Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De rechtvaardigmaking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De rechtvaardigmaking

De orde van het heil [5]

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de verkiezing, de roeping en de wedergeboorte volgt in de orde van het heil de rechtvaardiging. Of, beter gezegd: de rechtvaardigmaking of rechtvaardigverklaring.

Een jonge knul komt al vroeg in aanraking met de rechter. Hij is opgevoed in een ontwricht gezin en belandt op het verkeerde pad. Het gaat van kwaad tot erger. Het begint met een klein vergrijp en het loopt uit op een zedenmisdrijf. De politie grijpt hem in de kraag, hij bekent en na verloop van tijd moet hij voor de rechter verschijnen.
De rechter moet hem veroordelen, want de wet eist straf. Maar vlak voordat het vonnis geveld wordt, gaat de deur van de rechtszaal open. De zoon van de rechter stapt binnen en loopt naar voren. Hij zegt tegen de rechter: ‘Vader, ik neem de schuld op me, alle schuld, ik ben bereid in zijn plaats de straf te dragen, straf mij maar.’ Stel nu eens dat de rechter het voorstel van zijn zoon aanvaardt en ermee akkoord gaat. Dan krijgt zijn zoon de straf en gaat de jeugdige misdadiger vrijuit.
Zoiets is in het gewone leven ondenkbaar. Maar wat onmogelijk is bij een aardse rechter, kan wel bij de hemelse Rechter. De hemelse Rechter spreekt misdadigers vrij van hun schuld en geeft hen het eeuwige leven. Hij doet dat alleen omwille van Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. Dat is het hart van het evangelie, de kern van de bijbelse boodschap: de rechtvaardiging van de goddeloze, uit genade en door het geloof.

Geen heilige
Met het woord rechtvaardiging wordt niet zoiets als zelfrechtvaardiging bedoeld. Bij zelfrechtvaardiging praat je de zonde goed en verzin je allerlei uitvluchten. We moeten bij het woord rechtvaardigmaking ook niet denken dat God je rechtvaardig maakt in de zin dat je voortaan geen zondaar meer bent. Dat je een soort heilige wordt, die alles vanzelf goed doet. Dat is het ook niet. Wie door het geloof de Heere Jezus kent, weet dat hij in zichzelf een zondaar is en blijft. Daarom kunnen we misschien beter spreken over rechtvaardigverklaring, namelijk dat God je in Christus rechtvaardig verklaart. En dat niet om iets van jezelf, maar alleen uit genade, om de Zoon van de Rechter, Christus Jezus.
Paulus spreekt in de Romeinenbrief op verschillende plaatsen over de rechtvaardigverklaring, bijvoorbeeld in Romeinen 1:17, Romeinen 3, Romeinen 4:2-5 en Romeinen 5:1. Sterk benadrukt de apostel dat we niet gerechtvaardigd worden door de werken van de wet, maar alleen door de gerechtigheid van Christus, die ons door het geloof deelachtig wordt.

Angst
God is rechtvaardig. Dat betekent dat Hij trouw aan Zichzelf is. Dat geldt van Zijn beloften, maar net zo goed van Zijn dreigingen. Omdat niemand rechtvaardig is, helemaal niemand, moet de Heere ons oordelen en straffen. Hij is de rechtvaardige Rechter, Die de schuldige nooit onschuldig houdt. Ik denk hierbij aan de dichter van Psalm 130 en Psalm 143 en aan de tollenaar uit de bekende gelijkenis. Allen beseften: ‘Als de rechtvaardige God ons doet naar onze zonden, kunnen we nooit voor Hem bestaan.’ Ook Maarten Luther heeft dat diep doorleefd. Als Luther dacht aan Gods rechtvaardigheid, dan sloeg de angst hem om het hart. Intussen deed hij van alles en nog wat om met God in het reine te komen. Ondanks al zijn goede werken besefte hij: ‘Ik kan met mijn zondige hart de Heere, de rechtvaardige Rechter, niet onder ogen komen.’

