Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Predikant voor de regio

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Predikant voor de regio

Impressie van de synode

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Seksualiteit, catechese, kerkgebouwen, studentenpastoraat, het synodale menu voor twee Lunterse dagen was gevarieerd. De hoofdschotel vormde echter de nota De wissel voorbij: het spoor en de bielzen, over de toekomst van het predikantschap. Chef-kok: oud-minister van landbouw prof. C.P. Veerman.

Eerst maar even inzicht in het kader van de discussie. Na de rapporten Pastor in beweging en Werk in de wijngaard lag er nu een voorstel van nog geen drie A-viertjes.
Het wordt gevolgd door enkele bladzijden toelichting en een aantal uitvoerige bijlagen. De voorstellen van Veerman steunen op twee pijlers. De eerste pijler is het woord ‘samen’. Want de Protestantse Kerk kent ruim achttienhonderd gemeenten, bijna twee miljoen leden, eenentwintighonderd predikanten en vijfhonderd hbo-theologen. De stuurgroep wil hen ‘verleiden tot samenwerken’, daarvoor soms zelfs een financiële stok achter de rug inzetten.
Als tweede pijler: met vertrouwen en creativiteit als kerk de toekomst ingaan. Dat is zeker mooi, zeg ik, als er tegelijk gewaakt wordt voor naïviteit. Want vertrouwen in de toekomst, omdat het Woord kracht heeft, staat niet haaks op het inzicht dat analyse en bezinning nodig zijn waarom duizenden de kerk verlaten.
Dr. E.P. Meijering heeft met zijn pamflet Het roer moet om – synodepreses ds. G. de Fijter sprak er in Centraal Weekblad grote waardering voor uit – hiertoe een goede aanzet gegeven. Waarom ik dat hier noem? Omdat de Bijbel en de kerkgeschiedenis ons leren dat een goede organisatie alleen ons niet redt – hoe wezenlijk ook – maar dat reformatie essentieel is, verandering van gezindheid.

Uitdagingen
Deze opmerking vooraf neemt niet weg dat de stuurgroep waaraan prof. Veerman leiding gaf, een imposant en samenhangend pakket aan maatregelen neergelegd heeft, bestaande uit zes uitdagingen en twaalf kernbeslissingen. De uitdagingen:

1. bestaande gemeenten worden geholpen ondanks dalend ledental te blijven bestaan;
2. het predikantschap blijft een aantrekkelijk beroep voor goed opgeleide mensen, al is er minder geld;
3. voor hbo-theologen blijft de kerk een aantrekkelijke werkgever, al is er minder geld;
4. professionele ondersteuning van de gemeenten wordt ondanks daling van het aantal beroepskrachten verbeterd;
5. de slagvaardigheid van classicaal bestuur wordt verbeterd;
6. bestuurlijke verantwoordelijkheid op het niveau tussen kerkenraad en synode wordt verzwaard.

Hieraan verbonden zijn de volgende twaalf kernbeslissingen:
1. De solidariteitsbijdrage wordt van € 5,00 naar € 10,00 per belijdend lid verhoogd;
2. Financiële steun zal alleen gegeven worden als gemeenten met anderen samenwerken;
3. Predikanten worden na de studie één jaar juniorpredikant, vier tot zes jaar basispredikant in dezelfde gemeente en kunnen zich dan specialiseren tot seniorpredikant;
4. Predikanten en kerkelijk werkers zijn aan een gemeente verbonden en tot samenwerking in een collegiaal team verplicht;
5. Het werk van deze teamleden is ten dele taakgericht;
6. De leidinggevende van het team is verantwoordelijk voor de loopbaanbegeleiding;
7. Kerkelijk werkers met een afgeronde hbo-studie theologie worden in de bediening gesteld, maar staan niet in het ambt;
8. Zij kunnen als predikant-vicaris tot het ambt worden toegelaten;
9. Gemeenten kunnen zelf bepalen met welke andere gemeenten ze willen samenwerken;
10. De classicale vergadering krijgt een grotere taak in het omzien naar elkaar;
11. De ACV (Algemene classicale vergadering) krijgt de bevoegdheid om bij conflicten in te grijpen in classicale of plaatselijke aangelegenheden;
12. Een seniorpredikant gaat leiding geven aan het kerkelijk leven in het gebied van de ACV.

