Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meer zicht op Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meer zicht op Christus

Aart Peters: Zijn gemeenten niet te activistisch?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe moeten we de cultuur van vandaag een plaats in het gemeentewerk geven zonder onze identiteit te verloochenen? Aart Peters ziet gemeenten de laatste jaren met die vraag worstelen. Met Gemeente in beweging wil hij een handreiking doen.

Aart Peters: Zijn gemeenten niet te activistisch?
‘Kerkgangers maken zelf ook deel uit van de postmoderne cultuur. Ze komen met allerlei ideeën de kerk binnen. Dat vraagt om een reactie’, zegt Peters, voor de Protestantse Kerk gemeenteadviseur in de classis Bommel. ‘Kerkenraden kiezen voor vormen die naar hun idee beter in deze tijd passen. Ze willen tegemoet komen aan allerlei wensen.
Dat gebeurt mijns inziens vaak te snel. Moet je niet veel meer nadenken over je eigen identiteit, voordat je tot allerlei veranderingen overgaat? Ik zie dat die inhoudelijke kant nogal eens wordt overgeslagen. Kerkenraden zijn verlegen om het gesprek onderling aan te gaan over wat het betekent om gemeente naar Schrift en belijdenis te zijn. Waarover hebben we het als we dat zeggen? In het zoeken naar een visie voor de toekomst is dat een belangrijke vraag.’

Was dat zeg 25 jaar geleden geen actuele vraag?
‘Kerkenraden waren toen meer homogeen. Ouderling en diaken waren meestal van huis uit hervormd, vergroeid met de dorpsgemeenschap. Jonge ambtsdragers hebben vandaag vaker een diverse achtergrond, komen uit afgescheiden kerkgenootschappen of voelen zich aangetrokken tot het evangelische denken. Wat ook meespeelt is dat veel kerkenraadsleden overdag in het bedrijfsleven verkeren. Daar wordt op basis van rationele argumenten gewerkt en gescoord. Dit soort kerkenraadsleden zit anders in elkaar dan oudere autochtone broeders, die zich meestal gemakkelijker bij een bestaande situatie neerleggen.
Voor een pluriforme kerkenraad, waarbij iedereen zijn eigen insteek heeft, is het moeilijk om tot één visie te komen, die past bij de gemeente. Kerkenraden maken ook te weinig tijd vrij om in elkaars hart te kijken: hoe is jouw relatie met de Heere God, hoe sta jij in het geloof ? Ze vergaderen efficiënt en hebben bovendien vaak schroom om op dit diepere niveau te communiceren.’
U noemt uw boekje Gemeente in beweging. Waarom? ‘Het is een verwijzing naar de eerste christengemeente. Daar zie je veel beweging: kleine gemeenschappen die samenkomen om het Woord onderzoeken, de maaltijd gebruiken en in gebed te zijn. Er is een krachtige werking van de Geest, waardoor er veel toetreders zijn. Je ziet veel beweging binnen een kleine gemeenschap in een grote wereld die van God niet wil weten. Dat is mooi om als spiegel voor te houden.
De titel verwijst ook naar de ongelooflijke hoeveelheid activiteiten die vandaag in de gemeente plaatsvinden. Pak een gemiddelde kerkbode: er is veel jeugdwerk, veel zendingswerk, veel vrijwilligerswerk, de diaconie doet veel. Gemeenten staan vandaag niet stil. Maar is het een beweging van de Geest? Zijn gemeenten niet op een activistische manier bezig, willen ze niet veel dingen doen om het zo aantrekkelijk mogelijk te maken? Waar leiden al die activiteiten toe? Naar meer gemeente van Christus zijn, naar geloofsverdieping, missionair gemeente zijn?

En zijn al die activiteiten in de gemeente geen eilandjes op zichzelf ? Kun je door de veelheid ervan nog wel spreken van eenheid? Is er enige samenhang in te ontdekken? Is het een bijbelse beweging, uit gedrevenheid geroepen te zijn?
Ik merk de laatste jaren dat er samenhang ontbreekt. Dat het jeugdwerk bijvoorbeeld weg groeit van de kleur van de gemeente. Er komt afstand tussen de jongere en oudere generatie, die dan haast voor elkaar niet meer herkenbaar zijn. Dat kan toch niet? Een kerkenraad vertrouwt soms veel toe aan raden en commissies. De broeders vinden het dan lastig om met deze enthousiaste mensen in gesprek te gaan over de vraag of de uitgangspunten die ze kiezen nog wel passen bij het geheel van de gemeente. Laten kerkenraden niet te veel op hun beloop, in de hoop dat het goed gaat?