Te hoogmoedig
Mensen zitten wel eens met de vraag: ‘Ik rechtvaardig verschijnen voor God, hoe moet dat?’ Ze ontdekten dat de Heere zo groot, zo heilig en zo rechtvaardig is en dat zij daarentegen zo klein, zo schuldig, zo onheilig en zo onrechtvaardig zijn. Dat is vaak een hele strijd. Waarom? Het zit ons zo in het bloed om alles zelf te willen doen en – net als Luther – de Heere een handje te helpen. We denken: ‘Als ik nu ieder het zijne geef, trouw naar de kerk ga, leef als een goed christen, me inzet voor dit en voor dat, dan zal de Heere mijn schuldrekening wel vereffenen, verscheuren.’ Het gevaar ligt op de loer dat je het bij en in jezelf zoekt en niet buiten jezelf, in Christus. Uiteindelijk wil je niet als een arme zondaar je lege hand ophouden en van Gods gegeef, genade, leven. Daar ben je van huis uit veel te hoogmoedig voor.

Leren
Wij moeten – net als Paulus en Luther – levenslang leren dat we nooit in een rechte verhouding tot God komen door iets van onszelf, maar alleen door het verzoeningswerk van de Heere Jezus Christus, zonder de werken van de wet en zonder enige verdienste van onze kant.
Het gaat uiteindelijk om die wonderlijke ruil: Christus mijn zonden, ik Zijn gerechtigheid. Hij de straf, ik de vrijspraak. Het avondmaalsformulier zegt: ‘Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.’
Luther verwoordt het zo: ‘Ineens zag ik het: wij leven niet door ons doen, maar door Gods schenkende gerechtigheid in Christus. Deze heeft voldaan, Hij is rechtvaardig, Hij is voor mij gestorven, Hij heeft Zijn gerechtigheid tot de mijne gemaakt en mijn zonde tot de Zijne. Daarom ben ik in Hem voor God rechtvaardig. Het woord rechtvaardigheid, waar ik vroeger bang voor was, ik haatte het, werd mij nu tot troost, kreeg ik lief.’ In dit verband is artikel 20 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis ook leerzaam.

Van de schouders
Bij de rechtvaardigverklaring neemt de Heere de zonde weg. Hij tilt het pak van je schuld van je schouders en geeft je de gerechtigheid van Christus. Hogepriester Jozua in Zacharia 3 maakt dat zichtbaar mee. Zijn vuile klederen gaan uit en dat betekent dat de Heere de ongerechtigheid wegneemt. Dan krijgt Jozua nieuwe kleding, waarop niets meer valt aan te merken. Zo bekleedt de Heere een vuile zondaar met het kleed van het heil, de mantel van de gerechtigheid. Met dat kleed, die mantel, namelijk de gerechtigheid van Christus, kun je rechtvaardig verschijnen voor God en kom je de hemelse bruiloftszaal binnen.
Hoe je daar deel aan krijgt? Alleen door het geloof. Het geloof wordt wel genoemd de lege hand van de bedelaar, die zich aan Gods belofte vastklemt. Geloven is ja en amen zeggen, Christus’ zoenoffer aan het kruis voor genoeg achten, het niet langer zelf willen doen en het ook niet willen aanvullen met iets van onszelf.
Dan maakt het geloof op zichzelf niet zalig. Dat doet de gerechtigheid van Christus, of anders gezegd Jezus’ verzoenend sterven aan het kruis van Golgotha. Daar krijg je door het geloof deel aan. Je wordt dus niet zalig om het geloof, maar door het geloof. Uiteindelijk is het geloof geen prestatie van onszelf, maar een gave van God, gewerkt door de Heilige Geest.

Mild
Zouden we niet – net als de verloren zoon – met onze vuile plunje en verloren boeltje naar de Heere Jezus toegaan? En het alleen nog verwachten van die ene Zaligmaker en van Zijn gerechtigheid? Hij roept ons toe: ‘Komt herwaarts tot Mij, sla de armen om Mij heen, Ik ben mild in het schuld vergeven, Mijn bloed reinigt van alle zonden!’

In deze serie staat volgende week de heiligmaking centraal.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De rechtvaardigmaking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's