Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Niet per se straks ouderling’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Niet per se straks ouderling’

Hervormde mannenbond viert 75e verjaardag

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat voorzitters van de Bond van Hervormde Mannenverenigingen op gereformeerde grondslag in de jaren tachtig nogal eens deden, gebeurt vandaag niet meer: stevige kritiek uiten op de maatschappij. De bond, die deze maand zijn 75e verjaardag viert, wil zijn leden vooral toerusten om getuige te zijn.

De hervormde mannenbond werd opgericht in 1933, midden in de crisistijd. Een van de drijvende krachten daarachter was M. Noteboom, hoofd van een christelijke school in Gouderak, later in Hilversum. De tijd voor de oprichting van de mannenbond was rijp. Predikanten waren dadelijk bereid om zitting te nemen in het bestuur van de op te richten bond.
De jaren dertig vormden een onzekere tijd. Er was veel werkloosheid. De dreiging van de nazi’s begon zich te openbaren. In de Nederlandse Hervormde Kerk probeerden de verschillende richtingen elk haar invloed te vergroten. Het was ook de tijd van de verzuiling: elke religieuze groep had eigen organisaties, zowel in rooms-katholieke als in gereformeerde en hervormde kring.
Voor hervormd-gereformeerden vormden de Gereformeerde Kerken nogal eens een voorbeeld.
Voorzitter ds. W. Westland uit Ridderkerk: ‘De Gereformeerde Kerk was sterk georganiseerd en nadrukkelijk aanwezig. Een voorbeeld van hoe men zich sterk kon maken.’
Tweede voorzitter ds. J.P. Nap uit Lunteren: ‘De mannenbond vormde een overkoepelend orgaan en had het versterken en uitbreiden van de mannenverenigingen van de kerkelijke gemeenten als doel. Dat is nog steeds zo.’

Meegevallen
Dat laatste is gelukt. De bond heeft samenbindend gewerkt en veel bijgedragen aan de oprichting van mannenverenigingen in hervormde gemeenten. Voor 1933 was er nog maar een beperkt aantal verenigingen, onder andere te Sint- Annaland en Rotterdam. Na de oorlogsjaren – ook voor de mannenbond een moeilijke periode – volgde er een bloeiperiode in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw met de oprichting van talrijke mannenverenigingen. Een tijdperk dat grotendeels samenviel met het voorzitterschap van ds. A. Vroegindeweij, die van 1958 tot 1978 de leiding had. In de jaren tachtig en negentig brak opnieuw een moeilijke tijd voor de mannenbond aan. Het ledenaantal werd minder en de gemiddelde leeftijd hoger, zo zelfs dat men in 1993 klaagde over vergrijzing. ‘Het is allemaal nogal meegevallen’, relativeert ds. Westland nu.
‘Als het toen werkelijk zo erg was als men beweerde, zou er nu weinig meer over zijn van de bond. Sindsdien is er evenwel een gestadige aanvulling van nieuwe leden geweest. De mannenbond is niet grijzer dan in 1993. Het ledental is vrij constant gebleven. Alleen ten gevolge van de kerkelijke scheuring in 2004 vond aanwijsbaar ledenverlies plaats. Toen haakten zo’n twintig verenigingen met circa zevenhonderd leden af. Het ledental staat daarna stabiel op ongeveer 3300.’ Hij geeft het voorbeeld van zijn eigen kerkelijke gemeente, Ridderkerk-Slikkerveer, waar na 2004 vooral jonge mensen de schouders onder de mannenvereniging gezet hebben. Ds. Nap noemt zijn gemeente Lunteren, waar de mannenvereniging na de scheuring opnieuw gestart is. Bij de oprichting in januari van dit jaar hebben zich elf leden gemeld. De jongste is 39 jaar. ‘De meeste van hen zijn nooit lid van een mannenvereniging geweest. Ze voelen zich zeer verantwoordelijk.’