Doorwrochte visie
Duidelijk is – en de synode erkende het – dat de tijd voor nieuw beleid is aangebroken. Want er zijn minder vrijwilligers en minder predikanten beschikbaar, er is minder geld, het aantal kleine gemeenten groeit en de kerk heeft ontdekt te weinig kerkordelijke mogelijkheden te hebben om wat te doen als er conflicten zijn.
Strategisch sterk was daarom het verzoek aan een oud-minister, gewend aan politieke tegenwind en spoeddebatjes die nergens over gaan, deze commissie te leiden. Op dezelfde rustige wijze als oud-minister C.P. van Dijk zes jaar geleden een rapport over de toekomst van de dienstenorganisatie presenteerde, was Veerman aanwezig. Toen oud.-kerkrentmeester B.J. Dijkdrenth (classis Amersfoort) aankondigde met andere classes te willen overleggen om dit rapport over te doen, ‘omdat dit kerkelijke circus vandaag langs komt zonder dat er voor kleine gemeenten goede voorstellen liggen’, ging de ‘minister’ voor ‘zijn ambtenaren’ staan: ‘In tientallen vergaderingen is een doorwrochte visie ontstaan. Als u dit over wilt doen, daag ik u uit, maar denk er niet lichtvaardig over.’

Dominee als specialist
Het uitvoerigst gaf de synode haar mening over de predikant, zijn loopbaanontwikkeling, de kerkelijk werker, het werken in teams.
Oud. B.T. Stroo (classis Hoogeveen) vroeg om kerkenraden en classis nu al bij de bespreking van dit nieuwe beleid te betrekken.
Diaken H. Oostinga (classis Groningen) wilde de besluiten over de classes koppelen aan de komende evaluatie van de kerkorde.
Ds. R.J. Wilschut (classis Rotterdam) vroeg of het reëel is van een predikant te verwachten dat hij specialist wordt. ‘Gaat het niet om gewone accenten?’
Oud.-kerkrentmeester M. van der Klooster (classis Dordrecht) zei op het niveau van de visie grote aarzelingen te kennen. ‘Rode draad is centralisatie, terwijl de kerkenraad in de nota de grote afwezige is.’ Hij pleitte ook voor een langere termijn als ambtsdrager, opdat deskundigheid behouden blijft.
Ds. J.C. Bos (classis Haarlem) vreesde minder predikanten voor het gewone werk, als honderdvijftig anderen hun collega’s moeten gaan managen.
Oud. P. van den Boogaart (classis Barendrecht) vroeg of loopbaanontwikkeling van predikanten wenselijk is. ‘Heb ik van doen met het bedrijf Protestantse Kerk?’
Mevr. ds. M.J. Elbers (classis Edam-Zaandam) vroeg zich af of er in een krimpende kerk nieuwe lagen gecreëerd moeten worden. Haar kritiekpunt zat vooral in de gevraagde specialisatie. ‘De predikant als generalist is een theologisch gegeven. Ik ben pastor voor allen die zondags onder mijn gehoor zitten.’
Ds. C. van Sliedregt (classis Harderwijk) dankte voor het feit dat de gemeenten zelfstandig blijven. Hij vond dat er winst geboekt is ‘op het gevoelige punt predikant-kerkelijk werker.’
Ds. W. Reedijk (classis Utrecht) noemde het generalist-zijn de kracht van de predikant.
Mevr. ds. M.D. Vlasblom (classis Enschede) vroeg waarom een predikant in een kleine gemeente moet beginnen. ‘Zelf heb ik de begeleiding door een collega gemist.’ Ze vroeg of specialisatie de mobiliteit niet zal hinderen.
Mevr. ds. R. Abma (classis Breukelen) was blij met de aandacht voor de loopbaan van de predikant. Ze vroeg of teams naar modaliteit gesplitst zullen worden.
Ds. W.G. Sonnenberg (visitator-generaal) meende dat in de plannen de geestelijke vrijheid van de wijkgemeente ter discussie staat. Als tegenwicht tegen andere gesprekken wees hij op het pastoriegesprek tijdens de visitatie.
Mevr. ds. B.B. Wolters (classis Winsum) voelde niets voor het voorstel kerkelijk werkers die het werk van een predikant doen, toe te laten tot het ambt. ‘Predikant-vicaris is een vreemde vorm.’
Diaken J. Bruinink (classis Peel- en Kempenland) maakte een vergelijking met de gezondheidszorg. ‘Meer overleg betekent minder handen aan het bed.’
Ds. J.D. Kraan (classis Buitenpost) zei dat het verplichtende in het rapport hem tegen de borst stuit. ‘Mijn specialisme is dat ik generalist ben!’
Oud.-kerkrentmeester P.R. de Vries (classis Emmen) was blij dat het studieverlof wordt afgeschaft. ‘Wat heb je aan een dominee die een voettocht naar Taizé begint en niet verder komt dan Limburg?’
Oud. C. Hoogendijk (classis Almelo) informeerde of een functioneringsgesprek nodig is vanwege een gebrek aan geestelijke leiding van kerkenraden.
Oud.-kerkrentmeester N. Meerburg (classis Zutphen) wilde het werken in teamverband in lichte mate afdwingen.
Mevr. ds. I. Fritz (lutherse synode) zei dat we moeten leren voor meer dan de eigen gemeente verantwoordelijkheid te nemen.

