Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over psalmen en meer ...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over psalmen en meer ...

GB-brochure over liturgie in hervormde gemeenten

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij zijn niet zozeer tégen de gezangen als wel vóór de psalmen, dat is de teneur van de brochure over de liturgie in hervormde gemeenten, die het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond liet verschijnen.

Onder dezelfde titel als de serie artikelen die in 2007 gepubliceerd werd in De Waarheidsvriend verscheen dit voorjaar een brochure namens het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond over De liturgie in hervormde gemeenten. Verschillende keren zijn in het verleden opiniërende bijdragen in dit blad en/of brochures over deze materie verschenen. Zo in 2000 Zingen naar de Schriften. Alleen reeds het feit dat na acht jaren opnieuw over de liturgie – en dan in het bijzonder de gemeentezang – is geschreven, maakt duidelijk dat er het nodige aan de hand is in de gemeenten en dat wij op dit punt te maken hebben met danige moeilijkheden en spanningen. Hoe daarin leiding te geven? Daarover gaat deze brochure, die een tiental bijdragen bevat en de bedoeling heeft kerkenraden voor te lichten en bij te dragen aan de zo noodzakelijke meningsvorming op dit punt.

Thema’s
P.J. Vergunst is de man die het spit afbijt en aan het eind de deur (van dit boekje) dichtdoet. Hij schrijft over het leiding geven ondanks ongelijktijdigheid en ook over het feit dat wij moeten weten wat een kerklied is. Met die ongelijktijdigheid is bedoeld het gegeven dat vandaag de dag in de gemeenten zeker niet meer alle neuzen één kant op staan en meerdere bewegingen in een verschillende richting zich voordoen als het gaat over liturgie.
Wij reageren op een gevoelscultuur (ds. C. Blenk), worden voorgelicht over het wezen van de liturgie (ds. H. Roseboom) en moeten weten dat we Psalmen in overvloed hebben (ds. H. van Ginkel). Uiteraard komen Liedboek en Nieuwe Psalmberijming aan de orde in een artikel van ds. J. Harteman, terwijl ds. H.J. Lam specifiek het Liedboek weegt op zijn gehalte in het licht van de Schrift en de confessie. Ook de opwekkingsliederen worden tegen het licht gehouden, door dr. G. van den Brink, en ds. M.A. Kuijt beschrijft hoe een proces van bezinning ten aanzien van het zingen van gezangen naast de Psalmen zijns inziens verstandig, dat wil zeggen op een geestelijke wijze kan verlopen. Psalmen moeten wij tenslotte zingen met wijsheid, aldus ds. G.D. Kamphuis. Laatstgenoemde scribent stelt bij voorbeeld dat ‘het bijbels-theologisch kader’ (de grote daden van God in de geschiedenis van het heil, die wij bezingen, AB) ‘ons niet verhindert of zelfs verbiedt meer te zingen dan alleen de psalmen. Waarom zingen we dan niet rechtstreeks van Christus? Waarom zingen we geen nieuw lied als antwoord op de daden van God? Waarom alleen in het kader van de belofte, zoals in de Psalmen vertolkt?’ Daarmee raakt hij heel de problematiek die zich onder ons voordoet, in de kern. Tussen haakjes: toch pleit hij voor het primaat van de Psalmen, al was het alleen al omdat Christus Zelf zich in heel Zijn weg ervan bediende en er Zich door liet onderwijzen. Trouwens, hier hebben wij de hele teneur van deze brochure: wij zijn niet zozeer tégen de gezangen als wel vóór de psalmen.

Knoop
Vandaag de dag echter blijkt dat een dergelijke uitspraak lang niet overal en door iedereen wordt omhelsd. De verscheidenheid en de tegenstellingen, zelfs conflicten, groeien. Her en der gist het, zijn diverse modellen op liturgisch gebied gevormd, zijn wijkgemeenten gedifferentieerd, wordt getracht de boel bij elkaar gekramd te houden met thema’s en motto’s als Eenheid in verscheidenheid. Dat klinkt prachtig maar de werkelijkheid is nogal eens anders.
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat deze brochure, hoe waardevol ook en dichtbij de Schrift, waarschijnlijk de problemen niet oplost. Er zijn bewegingen en ontwikkelingen gaande die zich eigenstandig en soms ook eigenzinnig doorzetten. Het een en ander is mijns inziens ook niet los te zien van de droefenis van de kerkscheuring in 2004. Mijn mentor destijds, ds. J. de Lange, vatte eens een vergadering samen met ‘de éne partij gaf een dot gas en de andere trapte met alle macht op de rem’. Ik heb het gevoel dat wij zoiets vandaag de dag beleven. Geprononceerdheid lijkt in te zijn, gevoel voor verhoudingen zoek. Het is in zo’n klimaat slecht ademhalen en leiding geven wordt een crime.