Bijbelstudie
Het belangrijkste doel van de mannenverenigingen is het onderzoek van Gods Woord en de belijdenisgeschriften. ‘Vroeger ging het op de verenigingen ook over de (kerk) geschiedenis en de politiek, maar nu is er vooral aandacht voor bijbelstudie’, zegt ds. Westland. Tijdens een verenigingavond staat het Woord centraal. De bond reikt voor het maken van een inleiding een helpende hand door het ter beschikking stellen van bijbelstudiemateriaal in het bondsblad De Hervormde Vaan. Doorgaans komen er na de inleiding vragen en discussie – in de ene gemeenten in een grote groep, in een andere in kleinere groepen.
Het is niet zo dat leden van de verenigingen de mening die in het blad naar voren komt ervaren als het eind van alle tegenspraak. ‘Het is geen consumeren’, zegt ds. Westland stellig. ‘Mensen gaan niet zomaar zitten om te luisteren en in te stemmen. Ze bereiden zich terdege voor en geven hun mening als ze het ergens niet mee eens zijn. Op mannenverenigingen wordt levendig gediscussieerd. Men wil weten of wat gezegd wordt echt overeenkomt met wat er in de Bijbel staat. Gods Woord staat boven de mening van welk mens dan ook. Zo ging het vroeger en zo gaat het nog steeds. Mede daardoor zijn de mannenverenigingen vormend voor het persoonlijke leven.’
Ds. Nap merkt op dat leden van de vereniging heel precies willen weten wat er in de Bijbel staat. Soms gaat het om de betekenis van woorden. Hij geeft als voorbeeld de gelijkenis van de man die te middernacht naar zijn vriend ging (Luk. 11), een bijbelgedeelte dat in Lunteren werd behandeld. Daarin komt het woord ‘onbeschaamd’ voor. ‘Leden zoeken de betekenis van dat woord op in diverse verklaringen, onder andere van Matthew Henry, Calvijn, in de Korte Verklaring en de commentaar van ds. C. den Boer, net zo lang tot ze eruit komen. Verschil met vroeger is dat de mensen van nu meer vragen wat je met een bijbelstudie in dit leven kunt. Er is een praktische spits.’

Kaartje
‘Er is ook een andere dimensie’, zegt ds. Nap. ‘Soms spreken mensen van hart tot hart met elkaar over hun persoonlijke geloofsbevinding, iets wat heel belangrijk is.’
Ds. Westland voegt eraan toe dat vriendschap en meeleven met anderen niet alleen voor de verenigingen zelf belangrijk zijn, maar ook naar buiten toe, voor bijvoorbeeld zieken en jongeren die belijdenis doen in de gemeente.
Ds. Nap: ‘De leden kwamen dit voorjaar met de suggestie om een kaartje naar de belijdeniscatechisanten te sturen bij het doen van hun belijdenis.’
Ds. Westland reageert verrast. ‘Fijn om te horen. Ik had het in ons blad gesuggereerd, maar ik wist tot nu toe niet of er wat met deze woorden gedaan is.’

Kritiek
In de jaren tachtig en negentig uitten de voorzitters van de mannenbond tijdens de bondsdagen soms stevige kritiek op de maatschappij, bijvoorbeeld in verband met de nieuwe abortuswetgeving. Dat zal nu niet zo gauw meer gebeuren. Ds. Westland: ‘De zorg om de maatschappelijke ontwikkelingen was terecht en er was veel verkeerds te melden, maar de toon was wel eens wat negatief. Het is ook nodig om te kijken naar de positieve dingen. De laatste jaren probeert het bestuur meer om de mannen toe te rusten om getuige te zijn in een ontkerstende maatschappij.’
Ds. Nap voegt er aan toe: ‘We willen vooral een appèl doen uitgaan om positief in gezin en maatschappij te staan en de goede strijd des geloofs te strijden.’ Mannenverenigingen worden nogal eens gezien als een kweekvijver voor een toekomstig kerkenraadslid. ‘Het is verkeerd om te stellen dat de leden de toekomstige ouderlingen zullen worden’, zegt ds. Westland. ‘Het is wel zo dat mannen die de begeerte hebben om het Woord te onderzoeken door kerkenraden worden opgemerkt. De Heere vraagt van ons om met Zijn Woord bezig te zijn en Hij wil dat zegenen.’

Mannenontbijt
De mannenbond wil vooral samenbindend bezig zijn, ook als het gaat om andere activiteiten, zoals het mannenontbijt dat in diverse plaatsen georganiseerd wordt. ‘Het een kan naast het ander bestaan’, vindt ds. Westland. ‘We hebben niets tegen een mannenontbijt, maar we zijn destijds niet in zee gegaan met de groep Mannen in Beweging, die een mannenontbijt organiseert. Het is een evangelische groep, die zich niet uitsluitend op de Schrift en de belijdenis baseert. Bovendien is Mannen in Beweging niet kerkelijk gericht, wat wij wel zijn.’
Beide bestuurders van de mannenbond hebben ook niets tegen bijbelkringen die tegenwoordig populair zijn. ‘We denken niet in termen van concurrentie. Bijbelkringen en mannenverenigingen kunnen elkaar aanvullen’, zegt ds. Nap. ‘Ze hebben een verschillend karakter. Bijbelkringen zijn anders georganiseerd en daar komen zowel mannen als vrouwen.’
Op de suggestie om de vrouwen- en mannenverenigingen samen te voegen, zoals vroeger ook de knapen- en meisjesverenigingen zijn samengegaan, reageert de voorzitter met de opmerking dat dit in de eerste plaats een zaak van de plaatselijke gemeenten is. Een landelijk samengaan van de mannenbond en de vrouwenbond is niet aan de orde. Wel zou de mannenbond meer kunnen samenwerken met de laatste, vindt ds. Westland, ‘bijvoorbeeld bij de bijbelstudies’. Hij voegt eraan toe dat de vrouwenbond andere items heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

‘Niet per se straks ouderling’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's