Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In liefde benaderd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In liefde benaderd

Meditatie: 1 Korinthe 15:5

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus leeft. Op allerlei manieren wordt dat door Paulus benadrukt. De Heere Jezus is gestorven, Hij is begraven, maar Hij is ook opgestaan. Zo is het ook voorzegd. Het is nog na te lezen in de Schriften ook.

'En dat Hij is van Céfas gezien, daarna van de twaalven.'

Daarbij zijn er ooggetuigen. Ze kunnen ons vertellen dat de Heere Jezus het graf heeft verlaten. Paulus noemt deze ooggetuigen ‘tot een getuigenis van Wie de Heere Jezus is’. Wat is het Woord van God actueel. Zaken die in Paulus’ tijd speelden, spelen ook nu. Neem de situatie in Korinthe. Er is sprake van verdeeldheid, er zijn problemen op het gebied van het huwelijk en er zijn misstanden rond het Heilig Avondmaal. Daarnaast zijn er mensen gesignaleerd die vraagtekens zetten bij de opstanding van Christus. Deze dwaalleraars dreigen de gemeente te beïnvloeden.
We voelen Paulus’ verontwaardiging. Waarom hij verontwaardigd is? Omdat de opstanding de kern van het evangelie is. Vandaar de inzet van ons teksthoofdstuk: ‘Voorts broeders, ik maak u bekend het Evangelie.’ Dan gaat het om het evangelie van de gestorven en opgestane Zaligmaker.

Luisteren
Niemand van ons zal zich ophouden met theorieën waarin Jezus in het graf is gebleven en alleen maar voortleefde in het hart van de discipelen. Maar als Pasen voor ons nu niet meer is dan een feit, van ‘ja, het is echt gebeurd’, dan ontbreekt er iets. Dan ontbreekt de kracht van Gods genade, waardoor een zondaar het leven zoekt buiten zichzelf in Jezus Christus, de Levensvorst.
Daarom is het goed om naar de ooggetuigen te luisteren. Naar hen die de Heere Jezus na Zijn opstanding in levenden lijve hebben ontmoet. Opdat we door hun getuigenis worden overtuigd van de kracht en de genade die in de opgestane Zaligmaker ligt. Opdat we net als zij in Hem het leven zoeken en vinden. Opdat we dichtbij de opgestane Levensvorst leven, zodat het zicht op de Heere Jezus niet wordt vertroebeld door allerlei dwalingen.
Daarom zal Paulus dit aan Korinthiërs geschreven hebben: ‘Hij is opgestaan. Hij leeft.’ Paulus zegt: ‘Lees de Schriften er maar op na en let op de getuigen.’

Wankelen
Als eerste getuige noemt Paulus Céfas. Céfas is de Aramese naam voor Petrus. Het is best mogelijk dat Petrus met deze naam in Korinthe bekend stond. In elk geval betekenen beide namen hetzelfde. Céfas is de rotsman. Dat herinnert aan zijn belijdenis dat Jezus de Christus is. Niet dat dat de reden is waarom de Heere Jezus aan Céfas is verschenen. Daar zit iets anders achter.
Céfas deed wat hij zelf niet voor mogelijk had gehouden. Hij verloochende zijn Meester toen Deze voor het Sanhedrin stond. Het rots-zijn van Céfas ligt dus niet in hemzelf. Ook al belijden we de Naam van de Heere Jezus met hart en ziel, onze belijdenis wankelt voor we er erg in hebben. Er hoeft niet zo veel te gebeuren of een belijdenis verandert in een verloochening. We moeten het dus in alles van de Heere Jezus verwachten. Van Hem Die de Rotssteen is, Wiens werk volkomen is. Van Hem Die het werk van Zijn handen niet laat varen.
Daarom zoekt Hij na Zijn opstanding Céfas op. Hij verschijnt aan hem, zodat Céfas Hem ziet. Zo moeten we de woorden van Paulus opvatten. Verschenen aan Céfas.

In liefde
Wat een wonder, wat een genade. Jezus Christus zoekt Zijn afgedwaalde schapen op. Zijn zorg gaat naar hen uit. Zo heeft de Heere Jezus op de dag van Zijn opstanding Céfas al opgezocht. Wat is er besproken? We weten het niet. Wel weten we dat de Heere Jezus hem in liefde benaderd heeft. Céfas mocht zijn plaats in de discipelkring weer innemen. De woorden dat ‘Hij van Céfas is gezien’ tekenen daarom ook des te meer de ontfermende liefde van Christus.
Wie zichzelf heel wat te verwijten heeft als het om zijn verhouding tot Christus gaat, moet Hem daarom niet vermijden. Integendeel, laten we Hem onze schuld belijden. Laat Christus Zijn liefde bewijzen. Zoals Hij Zijn liefde aan al Zijn discipelen bewezen heeft. Niet alleen Céfas heeft Hem gezien, ook de andere discipelen mogen Hem zien. De Heere Jezus zoekt hen op, de twaalven. Ook al zijn het er maar elf meer, het blijven de twaalven. De discipelen staan immers voor de twaalf stammen van Israël. Christus laat hen niet aan hun lot over. Hij komt. Hij komt als de Opgestane, als de Opstanding en het Leven. Daarom: ‘Wie in Hem gelooft zal leven, ook al ware hij gestorven.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

In liefde benaderd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's