Verdiensten
Het is me onmogelijk om op elke bijdrage in het bijzonder in te gaan. Stuk voor stuk reiken zij waardevolle dingen aan. De éne scribent kiest meer uitgesproken voor alleen psalmen dan de andere. Dat is een zekere diversiteit in dit geschriftje. Ik zie, in samenhang met de kerkelijke ontwikkelingen, zich een grotere genuanceerdheid ontwikkelen dan in vroegere jaren het geval was. Dat hoeft geen bezwaar te zijn. Alles wat leeft, ontwikkelt zich. Wij leven niet in een museum. Maar de kerk en de gemeente zijn evenmin speeltuinen, waar je naar hartelust experimenteert en vernieuwt om te vernieuwen. Laten wij ons voor beide eenzijdigheden hoeden. Wat dat betreft spreekt de brochure verstandige en bezonnen taal. Kerkenraden en gemeenteleden moeten daarmee hun winst doen. Dat zij dat kúnnen, is een verdienste van deze brochure.

Maar …
Dit alles gezegd zijnde, wil ik een punt aansnijden dat zeer wezenlijk is voor de gemeenten van vandaag. Wij moeten leren van de geschiedenis. Wat in onze gemeenten nu gebeurt, is (al lang) in andere kerken en gemeenten aan de orde geweest. En wie wordt daar vrolijk van? In de (eerste) bijdrage van Vergunst vond ik een zin (pag. 8) die bij mij bleef haken. Het is deze: ‘Waar geloofsbelevingen uiteen groeien, komt de liturgie onder druk te staan.’ Dat lijkt een subjectieve uitspraak maar is het, naar mijn mening, absoluut niet. Ik vind dat hij de spijker op de kop slaat als hij daarom pleit om voorafgaande aan eventuele vernieuwingen in de liturgie, éérst het gelóófsgesprek te voeren in de kerkenraad en in de gemeente.
‘Over wie God is en wie ik als mens ben’, zo omschrijft hij het thema daarvan. Of dat de meest adequate omschrijving is, daarover kun je van mening verschillen. Maar terzake is het zeker.
Waarom? Er zijn meerdere rapporten in diverse gemeenten verschenen om liturgische veranderingen te wegen, voor te stellen en in te voeren. Men is het daarin over het algemeen zonder slag of stoot erover eens: wij zijn een gemeente die ‘gereformeerd’ wil zijn en waar ‘gereformeerd gepreekt wordt’. En dat moet ‘natuurlijk’ zo blijven. Men haalt vervolgens allemaal opgelucht adem en stevent af op de voorgenomen vernieuwingen. Het gehalte van prediking en gemeente is geborgd, heet het dan.

Eigentijds en attractief
Dát nu lijkt mij de vraag. Voor alle duidelijkheid: of alles gereformeerd is wat gereformeerd heet. Ik meen dat daar een groot stuk zorg ligt! En waarom moeten er eigenlijk vernieuwingen komen? Dé jeugd wil het, heet het. Wij moeten eigentijds zijn, klinkt het. Wij willen een attractieve gemeente zijn, het is bij ons zó saai en wij hebben nú oog gekregen voor de gaven van de Geest, roepen mensen. En op termijn verslaat het evangelische ‘ge-doen- te’ zijn duizenden.
Langzaam maar zeker groeien wij weg van het strikt gereformeerde, hetzij men het bewust nastreeft of argeloos zich laat meevoeren. Nee, niet elk verlangen naar gezangen is hiermee geoordeeld als buiten de orde van het Woord. Maar op z’n minst moeten wij alert zijn. Ik zie vandaag dingen gebeuren waarbij ik de gedachte niet kan onderdrukken: wie dramt, wordt beloond; wie afremt, mag niet meer meedoen – hij is een lelijke spelbreker.