Waarom is het dat gemeenteleden dingen anders willen?
De kerkenraad moet zoeken naar wat daarachter zit. Ik spreek drs. P.J. Vergunst na, die schreef: ‘Gaat het nog wel om de belovende God of staat de subjectieve beleving van mensen centraal? ’ Ik merk het laatste vaker dan het eerste.’

Gemeente-zijn en gemeente-opbouw krijgen veel aandacht. Ziet u een risico dat het meer om de – succesvolle – gemeente gaat dan om de Koning van de kerk?
‘Helemaal mee eens. We zijn in de kerk rondom gemeenteopbouw vanuit sociologische invalshoek beïnvloed geraakt, vooral door dr. J. Hendriks, een socioloog die veel over gemeenteopbouw heeft geschreven. Dr. A. Noordegraaf en dr. J. Hoek keken daar later meer bijbels-theologisch naar. Het is ook beter om van geloofsopbouw dan gemeente-opbouw te spreken; gemeente-opbouw is meer een technische term. Het gaat allereerst om de eer van God en de relatie met God, dan om de gemeenschap met elkaar en als derde om de dienst aan elkaar en de ander. Techniek en methodiek zijn niet meer dan een middel om tot geloofsopbouw en verdieping van het gemeentezijn te komen.
Mijn missie is om als gemeente meer zicht te hebben op wie Christus is, wie de Heere God is en wat Hij met Zijn gemeente voor heeft. Dat is belangrijker dan dat we gefocust zijn op onze eigen gemeente en op de vraag hoe we jongeren erbij houden. Onze diaconale taak sneeuwt soms ook gemakkelijk onder. Een ander vergeten aspect in het gemeente-zijn is het verlangen naar de wederkomst van Christus. Zien wij nog uit naar het koninkrijk van God?
Tegelijk hebben we de roeping om het geloof met onze medemens te communiceren. De vraag is dan: hoe komen we in gesprek met rand- en buitenkerkelijken? Hoe zijn we missionaire gemeente? Daar is veel over te zeggen. Het moet ons gaan om het heil van de ander, om het leren kennen van Christus, als de Weg, de Waarheid en het Leven. Ons contact met de niet-christen moet ons daarom veel waard zijn.’

Preken en onderwijzen, wat de kerk al eeuwen doet, schieten vandaag tekort?
‘De ervaringscultuur, belevings- en beeldcultuur maken het steeds lastiger om als gemeente leergemeenschap te zijn. Ik ben er door studie wel van overtuigd geraakt dat de gemeente als lerende gemeente weer een agendapunt voor de kerkenraad zou kunnen zijn. Jongeren vinden veranderingen en vernieuwingen niet het belangrijkste, merk ik. Ze willen horen waar het in het geloof om gaat. Ze willen in de prediking antwoorden op hun vragen krijgen, en geen vage antwoorden. De roep om die prediking hoor ik vandaag vaker.
Kerkenraden zouden moeten zoeken naar trajecten om lerende gemeente te zijn: in welke traditie staan we als kerk? Waar staan we nu? Ben je bereid als je belijdenis doet om in de kerk waarin je gesteld bent je gaven aan te wenden? Dat zegt wat over de traditie waarin je staat. Ik merk dat het soms moeilijk is om die traditie te communiceren, maar dat is wel wezenlijk, we hebben er veel aan te danken. Er wordt gemakkelijk geshopt, met de gedachte: als we maar geloven en christen zijn. Dat is ook wel zo, maar geef de weg waarlangs je bent gegaan niet te gemakkelijk prijs. We moeten knokken om onze traditie te bewaren, ze geeft stevigheid aan ons bestaan. Ik zie daar steeds meer de positieve kanten van.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Meer zicht op Christus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's