Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GLOBAAL BEKEKEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op vrijdag 13 maart hoopt ds. J. van Holten, hervormd predikant te Wezep, in Kampen (PThU) te promoveren op een proefschrift met de titel Rol en roeping. Een praktisch theologisch onderzoek naar de rolopvatting van aanstaande, beginnende en oudere predikanten gerelateerd aan hun roepingsbegrip. Een hartelijke felicitatie voor de promovendus en een gezegende promotiedag toegewenst. De stellingen bieden volop stof voor deze rubriek. Ze volgen allemaal:

• Theologiestudenten hebben een meer geprononceerde rolopvatting van het predikantschap dan predikanten.
• Roeping, verstaan als de weloverwogen overtuiging dat er een appèl gedaan wordt, is – gerelateerd aan persoonlijke spiritualiteit – een essentiële voorwaarde voor de uitoefening van het predikantschap.
• Roepingbesef speelt bij vrouwen in veel mindere mate een rol bij hun keuze voor het predikantschap dan bij mannen.
• De massiviteit van de rolopvatting van (aanstaande) predikanten vormt een sterk belemmerende factor voor het op een adequate wijze invullen van het predikantschap.
• Een uitsluitende gerichtheid op allerlei binnenkerkelijke activiteiten, terwijl de begeleiding van buitenkerkelijken overgelaten wordt aan niet daartoe getrainde gemeenteleden, getuigt van een onjuiste prioriteitstelling van kerntaken van de predikant.
• Het afwijzen van het rapport 'Pastor in perspectief ' kan gezien worden als een poging van (aanstaande) predikanten om de eigen beroepspositie veilig te stellen. Het is een goede zaak dat de stuurgroep ‘Werk in de wijngaard’ nieuwe voorstellen doet om te komen tot een adequate inpassing van de bijdrage van HBO-theologen.
• Tijdens de opleiding van predikanten dient uitdrukkelijk aandacht te worden geschonken aan ‘leiderschap’ in het algemeen en dient ‘charismatisch leiderschap’ geoefend te worden.
• De aanstelling van een goede officemanager in een gemeente met meerdere predikanten is nuttiger dan het aanstellen van een extra predikant.
• Het roepingsbesef van Calvijn om predikant te worden in Genève berust in feite op een met het oordeel dreigende aanzegging door Farel.
Zie De Reuver, A. (2003) ‘De roeping tot de dienst in de Wijngaard’, in: De Waarheidsvriend, wekelijks orgaan van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland, augustus 2003, p. 478.
• Wervingsadvertenties voor nieuwe theologiestudenten met daarin de boodschap dat men door middel van deze studie ook gemakkelijk buiten de kerk werkzaam kan worden, zetten studenten op het verkeerde been.
• De weergave van de Statenvertaling van Lukas 13: 24 en 25 verdient de voorkeur boven die van de N.B.V. of N.B.G.-vertaling.
• Het is beter het leerstuk van de verkiezing in de prediking geheel ongenoemd te laten dan latent aanwezig te laten zijn.
• Mountainbiken in sterk geaccidenteerd terrein vraagt niet alleen conditie van de derrière maar evenzeer geoefende intuïtie met betrekking tot het gebruik van de derailleur.

Calvijn te over dit jaar. Een fragment uit een boekje met ‘woorden van Calvijn aan allen die vervolgd worden’, Naar Zijn wil (De Banier, Utrecht 2002):

Ook voor de rijken is het zeker mogelijk om God te dienen. Maar wie een slaaf van de rijkdom wordt, die verlaat daardoor zeer beslist het gebied waar God regeert, terwijl omgekeerd de geldzucht ons in het machtsgebied van de duivel brengt.

Dit is zeker: hoe minder wij God volgen, des te minder zullen wij de rijkdom, overeenkomstig zijn aard, kunnen weerstaan.

Dit is hoogst onwaardig: terwijl sommigen met moeite hun levensonderhoud verdienen, de boeren zich met hun dagelijkse arbeid afmatten, de ambachtslieden zich in het zweet werken om anderen van dienst te zijn, de kooplieden niet alleen ijverig arbeiden, maar zich ook nog aan moeite en gevaren moeten blootstellen, daar halen alleen de geldschieters, zo te zeggen met stilzitten, de rente van al die arbeid binnen. Bovendien weten wij dat het voor het grootste deel niet de rijken zijn, die door zulke renten afgezet worden, maar wel de kleine lieden, die eerder verlichting moesten hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 maart 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 maart 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's