Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tongentaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tongentaal

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al eerder dit jaar vroegen we op deze plaats aandacht voor de jaarserie van het blad Wapenveld over de Pinksterbeweging. In een eerder redactioneel schreef drs. B.T. Wallet (redactiesecretaris) dat in deze reeks ‘de toenemende invloed van de ideeën binnen de traditionele kerken centraal staat’. Nogal wat gemeenten hebben te maken met de vraag hoe de Geestesgaven een verantwoorde plaats in de gemeente kunnen krijgen. Parallel aan de jaarserie worden ook meditaties onder de titel Pinksteren als uitdaging opgenomen die bijbels-theologisch ingaan op verschillende aspecten van Persoon en werk van de Geest.
In de meest recent verschenen aflevering (augustus 2008 – jaargang 58 nummer 4) schrijft dr. A.J. Plaisier, de onlangs nieuw aangetreden scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, over Tongentaal: gave van de Geest. Eerst licht hij kort toe vanuit de Bijbel wat we met tongentaal bedoelen:
Ik zou liever willen dat u allen in klanktaal sprak, maar ik wil nog liever dat u profeteert. (1 Korintiërs 14:5) Tongentaal is volgens Paulus een taal die voor de gelovigen in kwestie zinvol is, maar voor de buitenstaanders zinloos. Zinloos, want onverstaanbaar. Het verschijnsel ‘tongentaal’ is spreken van een taal die voor niemand anders verstaanbaar is, behalve voor hen die daar dan ook weer een speciale gave voor hebben gekregen: de uitleggers. Het is echter vooral een persoonlijke gave. Ik noem het in deze bijdrage, in navolging van de Nieuwe Bijbelvertaling, veelal klanktaal.

Noodzaak?
Moet ieder kind van God over deze gave beschikken? Ben je als christen wel op het vereiste bijbelse niveau als je niet in tongen spreekt?
Ds. Plaisier stelt nuchter vast: Ik spreek zelf niet in tongen. Eerlijk gezegd heb ik er ook nooit naar verlangd. Ik bid, zonder ooit boven mijn eigen taal uitgevoerd te zijn. Is dat vreemd? In Marcus 16:17v staan de kenmerken van hen die tot geloof zijn gekomen. Als tweede in het rijtje staat: zij zullen spreken in onbekende talen.
Dat kenmerk vertoon ik niet. Dat geldt ook voor de andere kenmerken die in het rijtje van Markus 16 zijn vermeld (demonen uitdrijven, etc.) Paulus schrijft: ‘Ik zou willen dat u allen in klanktaal sprak’ (1 Kor. 14:5), en ik denk: voor mij hoeft het niet.
Ik heb daar ook wel redenen voor. Paulus lijkt klanktaal vooral te relativeren, en de betekenis van profetie sterker te beklemtonen. Het lijkt net alsof hij zich een beetje geneert voor een gemeente waar iedereen maar aan het bidden is in klanktaal. Ze zullen denken dat jullie krankzinnig zijn, schrijft hij (1 Kor. 14:23). Paulus wekt niemand op om de gaven van de Geest, vooral naar die van profetie (14:1).
Ten slotte: als Paulus wenst dat iedereen in klanktaal spreekt, kun je daaruit aflezen dat hij het geen onmisbaar element van het christelijk geloof acht.
Met zoveel woorden noemt hij het een van de gaven van de Geest (1 Kor. 12:10), waarbij het duidelijk is dat niemand alle gaven heeft, en dat er geen enkele gave aan allen gegeven is. Klanktaal is dus geen must. Het is niet typisch christelijk. Maar het is wel een gave van de Geest. Het is daarom absurd om tongentaal in de ban te doen. ‘Verhinder niet dat er klanktaal gesproken wordt’ (14:39). Deze gave wordt gegeven door de Geest, ‘die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil’ (12:11). Als de Geest het wil, gebeurt het ook. Of de Geest het altijd wil is een tweede. Maar wie is bevoegd de Geest in de kaart te kijken? Wie is bevoegd de Geest aan banden te leggen?

Gebed
Ds. Plaisier gaat nog nader en dieper in op de vraag wat tongentaal nu eigenlijk is. Het heeft naar het lijkt alles met het persoonlijke gebed te maken.
Nu is de vraag: wat is toch dat fenomeen van tongentaal? Paulus schrijft dat iemand die in tongen spreekt, spreekt tot God. Het gaat dus om een vorm van bidden. Tongentaal sticht de persoon in kwestie. Het is een geestelijke communicatie met God, waarbij de heilige Geest onze geest te hulp schiet, zodat wij met ons hele wezen met God kunnen communiceren. Het is mogelijk de meest effectieve en meest intieme communicatie tussen de mens en God. Klanktaal is gebedstaal, waarin God geprezen wordt en met God wordt gecommuniceerd. Volgens Paulus is het een activiteit van de geest, aan het verstand voorbij. 'Wanneer ik namelijk in klanktaal bid, bid ik niet met mijn verstand' (14:14). Het verstand spreekt verstandelijk, maakt gebruik van woorden en begrippen die met het verstand te vatten zijn.

