Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Arjan Plaisier:
Is Shakespeare ook onder de profeten? Theologische meditaties bij zeven stukken van Shakespeare.
Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 204 blz.; € 19,50.

Van gemeentepredikant met ruimte voor een aantal hobby’s, maakte dr. Arjan Plaisier eerder dit jaar de overstap naar de functie van scriba van de Protestantse Kerk. Een van zijn hobby’s betreft de studie van werken van William Shakespeare (1564-1616). Onlangs verscheen een bundel theologische meditaties van dr. Plaisier bij zeven toneelstukken van de grote renaissancedichter.
Het is hem om meer te doen dan een liefhebberij. Zijn uit fascinatie geschreven boek vormt een hartgrondig pleidooi voor het lezen van ‘grote’ literatuur (onder anderen Dante, Dostojevski, Tolstoj). Volgens de auteur is grensverkeer tussen theologie en literatuur noodzakelijk. Schrijvers (al of niet gelovig) verdiepen en verbreden immers het zicht op het leven en de menselijke ziel. Shakespeare is daarin een grootmeester.
Dr. Plaisier ziet Shakespeare als een schrijver op het snijvlak van twee werelden. De wereld waarin het christelijk geloof een dominante factor is en een meer seculier tijdperk van moderniteit. De hoofdstroom van Shakespeare-uitleggers plaatst hem in het geseculariseerde kamp. Dr. Plaisier legt de nadruk op – bewuste of onbewuste – bijbelse inspiratie. Zijn stelling luidt dat zonder christelijke achtergrond de toneelstukken van Shakespeare onverstaanbaar zijn. Dr. Plaisier is er niet alleen op uit deze christelijke invloed te benoemen, hij wil ook aantonen hoe deze als een vorm van incarnatie (vleeswording) ‘werkt’. Daarvoor hanteert hij het woord postfiguratie, een begrip dat hij wat mij betreft wel meer had mogen uitwerken.
In 150 bladzijden bespreekt Plaisier zeven min of meer bekende stukken met een groot dramatisch gehalte (onder anderen Hamlet, King Lear, de Koopman van Venetië). Eerst schetst hij de hoofdlijn van het verhaal, vervolgens concentreert hij zich op een thema of belangrijk probleem. Aan de hand van goedgekozen citaten brengt dr. Plaisier verdieping aan en probeert hij de morele boodschap van het stuk te analyseren. In Macbeth bijvoorbeeld, staat verzoeking als thema centraal en onderzoekt Shakespeare de natuur van de in zichzelf verdeelde mens. In zijn stukken zet Shakespeare de toeschouwers zelf voor het blok. Hún zaak is in het geding.
De verschijning van dit boek is verfrissend en belangwekkend.
Verfrissend, want het gebeurt niet elke dag dat een theoloog zich waagt aan een serieuze beoordeling van literatuur, in dit geval toneel.
Belangwekkend, omdat dr. Plaisier laat zien dat het de moeite waard is om ‘aan cultuur te doen’. Hij staat daarmee in een vooral ethische traditie van theologen als Is. van Dijk, K.H. Miskotte en M.G.L. den Boer.
Waardevol – ook voor het middelbaar onderwijs en voor leeskringen – is het hoofdstuk waarin dr. Plaisier methodisch ingaat op de verhouding theologie en literatuur. Met een beroep op een van zijn andere helden, de dichter T.S. Eliot, bepleit hij een eigen waardesysteem waarmee literatuur die gedoopt is in de tijdgeest, kritisch kan worden beoordeeld. ‘Nooit was er een tijd waarin het lezend publiek op zo grote schaal en zo hulpeloos was uitgeleverd aan de invloeden van de eigen tijd.’
Enkele opmerkingen en vragen die overblijven. Niet altijd weet dr. Plaisier te overtuigen wanneer hij christelijke invloed wil aantonen. Als de onschuldige Cordelia, de dochter van King Lear, een gruwelijke dood sterft, ziet dr. Plaisier daarin – terecht – een offermotief. Maar is zij daarmee een Christusfiguur? Moet het einde van dit drama daarom gezien worden als een parallel van het slot van Bachs Matthäus Passion? Of gaat het bij het offermotief om een universeel thema, zoals dat in onze tijd bijvoorbeeld tot uiting komt in de films van Lars von Trier (zoals Breaking the waves)?
Mooi is wat dr. Plaisier schrijft over de Koopman van Venetië. Wie handelt naar de letter van de wet kan groot onrecht veroorzaken. Het gaat echter om rechtmatigheid, zegt hij de theoloog William Perkins na. Is het niet ironisch om een citaat van een puriteinse voorman te hanteren als sleutel voor het verstaan van een toneelstuk?
Een ander punt is dat dr. Plaisier de artistieke vorm en de esthetische waarde van Shakespeare’s stukken wil honoreren. Niettemin ligt in zijn boek de nadruk op wat ik maar noem de metafysica van Shakespeare. Wordt het kunstwerk zo toch niet vooral een voertuig voor een bepaalde boodschap?