Vaderlijke zorg
In zijn reactie zei prof. Veerman dat er geen gedwongen specialisatie voor predikanten is voorgesteld, maar dat deze een kans krijgt zich te ontwikkelen. ‘De achtergrond van de cultuuromslag is het feit dat velen een eenzaam bestaan leiden.’ Hij hoopte dat de synode mee zou gaan in de veranderende rol van het predikantsambt.
Over het functioneringsgesprek merkte hij op dat dit de professionaliteit betreft, niet het ámbtelijke werk. ‘Over dat laatste gaat alleen de kerkenraad. Ook huisartsen werken in praktische zaken samen, terwijl een van hen bijvoorbeeld meer wil weten van nierziekten.’ De taak van seniorpredikanten zal er een van vaderlijke zorg voor die hem omringen, zijn.

Classis als ontmoetingsplaats
Over de solidariteit tussen de gemeenten en de bestuurlijke kracht van de classes waren er minder vragen.
Oud.-kerkrentmeester K. van de Wetering (lutherse synode) vroeg maatwerk voor de kleine gemeenten die niet aan de afdrachten kunnen voldoen.
Ds. L. Plug (classis Gouda) en oud.-kerkrentmeester G.J. Noeverman (classis Heusden) steunden hem.
Diaken C.G. Elings (classis Ede) vroeg de classis niet te zeer uit te kleden. ‘Ze is meer dan een ontmoetingsplaats.’
Oud. P. van den Boogaart (classis Barendrecht) bepleitte deskundigheidsbevordering voor leden van het moderamen van de classis.
Oud.-kerkrentmeester G.A. Metz (classis Dokkum) was bang dat met de nieuwe functionaris van een ACV de bisschop wordt binnengehaald.
Prof. Veerman gaf aan dat de problematiek van de kleine gemeenten niet opgelost wordt door geld naar hen over te hevelen, wel door aan samenwerking met andere gemeenten financiële support te verlenen. Hij zei dat uit gesprekken bleek dat alle classes graag willen voortbestaan, maar dat ze onvoldoende toegerust zijn om conflicten te beslechten.

Het was goed deze bezinning te hebben zonder dat er direct besluitvorming aan de orde is. De komende maanden kunnen de plannen beter ingekleurd worden. De scriba van de kerk, dr. A.J. Plaisier, constateerde dat de koers van het rapport gewaardeerd is. Als verandering in mentaliteit noemde hij het feit dat een predikant er ook voor de regio is en er daarom een zekere differentiatie plaatsheeft, ‘hoe dat ook nader ingevuld wordt’ en er in het redelijke solidariteit tussen gemeenten zal komen.

In april gaat de synode over de ingekleurde voorstellen besluiten. Het zou winst zijn als de nota dan een (al is het summiere) theologische onderbouwing van het predikantschap heeft, waar ds. Sonnenberg naar vroeg. Het bijbelse beeld van de herder, die er voor al de schapen van de kudde is, kan naar de praktijk uitgewerkt worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Predikant voor de regio

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's