Geloofsgesprek
Temeer is het door Vergunst bepleite geloofsgesprek noodzakelijk. Vooraf en eigenlijk continue. Ik denk dat wij daar in het verleden veel te weinig werk van hebben gemaakt. Misschien ook wel ten aanzien van bijvoorbeeld nieuwe berijmingen van de psalmen. Hebben wij die niet vaak vrijwel categorisch afgewezen? Was dat verstandig?
Ik geloof niet dat je met de hand op de Bijbel zingen van andere liederen dan psalmen principieel kunt afwijzen; ik ben ook van mening dat de kledij waarin de berijming van 1773 gehuld gaat, knap versleten is en dat in de Nieuwe Berijming prachtige dichtkunst, Geestdoorademd, eerder regel dan uitzondering is. Maar ik wens iedereen die gezangen moet selecteren, alle wijsheid en verstand toe om dat te doen, al was het alleen maar omdat wij in de komende decennia waarschijnlijk nooit meer klaar zullen zijn, zolang wij ons in ons beleid laten dicteren door lieden die op z’n minst op gespannen voet leven met het gereformeerde verstaan van de Schrift. Maar vóór alle dingen dienen wij het geloofsgesprek te voeren en zolang we dat niet doen of uit angst om de dingen recht te zeggen (ook en juist in de kring van de kerkenraad) het ontlopen, moesten we voorlopig maar niet aan vernieuwingen beginnen.
Ik citeer nog eens Vergunst: ‘Ons scharnierpunt kan als gevolg van liturgische keuzen zomaar van de belovende God naar de gelovende mens verschuiven.’ Bovendien moeten we er eens goed over nadenken of het na alle ellende rondom kerkscheuring etcetera nu de tijd is om de zaak op de schop te nemen. Ik meen te moeten zeggen dat allerlei vernieuwingen om maar te vernieuwen in vele gemeenten bitter weinig hebben opgeleverd, weinig anders dan leegte.

De schat van de kerk
Lieve lezer(es), wij hebben een onwaardeerbare schat: de Schrift zelf. Wij delen in de rijke erfenis van de traditie der geschiedenis in de confessie. Wij hebben zoveel dat de moeite waard is om dóór te spreken en uit te preken en het met elkaar en anderen te delen. En wij, predikanten, wij moeten de Woorden Gods spreken, met gezag, met overtuiging, bezieling en liefde. Niet zo lauw alstublieft, niet zo ‘take-it-or-leave-it’-achtig. Dringt aan achter de kudde zoals het een herder betaamt. Zielen voor een grote eeuwigheid zijn u toevertrouwd om hen voor Christus te winnen. Van dat grote heil en van dat tere leven in de omgang met de Levende moeten we spreken en de gemeente het haar toekomende deel geven. Niet aan ieder groepje of richtinkje zijn deel, maar het brood snijden voor en laten eten door heel de gemeen-

‘De liturgie in hervormde gemeenten’ telt 70 blz. en is te bestellen bij het bureau van de Gereformeerde Bond. Dat kan door € 5,50 over te maken (inclusief porto) op postbanknummer 2937021 t.n.v. Bureau Gereformeerde Bond te Apeldoorn, o.v.v. Liturgie. Wie vijf of meer exemplaren bestelt, betaalt € 4,50 per stuk. Wie per giro betaalt, vergeet niet zijn adres te melden!

te. Zingt een nieuw lied. Oude psalmen, nieuwe psalmen, gezangen uit de schat van de kerk der eeuwen, zo u er behoefte aan hebt. Maar vooral veel Psalmen.
Lopen we achter elk geluid aan en proberen wij iedereen te vriend te houden, dan kunnen we succes hebben maar de leegte grijnst ons vroeg of laat toe. Wij moeten eens te meer onderscheiden waar het op aan komt. Er is in Amerika een boek verschenen getiteld This little church went to market (deze kleine gemeente ging naar de markt). Met nieuwe methoden en nieuwe verpakkingen van het evangelie de kerk promoten. Niet zonder succes. Ja, maar Nederland is geen Amerika. Zeker. Maar schepen op ’t strand zijn een baken in zee. Succes en zegen zijn niet hetzelfde.

Ik citeer een artikel in het RD van 20 augustus jl. om duidelijk te maken wat er kan gebeuren in een kerk die willens en wetens ‘attractief ’ wil zijn en gaandeweg aan het echte kerk-zijn ontzinkt, omdat niet het evangelie anders wordt gebracht maar een ander evangelie wordt verkondigd. Het citaat dat ik door wil geven, luidt als volgt: ‘In het oude evangelie gaat het over God; in het nieuwe evangelie gaat het over behoeften. In het oude evangelie gaat het over onze behoefte aan gerechtigheid; in het nieuwe evangelie gaat het over onze behoefte aan ontplooiing. Het oude evangelie is dwaasheid voor hen die verloren gaan; het nieuwe evangelie is aantrekkelijk. Velen stromen naar het nieuwe evangelie toe; maar de grote vraag is hoeveel er werkelijk worden gered.’ (dr. Gary E. Gilley) Om zulke grote dingen gaat het. Dat is op zichzelf vele malen belangwekkender dan een discussie over Psalmen of gezangen en alle variaties op dit thema. Levenswijsheid, geïnspireerd door de Schriften, leert ons echter dat vele dingen die oogziens weinig met elkaar te maken hebben, toch nauwer verbonden zijn dan wij denken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Over psalmen en meer ...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's