Dan nog een vraag voor onszelf: dr. Noordmans heeft de bezwaren in gereformeerde kring tegen het toneelspel ooit verklaard als een zaak van ernst. Het ‘nee’ tegen toneel heeft niet te maken met het afsterven van de wereld, maar is een zaak van concentratie op het leven zelf. Ernst tegenover spel, aldus Noordmans. Dr. Plaisier laat in zijn boek overtuigend zien dat in de stukken van Shakespeare die levensernst onze wereld binnenkomt. Kunnen wij Shakespeare – en andere kunstenaars – daarin als een bondgenoot zien?
Tenslotte, hopelijk beseft de nieuwe scriba dat studie, ook studie van Grote Literatuur, een blijvend onderdeel vormt van zijn opdracht om de kerk te dienen.

G. van Meijeren, Dirksland

Graham Tomlin:
Een kerk die prikkelt. Uitdaging om provocerend gemeente te zijn.
Uitg. Voorhoeve, Kampen; 205 blz.; € 17,90.

Graham Tomlin, rector van de St. Pauls Theological Centre van Holy Trinity Brompton, de Anglicaanse Kerk in London waar de Alphacursus is ontstaan, vraagt in Een Kerk die prikkelt aandacht voor de plaats van de kerk in het missionaire werk. Hij stelt dat, mede vanwege de cultuur waarin de kerk staat, in de theologie het Koninkrijk van God centraal moet staan. Jezus is de vervulling van de beloften in het Oude Testament ten aanzien van de Koning Die komen zou. In dat concept, met de belijdenis ‘Jezus is Heer’, komen alle theologische thema’s mee. Die vinden daarin een plek. Tegelijk is hij niet te optimistisch, als zouden wij het Koninkrijk van God even bouwen. Van de theologische stroming in de vorige eeuw die dat dacht, distantieert hij zich. Toch komt de strekking van zijn boek hier wel dichtbij. Kerk en Koninkrijk vallen niet samen. De kerk speelt wel een grote rol in de doorwerking van het Koninkrijk. De kerk, nadrukkelijk gemeenteleden samen, heeft teken van het Koninkrijk te zijn. Zo zal ze mensen prikkelen en vragen doen stellen. Dat is de weg tot evangelisatie. Evangelisatie beperkt de schrijver liefst alleen tot spreken van woorden, al is hij daarin niet consequent. Evangelisatie is voor hem vooral uitleg geven van wat er in die christelijke gemeenschap gebeurt. Als de omgeving vragen gaat stellen, moet er een plek in de gemeente zijn waar antwoorden gegeven worden. Dat niet ieder gemeentelid dat hoeft te kunnen, heeft iets verademends.
De schrijver werkt zijn concept goed doordacht uit. Een spanning zit in het boek toch juist ten aanzien van dat centraal stellen van het Koninkrijk van God. De postmoderne mens wordt getekend. Die wil geen groot verhaal meer. Dan toch ook geen groot verhaal van het Koninkrijk? En wil de postmoderne mens wel Jezus als Heer en heel het leven op Hem betrekken? Anderzijds ondersteunt de gemeente als teken van het Koninkrijk de verkondiging en komt ze zo tegemoet aan de twijfel die er is ten aanzien van de waarheid.
Tomlin heeft een boek geschreven dat de moeite van lezen en bezinning waard is, ook om allerlei wat hij schrijft, wat ik hier niet aan heb kunnen halen. Een studiegids met gespreksvragen achterin het boek wil bij de bezinning helpen.

M.J. Tekelenburg, IJsselstein

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's