Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zending en het Koninkrijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending en het Koninkrijk

Tussen woord en daad [2, slot]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens een zendingsavond is er minder aandacht voor het bijbelvertaalproject dan voor de hulp aan aidswezen. Is het zo dat de verhouding tussen woord en daad altijd een zekere spanning oplevert? Of kunnen we daar vanaf?

Regelmatig spreek ik (groepen) mensen over zending. Tijdens een werkgemeenschap of een vergadering van een zendingscommissie of tijdens de opleiding van zendingswerkers. Die gesprekken beginnen vaak met de vraag: wat verstaat u onder zending? Doe ik dat niet, dan ontstaat er na verloop van tijd spraakverwarring, omdat iedereen het begrip zending op zijn of haar eigen manier in het gesprek gebruikt.

Stilte
Opvallend is de stilte die meestal valt na de vraag: wat is zending? Vroeger was het helder. Blanke mensen gingen naar het donkere Afrika om daar mensen te bekeren. Tegenwoordig zegt niemand dat meer. ‘Zieltjes winnen’ is uit de tijd. Maar als we geen mensen meer willen bekeren, waarom doen we dan nog aan zending? Die vraag krijg ik dus ook regelmatig. Is zending nog wel nodig? Waarom gaan mensen nog naar het buitenland, als daar de kerken groeien en er inmiddels meer christenen wonen dan hier?
Tegelijkertijd weten mijn gesprekspartners ook wel dat de GZB nog steeds allerlei mensen uitzendt. Dat zijn niet alleen evangelisten voor sloppenwijken, maar ook docenten, landbouwers, verpleegkundigen, onderwijsmensen en dergelijke. Dat hoort natuurlijk ook bij de zending, maar waarom eigenlijk? Waarom zou de GZB een docent Engels uitzenden? Wat heeft een ICT’er te maken met de zending?

Bevel
Tijdens het gesprek wordt langzaam duidelijk wat we onder zending verstaan. Vroeger of wat later komen dan woorden naar voren als: woordverkondiging, bijbelvertaalwerk, het zendingsbevel uit Mattheüs 28 en even later ook onderwijs, medisch werk of armoedebestrijding en landbouwontwikkeling. Reeds hier begint het denken in woord en daad. De uitslag van een intern onderzoek spoort met het verloop van deze gesprekken. Zo vindt 87 procent van de achterban van de GZB een evangelist in een sloppenwijk een zendingsberoep, een bijbelvertaler en een trainer van evangelisten doen het ook goed met respectievelijk 84 en 76 procent. Voor de landbouwkundige in een ‘gesloten land’ blijft maar 43 procent over en 16 procent zegt zelfs expliciet dat dit geen zendingsberoep is. Een computertechnicus in een zendingsproject kan slechts op 18 procent steun van de zendingsachterban rekenen, terwijl 20 procent expliciet aangeeft, dat die technicus niet in de zending thuishoort.

Vragen
Waar komt die tweedeling in woord- en daadberoepen vandaan? Daar zijn vele en verschillende verklaringen voor te geven en misschien gaan ze allemaal wel terug op het Griekse denken met het onderscheid tussen geest en lichaam, idee en materie, maar ik beperk me nu tot de zending en het zendingsbevel.
Volgens mij wordt die spanning tussen zendingswerkers met woorden en hun collega’s met daden ook gewekt en versterkt door de nadruk op en het gewicht van het zendingsbevel. Voor velen is namelijk het zendingsbevel, en dan vooral Mattheüs 28, van doorslaggevende betekenis om over zending na te denken. Voor velen ligt daar de motivatie voor hun werk. Daar ligt de opdracht om uit te gaan, om te preken en om te genezen (vergelijk Matth. 4:23, 9:35 en 10:6-8). Maar daar liggen meteen ook de vragen. Vragen bij drie kernbegrippen in de zending: uitgaan, preken en genezen.

Uitgaan
Uitgaan. Wie gaat er uit? Is dat een kleine groep mensen als de discipelen? Gaat het om mensen met een speciale roeping? Heb ik voor mijn gewone werk in Nederland geen roeping nodig? De uitleg dat die groep discipelen de kerk vertegenwoordigt, is lang niet voor iedereen overtuigend. En dan: waar naartoe? De GZB is vooral betrokken op Afrika: waarom? Zijn Iran en Frankrijk geen betere bestemmingen? Of moeten we misschien gewoon in Nederland blijven en de zending bedrijven op ons werk?
Natuurlijk, in de tijd dat de GZB werd opgericht, in de grote zendingseeuw (1800-1914), ging het om het bereiken van de niet-christelijke wereld, maar dat gaat nu toch niet meer op? Afrikanen komen naar Europa en Latijns-Amerikanen reizen af naar Azië. Mensen uit het zuiden communiceren vaak beter met elkaar dan Europeanen met Aziaten. Bovendien is de wereld een dorp geworden. Uitgaan kan vanachter je pc. Projecten in het buitenland kun je vanuit Nederland ondersteunen, maar moeten plaatselijk worden georganiseerd en uitgevoerd. Dat kan de lokale bevolking het beste zelf. Is dat uitgaan nog wel van deze tijd? Wat kunnen wij vanuit onze slinkende kerken betekenen voor de grote en groeiende kerken in het zuiden?

