Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Hoort, gij volken!’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Hoort, gij volken!’

Meditatie: Micha 1:1-7

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Micha moet profeteren aan elk geslacht, taal, volk en natie: De Heere HEERE nu zal tot een Getuige zijn tegen u, de Heere uit de tempel Zijner heiligheid.

'Hoort, gij volken altemaal; merk op, gij aarde, mitsgaders derzelver volheid!'

De Heere zal komen, in heilige toorn ontstoken; Hij zal neerdalen en uitgaan van Zijn plaats, de tempel Zijner heiligheid, omdat Hij een geding, een twist heeft met Zijn volk. De Heere treedt met Zijn volk in het gericht en de wereld moet daarvan getuige zijn. Wat is daarvan de reden? ‘Dit alles om de overtreding van Jakob en om de zonden van het huis Israëls; wie is het begin van de overtreding van Jakob? Is het niet Samaria? En wie van de hoogten van Juda? Is het niet Jeruzalem?’ (vs. 5).

Jerobeam
Met Jakob wordt hier het noordelijke rijk bedoeld: het Tienstammenrijk, met als hoofdstad Samaria. En met het huis van Israël het zuidelijke rijk, Juda, met de hoofdstad Jeruzalem. De beide hoofdsteden gaan voorop in het geestelijke en morele verval. Ze leven aan de HEERE en Zijn soevereine Woord, Zijn inzettingen en geboden voorbij.
Hun godsdienst is een eigenwillige, zoals al in de dagen van koning Jerobeam, de eerste koning van het Tienstammenrijk. In 2 Koningen 17:21-23 lezen we wat dat tot gevolg zou hebben: de uiteindelijke ondergang van het rijk. ‘Jerobeam dreef Israël af van achter de HEERE en hij deed hen een grote zonde zondigen. Alzo wandelden de kinderen Israëls in alle zonden van Jerobeam die hij gedaan had; zij weken daarvan niet af; totdat de HEERE Israël van Zijn aangezicht wegdeed, gelijk als Hij gesproken had door de dienst van al Zijn knechten, de profeten; alzo werd Israël weggevoerd uit zijn land naar Assyrië, tot op deze dag.’

Voltrekking
In de dagen van de profeet Micha zal dit strafgericht worden voltrokken, zo’n tweehonderd jaar na Jerobeam. Micha moet het aankondigen: ‘Want zie, de HEERE gaat uit van Zijn plaats, en Hij zal neerdalen en treden op de hoogten der aarde.’ Hoewel het zuidelijke rijk nog zal worden gespaard, zal ook Juda met Jeruzalem door Gods oordeel worden getroffen.
Hoort, gij volken altemaal!’ Wat als de HEERE vandaag rechtszitting zou houden? Als de Rechter der ganse aarde de wereld nu zou dagen voor Zijn heilige vierschaar? Als ook ons volk zou worden aangeklaagd, de grote steden voorop? Plaatsen waar de HEERE niet als Schepper en Onderhouder wordt geëerd, en in Zijn lankmoedigheid en liefde voortdurend wordt gekrenkt?
Samaria en Jeruzalem werden gesteld tot een waarschuwend voorbeeld voor de volkeren.

Oplichten
Hoort gij volken altemaal!’ Micha’s naam betekent: ‘Wie is gelijk de HEERE?’. In deze profeet zien we iets oplichten van de ene en grote profeet Jezus Christus, de Zoon van God, door Wie Gods boodschap tot al de volkeren zal doorgaan. Die gesproken heeft: ‘Dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.’ (Matth. 24:14) Aan dat einde zal nog veel voorafgaan. Vele valse profeten zullen opstaan en velen verleiden. En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zal de liefde van velen verkouden.
Hoort, gij volken altemaal! (…) zie, de HEERE gaat uit van Zijn plaats, en Hij zal nederdalen en treden op de hoogten der aarde.’ Als de Heere in het gericht gaat treden en onze ongerechtigheden gadeslaan, wie zal bestaan?' Ja, toch, waar wij onze zonden gaan bewenen en erkennen dat al Gods oordelen rechtvaardig zijn, waar wij gaan belijden dat wij Zijn gunst totaal hebben verbeurd, daar wijst Hij ons in Zijn onuitsprekelijke genade een plaats om te schuilen: aan de voet van het kruis. Waar wij in het geloof Hem omarmen, Die in onze plaats ging staan, Die Zijn dierbaar bloed gestort heeft tot een verzoening voor onze zonden (1 Joh. 2:2), daar wordt ons het onverdiende geschonken, daar gaan Gods gerichten aan ons voorbij en ontvangen wij vrijspraak door Hem. Daar gaan wij Hem roemen om Zijn onmetelijke goedheid en Hem onze innige dankbaarheid betuigen.

Buigen
‘Hoort, gij volken altemaal!’ Eens zal alle knie zich voor Hem buigen: ‘Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn. En alle tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid Gods des Vaders’ (Filipp. 2:10 en 11).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

‘Hoort, gij volken!’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's