Verstand
Hoe komt het dat onder doorsnee protestanten deze tongentaal nauwelijks gevonden wordt?
Plaisier leidt uit Paulus’ woorden af dat in de tongentaal ‘de Geest ontstijgt aan de kaders van het verstand. Volgens Paulus is dat wel stichtend maar niet sociaal. In het sociale verkeer is het verstand nuttig en nodig’.
Ben ik té rationalistisch? Zijn wij als protestanten te rationalistisch? Daar kan ik niet een eenduidig antwoord op geven. Eerlijk gezegd bespeur ik bij protestanten vandaag evenzeer vormen van irrationalisme als van rationalisme. En toch: op de een of andere manier is protestantisme de religie waarin het verstand nadrukkelijk een rol speelt. Onze tong is door de Geest in beroering gebracht, de pennen zijn gaan schrijven. Geloofsbelijdenissen zijn ontstaan, preken zijn gehouden, er is een tale Kanaäns ontstaan, de theologische wetenschap heeft zich breed ontvouwd. Woorden met zin en inhoud spelen een grote rol.
Reformatie is een wonder, een Pinksterwonder. De stomme beelden achtergelaten, de geur van wierook uitgebannen, de muziek, zeker in de calvinistische tak, beteugeld en ook de mystiek met een kritisch oog bekeken. Alle ruimte voor evangelie, en het gearticuleerde antwoord daarop. Ik moet zelf antwoord geven, ik moet mijn verantwoordelijkheid als mondige gelovige nemen. Het verkeer tussen God en mens is geregeld, het geschiedt in het daglicht van de rede, ook al is het een rede die wortelt in het hart. Het verkeer tussen God en mens is gebonden aan woorden, zinnen, teksten, pericopen, Schrift. Het gaat om het Woord. Het Woord, bemiddeld door onze woorden.
En toch, we worden er wel eens moe van. Het ratelt maar door. De tongen ratelen als een scheprad waar nauwelijks water meer over gaat. Wie verlost ons van al dat losgeraakt zijn van de Geest? Dan wordt spreken praten in de lege ruimte. Of het woord gaat weer verstommen. We weten het niet meer en kunnen het niet meer zeggen. We vinden de woorden niet meer. We zoeken het weer meer in muziek, hetzij op de wijze van de Hohe Messe, hetzij op die van de Opwekking. We zoeken het weer meer in beeld en rite. In kaarsen en kleden. Er zit iets van een verlegenheidsoplossing in. Dan kan je je afvragen: waarom niet in klanktaal? Hebben de broeders en zusters van de Pinksterkerk niet een beter deel te pakken? Het is geen antwoord op protestantse verlegenheid, ik wil de protestantse tong toch trouw blijven, maar van alle alternatieven is deze niet de minste. Het is immers weer de tong, maar nu muzikaler, vromer, ongewapender, alsof de tong een duik mag nemen in genezend water.

Voorbehoud
Wat moet iemand die de gave van de tongentaal niet bezit? En tegelijk van het verlangen weet om op verhoogde toon Zijn God en Zaligmaker te prijzen? Ds. Plaisier stelt: ‘De poëzie komt ons te hulp. We spreken op de verhoogde toon van het lied. En waarom niet ook in extase, de extase van het woord, dat klank wordt’. Tongentaal: het is een gave, zegt Paulus. Ook al bezit ik deze gave niet, ik zoek wel naar de schaduwen van deze gave. In de poëzie, in de woorden die meeslepen, woorden die een klank en ritme hebben, die de wereld van God kunnen ontsluiten. In aandacht en concentratie van gebed. In aanbidding en lofprijzing. Wie weet komt het nog eens tot tongentaal. Ik zoek het niet en zal het dus waarschijnlijk ook niet krijgen, maar je weet maar nooit.
Toch blijf ik bij dat alles gewoon protestant. En daarom ook een voorbehoud hebben. Zeker tegen het dictaat dat mij vertelt dat tongentaal hoort bij de doop door de Geest. Dan wordt de Geest weer wet. Paulus heeft zich ertegen verzet, vooral door zijn accent op de liefde, die met geloof en hoop de meeste is. Ik ben allergisch voor een kenmerkenchristendom. Stel nu dat tongentaal een noodzakelijk kenmerk is van het christelijk leven: dan moet je een groot rood potlood uit de la halen, en hele generaties christenen wegstrepen. Wat blijft er dan over van negentien eeuwen kerkgeschiedenis?
Een christelijk leven is een door de Geest beroerd leven. De Geest lijft in Christus in. De Geest geeft ook gaven. Deze gaven richten zich op handen en voeten, hoofd en hart, tong en taal. En als de Geest zich op de taal richt, gaat de een profeteren en de ander in tongen spreken. Bij de een wordt de tong beroerd die al gevormd is door een taal, het is de schede waar de Geest het zwaard in steekt. Bij de ander wordt de tong beroerd en deze wentelt zich – zo stel ik me voor – in het warme bad van klanken, in de warme golfstroom van Gods liefde, even onderduiken, even baden, maar dan er ook weer uit. Veni Creator Spiritus.

Al zegt dr. Plaisier de gave van de tongentaal te missen, hij bezit wel het vermogen de taal te hanteren die op de taalminnaar indruk maakt. Is dat niet ook een gave van de Geest?

PS: Wie meer informatie wenst over het hier geciteerde artikel of het in zijn geheel wil lezen, wende zich tot www. wapenveldonline.nl.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Tongentaal

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's