Wegschuilen als een mus

'Zelfs vindt de mus een huis en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren.'

In Psalm 84 ontmoeten we iemand met een diep verlangen om te zijn in de tempel, in de nabijheid van de Heere God. Die plaats betekent rust, een diepe vrede in het hart. We worden er gekoesterd door de liefde van God.
De dichter herinnert zich in onze tekst wat hij tijdens een eerder tempelbezoek zag: musjes en de zwaluwen in het voorhof van de tempel, bij de altaren. We moeten bij dit altaar denken aan het brandofferaltaar.
Een belangrijk woord dat bij dit voorwerp past is vergeving. Op het brandofferaltaar worden offers gebracht. Een lammetje wordt geslacht, er vloeit bloed en zo wordt de mens gereinigd van zijn zonden. Het brandofferaltaar is de plaats waar mensen hun zonden en tekortkomingen belijden en God om vergeving vragen. Mensen komen tot de ontdekking dat ze een nieuwe start mogen maken, omdat de schuld vergeven wordt. Mensen worden verrast met de boodschap dat ze mogen leven in het licht van Gods genade.

Vliegjes
Dat de mus en de zwaluw bij het brandofferaltaar te vinden zijn, is te begrijpen. De musjes eten de kruimels van de offers en de zwaluwen vangen de vliegjes die op het bloed van het offervlees afkomen. De tempel, het altaar is een oase voor de mus en de zwaluw. Zo is de tempel ook een oase voor de mens, omdat hij er daar bij bepaald wordt dat er steeds weer een nieuw begin mogelijk is. En dat schuld wordt vergeven.
Het brandofferaltaar in de tempel, waarop offers worden gebracht, wijst heen naar de Heere Jezus, Die voor ons aan het kruis is gestorven en in onze plaats de straf gedragen heeft. Eens en voor altijd – dat is ook de reden waarom er vandaag geen altaar in de kerk staat. Hij heeft werkelijk alles volbracht. De Heere Jezus heeft onze schuld op Zich genomen en weggedragen. Het kruis op Golgotha vertelt ons dat God onze zonden wil vergeven. Zo groot is Zijn liefde voor ons. Dat mag ook altijd weer ons gebed zijn.
Heel persoonlijk schuld belijden en vergeving ontvangen. We mogen wegschuilen als een kwetsbaar musje bij Christus, bij de Heere God. We mogen bij Hem vergeving, geborgenheid, rust, troost vinden.

Eén gratis
Uit het woordje ‘zelfs’ spreekt hoop. Als er zelfs voor een kwetsbaar musje en een kleine zwaluw al plaats is bij de Heere God, dan is er zeker ook een plaatsje voor ons aan het hart van God. De Heere Jezus wijst in het Nieuwe Testament op de geringe handelswaarde van een mus: twee musjes worden verkocht voor één penning (Matth. 10:29a) en vijf musjes voor twee penningen (Luk. 12:6). Dan krijg je er dus eentje gratis. Maar God heeft oog voor elk musje afzonderlijk. Niet één musje wordt door de Heere God vergeten.
Mussen en zwaluwen, voor het oog weinig voorstellend, gering, klein, heen en weer fladderend door de lucht, en toch een schuilplaatsje in de tempel, bij de Heere God. Als dan zelfs de mus een huis vindt en de zwaluw een nest, hoeveel te meer dan een mens, Uw schepsel, o God, die de vogels van de hemel te boven gaat.
Het betekent dat er voor iedereen een plaatsje is aan het hart van God, bij Christus. We mogen allemaal bij Hem wegschuilen. Niemand wordt uitgesloten. Niemand is te slecht. Christus heeft Zijn leven gegeven voor de grootste van de zondaren. Zijn liefde is zo groot dat er ruimte is voor de grootste zondaar. Wie ik ook ben, wat ik ook gedaan heb: er is plaats aan het hart van God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen