Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eginhard Meijering: Het Nederlands christendom in de twintigste eeuw. Amsterdam, uitg. Balans; 618 blz.; € 34,90.

Eginhard Meijering:
Het Nederlands christendom in de twintigste eeuw.
Amsterdam, uitg. Balans; 618 blz.; € 34,90
.
De gerenommeerde patristicus dr. E.P. Meijering is van vele markten thuis. Nadat hij een aantal jaren geleden een belangrijk werk over de geschiedenis van het vroege christendom op de markt heeft gebracht, heeft hij zich in zijn nieuwste boek gewaagd aan een beschrijving van de geschiedenis van het christendom in Nederland in de twintigste eeuw. Door daarbij zeer algemeen van ‘christendom’ te spreken en zich niet te beperken tot bijvoorbeeld de geschiedenis van de kerk alleen, verwijdt hij zijn perspectief ook tot het maatschappelijke leven en de wijze waarop christenen zich daarin hebben opgesteld. Zo is de derde paragraaf van elk van de vier delen van zijn boek steeds gewijd aan de vragen van christendom en politiek. Dat de wijdheid van zijn aandachtsveld daarbij niet ten koste gaat van de kwaliteit van zijn beschrijving, siert de auteur niet weinig. Keer op keer, zowel in de typering van prominente theologen en de ontwikkeling van hun denken, als in de schets van gewichtige momenten in het kerkelijke en politieke leven, krijgt men via het notenapparaat de indruk dat de auteur tot de bronnen is gegaan en zich daarbij niet met weinig tevreden heeft gesteld. Daarmee mag deze eerste omvattende poging om het christelijk leven in de voorbije eeuw in kaart te brengen als doorwrocht worden aangemerkt.

Er zijn diverse rode draden in dit boek. Zo geeft de auteur aan de hand van de vraag of de vrijzinnigheid een legitieme plek heeft of niet, veel aandacht aan de ontwikkeling van de verschillende theologische richtingen, die aanvankelijk in zuilen waren georganiseerd en zich sterk ten opzichte van elkaar profileerden.
Op het kaft van het boek prijkt een foto van de schone stad Kampen, die vanuit een dusdanige hoek is genomen, dat de roomskatholieke Buitenkerk in die stad het meest prominent in beeld komt. Dit stemt overeen met de mate waarin de ontwikkeling van theologie en maatschappelijke praktijk onder het rooms-katholieke volksdeel in dit boek aan de orde komen. Maar meest dominant in de beschrijving is toch wel het proces van neergang in kerkelijke betrokkenheid en in het zich bekennen tot het christelijk geloof als zodanig, dat zich juist in de twintigste eeuw in Nederland heeft voltrokken. Op dit gebied onthoudt de auteur zich van een duidende analyse, maar hij stelt wel vragen.
Zoals de indringende vraag of de slechts langzame vordering van de ontwikkeling van sociale wetgeving ten tijde van de zozeer confessionele kabinetten Kuyper en Colijn ertoe kan hebben bijgedragen dat veel arbeiders van de kerk zijn vervreemd. Of de vraag van H.M. Kuitert, die in de jaren zestig had gewaarschuwd dat de actualistische en maatschappijkritische theologie van die dagen erop uit kon lopen dat de kerken met lege handen zouden komen te staan, wanneer bepaalde controversiële kwesties geen rol meer zouden spelen. Een kerk die geen eigen, boventijdse boodschap heeft, trekt ook geen mensen.
Tegen het einde van zijn boek heeft Meijering ook een vraag voor de kring van lezers van De Waarheidsvriend. Hij waagt daar de stelling dat de rechterflank binnen de Hervormde Kerk is opgeschoven naar het midden. In hoeverre zijn ook gereformeerde bonders onderworpen aan verandering?
Ik sluit af met te wijzen op een tweetal voetnoten waarin de auteur op aangrijpende wijze aantoont hoe men in de moeilijke jaren van de Tweede Wereldoorlog binnen één familie soms tot een verschillende opstelling kwam ten aanzien van de bezetter. Zijn betoog dat niet iedereen in die jaren even wit of zwart of zelfs maar even grijs is geweest, noopt veel christenen in Nederland tot bescheidenheid. Een leerzaam boek.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's