Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De mening van de Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De mening van de Geest

Impressie van de synode [2, slot]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wordt het beleid over oecumene van de kerk breed gedragen én is er betrokkenheid bij de uitvoering als de nota ‘Meegaan in de beweging van de Heilige Geest’ met een geringe meerderheid wordt aangenomen?

Een jaar geleden lag er een gespreksnotitie over oecumene op de tafel van de synode, Oecumene van A-Z, van Adurard tot Zimbabwe, van Zevenhuizen tot Australië. In de vergadering van 11 april moesten er echter besluiten vallen. Dat gebeurde – waarbij de stemverhouding 80 voor en 56 tegen was.

Kobia, Kamphuis, Den Hertog
Voordat de bespreking begon, spraken drie gasten de synode toe. Samuel Kobia, algemeen secretaris van de Wereldraad van Kerken, legde de synode de vraag voor of de oecumene in de nota niet vooral bezien moet worden vanuit de drie-eenheid, in plaats van alleen vanuit het werk van de Geest.
Na hem spraken twee adviserende leden van de Raad van advies voor het gereformeerd belijden, de gereformeerd-vrijgemaakte prof.dr. B. Kamphuis en de christelijke gereformeerde prof.dr. G.C. den Hertog. Beiden haastten zich door te zeggen op persoonlijke titel het woord te voeren. Dr. Kamphuis benadrukte dat samenwerking tussen de kerken alleen kan vanwege het evangelie van de verzoening, het woord van vrede door het kruis.
Dr. Den Hertog zag de plaatselijke samenwerking tussen een christelijke gereformeerde kerk en een gemeente binnen de Protestantse Kerk nogal eens als teken van desinteresse in de kerk op basis van een gedeelde beleving. Hij herinnerde aan wat in 1528 in Bern is uitgesproken, namelijk dat de kerk uit het Woord geboren is, ‘een lastige eenheid die boven ons staat’.

Zonde van de verdeeldheid
Oud. C.D. Hoogendijk (classis Almelo) diende een tegenvoorstel in. Hij wilde het geloofsgesprek als basis voor alle oecumenische contacten zien.
Scriba dr. B. Plaisier noemde dat veel te weinig. ‘Het gaat nu om beleid.’
Ds. P. Verhoeff (classis Alkmaar) wilde aan de rooms-katholieke bisschoppenconferentie melden dat de oecumene niet verder kan als de protestantse kerken door de Rooms-Katholieke Kerk niet erkend worden.
Ds. G. van Zeben (classis Apeldoorn) zei hoop te ontlenen aan oecumene op het plaatselijke vlak. ‘Juist daar waait de Geest.’
Mevr. ds. I. Fritz (lutherse synode) noemde het vervreemdend dat de lutherse synode niet geraadpleegd is en ontoelaatbaar dat in de nota met geen woord over de Holocaust gesproken is.
Ds. R. van den Beld (classis Zeist) merkte op dat de Geest van zonde overtuigt, ook van de zonde van de verdeeldheid.
Dr. C. van Sliedregt (classis Harderwijk) wilde in eerbied zoeken naar de mening van de Geest, om zo waarheid en eenheid op elkaar te betrekken.
Dr. H. Veldhuis (classis Tiel) miste bevlogenheid, werkelijke betrokkenheid op de inhoud van de oecumene, namelijk aandacht voor de dialoog met moslims, een discussie over religie en etniciteit in verschillende landen.
Ds. J.D. Kraan (classis Buitenpost) vroeg of de Geest ook in andere godsdiensten mag werken. ‘Je kunt de Geest niet losmaken van wat mensen geloven.’
Ds. L. Plug (classis Gouda) nam afstand van deze visie van ds. Kraan. ‘Heelheid en zingeving zijn er alleen door Jezus Christus.’
Ds. J.C. Oosterwijk (classis Heerenveen) vond de nota te probleemloos spreken over pentecostaalse en evangelische christenen, ‘want uit hun hoek waait momenteel de Geest’.
Oud. mevr. S. Hiebsch (lutherse synode) zei dat haar oecumenische frustratie bij deze nota lag, ‘want nooit kunnen Woord en Geest gescheiden worden’.

Zelfbewustheid
In zijn reactie op de sprekers zei ds. Plaisier dat synodeleden met verschillende verwachtingen de bespreking ingingen. ‘We willen in een ruime zin een oecumenische kerk zijn, we willen niet kiezen tussen remonstranten en pinksterkerken.’ Hij bepleitte zelfbewustheid in het gesprek met de Roomse Kerk, tegelijk dankbaar voor wat er de afgelopen veertig jaar wel bereikt is.
De Protestantse Kerk besloot zich de komende jaren in te gaan zetten voor de oprichting van een beraad van kerken, waar alle christelijke kerken en groeperingen in Nederland elkaar informeel kunnen ontmoeten. Tegelijk wil de kerk een betrouwbare partner van de Raad van Kerken blijven. Ook gaat de kerk zich bezinnen op de herinrichting van wereldwijde oecumenische netwerken: de Wereldraad van Kerken zou op termijn een andere functie moeten krijgen. De organisatie moet geen bundeling van individuele lidkerken vormen, maar confessionele en regionale verbanden bijeenbrengen. Tevens zal de kerk zich opnieuw bezinnen op haar verhouding met Rome.

Inhoudelijke inbreng
Ik kan me niet herinneren dat sinds het ontstaan van de protestantse synode zoveel leden tegen een rapport stemden. Dat geeft te denken en dat mag consequenties hebben voor de prioriteit die de kerk aan de oecumene geeft – al is waar dat verscheurdheid van het lichaam van Christus zonde is. Die verscheurdheid wordt echter slechts dieper als niet samen met Petrus beleden wordt: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’
Als we een positief punt na deze synodebespreking willen noemen, is dat de inhoudelijke inbreng en betrokkenheid van veel (jonge) synodeleden uit de kring van de Gereformeerde Bond. Op deze wijze bouwen zij en anderen de kerk met het getuigenis aangaande Jezus Christus.

Kerkorde
Bij de behandeling van de kerkordewijziging met betrekking tot de colloquiumregeling vroeg ds. L. Plug van de landelijke kerk pastorale aandacht voor de ‘kandidaten die soms lange tijd op een beroep moeten wachten’. De kerk heeft hen als predikant toegelaten, dus mag men de pastorale aandacht niet uitsluitend overlaten aan de plaatselijke gemeente waarvan de proponent lid is.
Oud.-kerkrentmeester M. van der Klooster gaf in een motie het generale college voor de kerkorde de suggestie mee in overweging te nemen om terug te keren naar de in de hervormde kerkorde gebruikelijke mogelijkheid om als ambtsdrager voor twee keer vier jaar herverkozen te worden, exclusief dispensatie.
De synode nam met slechts drie stemmen tegen de motie aan om – gezien de gesignaleerde problemen bij het vinden van voldoende geschikte personen ter vervulling van de vacatures in de kerkenraden – bij de komende evaluatie van de kerkorde te bezien of de kerkorde op dit punt gewijzigd dient te worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De mening van de Geest

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's