Preken
Preken dan? Woordverkondiging. Preaching en teaching heet dat in de zending. Dat staat in onze traditie hoog genoteerd. Maar ook daar liggen de vragen voor het oprapen. Het preken door predikanten in buitenlandse kerkdiensten of het evangeliseren door evangelisten in sloppenwijken van wereldsteden is een hele onderneming. Leven en werken in een andere cultuur, de boodschap van het evangelie communiceren in een vreemde taal: dat is allemaal niet zo eenvoudig. De voorbereiding en de uitvoering kosten veel tijd en geld. Het is natuurlijk veel beter, efficiënter en natuurlijker dat lokale predikanten en evangelisten dat werk doen. Daarom zendt de GZB veel docenten uit naar seminaries van kerken om predikanten en ouderlingen op te leiden. Maar is dat wel zendingswerk? Zijn dat niet gewoon gekwalificeerde theologen die de ene kerk aan de andere uitwisselt? Heet dat niet wederkerigheid? Wat heeft dat nog te maken met de uitbreiding van het Koninkrijk van God? Is dat wel zendingswerk?

Genezen
En genezen? Healing in de missiologie. Dat is nog het lastigste begrip van de drie. De Bijbel is klip en klaar: daar waar het Koninkrijk van God komt en zich uitbreidt, gaat dat gepaard met wonderen en tekenen. Dat is beloofd en dat gebeurt ook. Toch hebben velen daar hun vragen bij. Sommigen willen alleen van wonderen in de bijbeltijd weten, anderen willen de wonderen beperken tot het zendingsveld en weer anderen rationaliseren de wonderen en plaatsen de moderne gezondheidszorg onder de wonderen van God. Tenslotte zijn er mensen die al het diaconale werk zien als tekenen en wonderen van het komend rijk. Kennelijk komen we er niet goed uit. Regelmatig word ik er op gewezen: wonderen in de zin van gebeurtenissen die geen rekening houden met natuurwetten, gebeuren nu toch niet meer zo? Komt dat omdat het Koninkrijk van God zich niet meer uitbreidt? En als het gaat over het diaconaat: hoort dat wel bij de zending? Niemand vindt het erg dat er allerlei projecten in de gezondheidszorg en onderwijs zijn, maar hoort dat bij het werk van de GZB?

Opnieuw kijken
Wat dan? Moeten we het zendingsbevel over boord zetten? Dat zal niemand van mij verwachten. Toch denk ik dat het vruchtbaar zou kunnen zijn om opnieuw naar het zendingsbevel te kijken. Het past bij de gereformeerde traditie om open te staan voor een reformatie. Wat mij betreft, is de tijd daarvoor rijp.
Tijdens verschillende bijeenkomsten heb ik de betreffende deelnemers gevraagd om zending meer te zien in het licht van het begrip Koninkrijk van God. Het rijk van God dat er (vanaf Gen. 1:1) wereldwijd reeds is, dat door Jezus Christus (in het Nieuwe Testament) werd verkondigd en dat zal komen. Het bijbels-theologisch doordenken van dat begrip kan nieuwe inzichten voor kerk en zending opleveren. Ik doe een voorzet.
• Ieder mens, ook mijn ongelovige naaste, leeft in het Koninkrijk van God.
• Iedere christen hoeft slechts (als christen) zichzelf te zijn en hij of zij is zendeling.
• Daardoor valt het onderscheid tussen woorden en daden nagenoeg weg.
• Daardoor valt ook het onderscheid tussen specifieke zendingsberoepen nagenoeg weg.
• Er komt meer ruimte voor het priesterschap of ambt aller gelovigen.
• Er komt meer ruimte voor het denken vanuit het Oude Testament en de plaats van Israël.
• Het geeft een andere kijk op de wereldwijde zending.

Kortom, een uitweg uit de impasse van de spanning tussen woord en daad. Eigenlijk, zei een van de predikanten met wie ik in gesprek was, moeten we een move maken. Juist die beweging, die reformatie hebben we nodig in de kerk.
Bovenstaande opsomming is onvolledig en niet uitgewerkt. Een uitgebreide studie past niet in het kader van dit artikel en ook niet in De Waarheidsvriend. Maar ik daag missionaire meedenkers graag uit. Laten we opnieuw nadenken over de zending en het zendingsbevel in het kader van het begrip Koninkrijk van God. Dat zou ons op een ontspannen manier meer ruimte geven om in Nederland en wereldwijd missionair te leven te werken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Zending en het Koninkrijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's