Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wim van Beek: Eens gegeven, blijft gegeven. De doop in de theologie van Maarten Luther. Uitgeverij Kok, Kampen 2008, 272 pag., paperback, € 29,90.

Wim van Beek:
Eens gegeven, blijft gegeven.  De  doop in de theologie van Maarten Luther.
Uitgeverij Kok, Kampen 2008, 272 pag., paperback € 29,90.

In het ‘Woord vooraf’ van het vorig jaar verschenen handboek Martin Luther. Zijn leven, zijn werk schreven de hoogleraren Balke en Boendermaker: ‘De lutherse traditie dient in het geheel van de Protestantse Kerk in Nederland als een kostbare erfenis behouden te blijven. Deze conservatie en overlevering kunnen alleen goed functioneren in de voortdurende omgang met Luther via de bestudering van zijn geschriften.’ We kunnen niet volstaan met het lezen van hetgeen over Luther en de andere reformatoren is geschreven, maar moeten terug naar de bronnen! Om de schatten van de Reformatie voor een breder publiek toegankelijk te maken, zijn goede vertalingen onmisbaar. Ds. Van Beek, luthers predikant te Bodegraven, heeft in zijn boek Eens gegeven, blijft gegeven de belangrijkste teksten van Luther over de doop vertaald en van een heldere inleiding voorzien. Achtereenvolgens komen aan de orde de verhandeling uit 1519 (Sermoen over de doop), vervolgens het doopgedeelte uit de Babylonische Gevangenschap (1520), het doopboekje (1523/1526), over de Wederdoop (1528), doopgedeelten uit de Kleine en Grote Catechismus (1529), drie preken over de doop en het dooplied uit 1541. Een aantal teksten is nog niet eerder in het Nederlands vertaald.
Om Luthers doopleer te verstaan is enig inzicht in de doopleer van de laat-middeleeuwse Rooms-Katholieke Kerk noodzakelijk. Ds. Van Beek neemt zijn lezers daarvoor mee naar Eisleben, 11 november 1483. Op deze dag van Sint Maarten wordt Luther als zuigeling gedoopt. Pas na een uitvoerig ritueel wordt Maarten door de priester gedoopt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Door de doop wordt – volgens de rooms-katholieke leer – de erfzonde weggenomen. Wanneer de dopeling volwassen is geworden, kan hij geen gebruik meer maken van zijn doop. Hij is dan aangewezen op het andere sacrament, dat van de boete, en moet zich onderwerpen aan de kerkelijke boetedoeningen.
In het klooster is Luther met deze boeteleer vastgelopen. In de eerste stelling reeds van de 95 stellingen van 1517 verwoordt hij zijn nieuwe kijk op de boete: ‘Toen onze Heere en Meester Jezus Christus zei: "Doet boete" enzovoort, wilde Hij dat het hele leven van de gelovige boete zou zijn.’ Hoe werkt deze ontdekking door in de doopleer? ‘De betekenis van de doop’, schrijft Luther, ‘is een zaligmakend sterven aan de zonde en een opstaan in de genade van God. Hier wordt de oude mens, in zonden ontvangen en geboren, verdronken, en een nieuwe mens gaat uit en staat op, in genade geboren.’ Bij de doopvont wordt geruild: de zonden verdrinken in de doop, en de gerechtigheid komt op de plaats van de zonde. Wanneer iemand toch zondigt, wordt de toegang tot de doop niet afgesloten. Boete is nu geworden de terugkeer naar je doop. ‘Zo zie je wat voor een voortreffelijke zaak de doop is, die ons de duivel van de nek rukt, ons bij God laat horen, de zonde overwint en wegneemt en daarna dagelijks de nieuwe mens sterk maakt, en daarmee steeds blijft doorgaan, tot we uit deze ellende in de eeuwige heerlijkheid komen.’ De bediening van de doop is een eenmalig gebeuren, maar wat de doop geestelijk betekent – het verdrinken van de zonden – duurt levenslang en wordt pas bij de doop voltooid. Luther schrijft daarover in het Sermoen weerbarstige woorden: ‘En hoe eerder de mens na zijn doop sterft, des te eerder wordt zijn doop voltooid.’ Vijf eeuwen geleden heeft Luther al zijn zorgen verwoord over de veronachtzaming van de doop en laksheid en lichtvaardigheid, waarmee het sacrament bediend wordt aan de kinderen. Rondom de dopeling staan niet alleen de ouders, maar ook een gemeente. Met grote ernst moet bij de doop gebeden worden voor de kinderen, opdat zij in de dagelijkse strijd met de duivel ‘als een ridder standhouden in leven en sterven’. Immers, als we niet gedoopt waren en in Christus geloofden, liet de duivel ons wel met rust!

Met zijn boek heeft ds. Van Beek de kerk een geweldige dienst bewezen. Dit boek is het waard dat er een tweede druk komt (waarin heel wat drukfouten verbeterd kunnen worden). De teksten van Luther vragen om herlezing en meditatie. Zij verdienen het om ingebracht te worden in de huidige discussies over de kinderdoop en de gelovigendoop. Waar een klein kind ten doop wordt gehouden zien we voor ogen hoe het initiatief geheel bij God ligt. Die doop blijft levenslang werkelijkheid en het geloof verstaat in de Geest de kracht van het bloed van Jezus Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's