: zo zeker als dit water ons lichaam reinigt, zo zeker reinigt het bloed van Jezus Christus ons hart.
De NGB zet vooral deze reiniging door Christus’ bloed in het licht. Dat is een begrijpelijke keus, die te maken heeft met de tijd waarin Guido de Bres dit artikel schreef. Er waren toen zoveel ‘concurrenten’ van het voor eens en voorgoed gebrachte offer van Christus. In onze tijd zouden we ook kunnen benadrukken dat de doop een gebeuren is dat ons doet delen in het sterven met Christus en het opstaan met Hem, zoals Paulus daarover schrijft in Romeinen 6. Daarom is onze doop het meest ingrijpende gebeuren in ons leven. Als we gedoopt worden in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zegt God: jij bent van Mij.

Ook voor kinderen
In het lied van de NGB over de doop klinkt met name het wonder door dat Christus Zijn bloed ook heeft gestort voor de kinderen van de gelovigen. Precies daarin schittert de genade van God. Hij is ons mensen altijd voor. Ook al is ons geloof nodig als instrument om te delen in Gods heil, toch gaat Gods genade aan ons geloof vooraf. Gelukkig wel, anders was er geen sprake van geloof en dus geen redding. Dan zouden we voor eeuwig verloren gaan.
God begint waar geen begin is. Hij is in de doop de God van Genesis 1. Hij spreekt: er zij licht (in het duister van de schuld en zonde) en er is licht. De doop is een unieke scheppingsdaad van God. Daarom is de kinderdoop een van de fundamenten in het Woord van God. Onopgeefbaar en onherhaalbaar!

Armoede
We beginnen door de steeds luider wordende roep om herdoop in de kerk te merken dat we de rijkdom van de kinderdoop vaak hebben onderschat. Op allerlei manier. Hoe vaak heb ik niet in mijn omgeving gehoord: dat je gedoopt bent zegt zo weinig. Want hoeveel gedoopten zijn er niet die geen blijk geven van geloof  Zou het soms zo zijn dat wie de doop zo onderschat, zelf de machten van het ongeloof oproept en Gods oordeel over zich afroept? Ja, maar een mens moet wedergeboren worden. Alsof Gods Woord de doop niet het bad van de wedergeboorte noemt (Tit. 3:5). Ja, maar dat betreft de volwassendoop. Als wij deze inhoud van de volwassendoop niet van toepassing laten zijn op de kinderdoop, ondermijnen we zelf de kinderdoop. Hier lopen we tegen een grote armoede op. Aangrijpend is het: terwijl we zo’n rijke God hebben, leven we van onze armoede.

Doopdag
Een predikant vroeg aan zijn catechisanten bij wie van hen thuis wel eens gepraat werd over het feit dat men als kind gedoopt was. Het antwoord was onthutsend: bij niemand. Is het dan verwonderlijk dat het voor jongeren weinig of niets betekent dat zij gedoopt zijn? Wat ligt hier een stuk schuld bij velen van ons als oudere generatie. Terwijl er zoveel mogelijkheden zijn om van de wieg af aan kinderen de grote betekenis van hun doop duidelijk te maken. Adeldom verplicht. Gods belofte van heil, die vraagt om het antwoord van het geloof. Laat hier de gemeente aan ouders de helpende hand bieden. Er is niets gezonder dan op bevindelijke wijze te leren leven uit Gods verbond. Laat de datum waarop een kind gedoopt is, elk jaar een dag in het gezin zijn met een gouden rand. Nu kan het nog. Maar het is wel bij twaalven.

Grote troost
Ooit stond ik in een tehuis voor ernstig verstandelijk gehandicapte kinderen met een moeder bij het bed van haar kind. Dat kind kon niets, alleen met de ogen knipperen. Dat kind gaf geen enkele blijk van geloof. Toen zei de moeder met tranen in haar ogen: ‘Dominee, het is toch zo’n troost voor ons als ouders, dat ons kind gedoopt is. Haar heil ligt vast in Gods belofte. Zij is van Jezus.’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen