Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dienaar of ambtsdrager

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dienaar of ambtsdrager

Dr. T. Brienen zoekt andere inrichting gemeente

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kunnen we nog wel van ambtsdragers en ambten spreken? Dr. T. Brienen, emeritus predikant van de Christelijk Gereformeerde Kerken, vindt van niet. Zijn boek 'Van ambt naar dienst' maakt duidelijk waarom.

In zijn nieuwe boek doet dr. Brienen verslag van zijn overwegingen. Hij begint met de Bijbel. Daarin is dienst (diakonoi) het woord voor het werk dat binnen de gemeente van Christus gedaan wordt. Dat geldt niet alleen voor diakenen, maar ook voor apostelen. Paulus spreekt over de bediening die hij van de Heere Jezus ontvangen heeft en over de bediening der verzoening. Ook de werkers die na de apostelen komen zijn dienaren. Zij gaan in het voetspoor van de Heere Jezus, Die kwam om te dienen.
Binnen de gemeente is er zo een grote verscheidenheid aan diensten (kerkelijke taken). Daartoe verleent de Heilige Geest Zijn genadegaven. Zo zijn allerlei mannen en vrouwen bezig tot opbouw van het lichaam van Christus.

Gegeven
Hoe zit het dan met het ambt? Dr. Brienen vindt het opvallend dat de term ambt in het kerkelijk gesprek niet ter discussie wordt gesteld. Het is een gegeven. Zo wordt in de recente discussie over het ambt wel een pleidooi gevoerd voor diensten en bedieningen, maar blijft de aanduiding ambt gehandhaafd. In de vroeg-christelijke kerk kwamen de aanduidingen ambt en ambtsdragers niet voor. Pas later heeft in de Rooms-Katholieke Kerk het ambt een plek gekregen. Daarbij deed ook de hiërarchie zijn intrede, en werd het ambt verbonden met macht. Vandaar ook dat dr. Brienen bezwaar heeft tegen het spreken over het ambt. Het heeft een verkeerde bijklank.
Dienst en bedieningen zijn de juiste woorden. Volgens hem is het ‘Bijbels, gereformeerd, confessioneel en gereformeerd-kerkordelijk’ om alleen over diensten en bedieningen te spreken. Aan het slot van zijn boek komt de schrijver tot een diaconiologie. Daarin geeft hij aan dat ieder die iets doet in de gemeente dienaar of dienares is.

Koster en organist
Brienen wil duidelijk een verandering in de inrichting van de gemeente. Bij de bespreking van de bijbelse gegevens gaat hij sterk uit van de woorden die samenhangen met het woord dienst. Daardoor blijkt hoe centraal dit begrip is. Dat dienen geldt ook voor predikanten, ouderlingen en diakenen. Vandaar dat men wel spreekt over ‘ambtelijke dienst’. Dat is terecht, een ambt is ook een dienst. Een predikant is bijvoorbeeld een Verbi divini minister, een dienaar van het Goddelijke Woord.
Maar is het terecht om met een beroep op het woord dienst de fundamentele gelijkheid te benadrukken van bijvoorbeeld de koster, de organist, de notulist van een kerkelijke vergadering en de predikant? De Heilige Geest geeft vele gaven om allerlei taken te kunnen waarnemen binnen de gemeente, maar er is wel verschil. Daarom is het belangrijk dat de aanduiding ambt gehandhaafd wordt. Het is waar dat het woord ambt in de Bijbel praktisch niet voorkomt en pas later in de kerk is ingeburgerd, maar het geeft toch wel iets wezenlijks aan. Op een bepaald moment werden door de Heere Jezus de discipelen geroepen en met een taak belast. Deze discipelen (apostelen) stelden weer diakenen (Hand. 6) en ouderlingen (Hand. 14:23) aan. Ouderlingen kregen de opdracht om acht te geven op de kudde (Hand. 20:28). Zowel ouderlingen als diakenen nemen een bijzondere plaats in. De Filippensenbrief is gericht aan de opzieners en diakenen (Filipp. 1:1). In 1 Timotheüs 3 worden ze naast elkaar genoemd. In 1 Timotheüs 5:17 zegt Paulus dat ‘de ouderlingen die wél regeren dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer’. In diezelfde geest spreekt ook Hebreeën 13:17: ‘Zijt uw voorgangers gehoorzaam en zijt hun onderdanig.’

Nivellering
Het past bij deze tijd van nivellering van het ambt om over het ambt slechts als een dienst spreken. Daardoor gaat veel verloren. Op deze wijze worden ambtsdragers niet meer gezien als vertegenwoordigers van Christus, die namens Hem hun werk doen. Er wordt dan niet meer gesproken over het ‘tegenover’ van het ambt. Toch zegt Paulus juist: ‘Wij zijn gezanten van Christus wege’ (2 Kor. 5:20). Een gezant, een ambassadeur komt namens een ander en neemt daardoor een bijzondere positie in. Zeker een gezant van Christus. Hij komt namens de hoogste instantie.
We mogen dat dan ook niet losmaken van de persoon. In het gewone dagelijkse leven doen we dat ook niet. Persoon en taak zijn daarvoor

N.a.v. dr. T. Brienen:
‘Van ambt naar dienst’;
Uitg. Kok, Kampen; 158 blz.; € 16,50.

te veel met elkaar verbonden. Om die reden worden aan ouderlingen en diakenen ook de nodige voorwaarden gesteld (1 Tim. 3; Titus 1:7-9).
Een argument om voortaan alleen te spreken van diensten is dat het ambt te veel verbonden is met machtsmisbruik. Inderdaad zijn daar schrijnende voorbeelden van. Maar dat is niet te wijten aan het ambt op zichzelf, maar aan het hart van de mens. Dat blijkt wel uit het feit dat ook daar waar alleen over diensten gesproken wordt ernstige ontsporingen voorkomen. Nodig is het om leerlingen van Christus te zijn, in dienende liefde. Tegelijk is het belangrijk dat er een bepaald gezag uit blijft gaan van het ambt, om alle zaken in de gemeente in goede banen te leiden.

Vrouw
Zijdelings komt in dr. Brienens boek verschillende keren de kwestie van de vrouw in het ambt aan de orde. De schrijver ziet alle werk in de gemeente als dienst – en dus ook het werk van predikant, ouderling en diaken. Aangezien de Heilige Geest zowel aan mannen als aan vrouwen gaven geeft, staat ook het ambt open voor de vrouw.
Vanouds is echter de lijn dat ambtsdragers ten diepste door Christus aangesteld worden (zie ook Ef. 4:11), en dan liggen de zaken anders. Wel is het van belang om er oog voor te hebben dat in de verschillende diensten zowel mannen als vrouwen kunnen worden ingeschakeld. De kerkenraad kan daarin op en stimulerende wijze bezig zijn, tot opbouw van het lichaam van Christus. Om de genoemde redenen lijkt het mij daarom beter om te spreken over ‘ambt én dienst’ dan over ‘van ambt naar dienst’.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Dienaar of ambtsdrager

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's