Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een genadig offensief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een genadig offensief

De eerste en de tweede Adam [3, slot]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook door theologen wordt regelmatig verdedigd dat de historiciteit van het eerste mensenpaar onmogelijk is te handhaven. Wat betekent het voor de tweede Adam als de eerste Adam niet heeft bestaan?

Er zijn hiervoor verschillende motieven te noemen:
1. Wetenschappers wijzen erop dat de mensheid veel ouder is dan de Heilige Schrift doet voorkomen.
2. Volgens de aanhangers van een bepaald soort evolutionisme zou er geen plaats zijn voor een soort ideale situatie aan het begin van de mensheid. Het leven zou zich van lagere tot hogere vormen ontwikkeld hebben. Ook zou de mensheid van meerdere paren afstammen en niet van één ouderpaar.
3. Uitleggers menen dat bepaalde trekken in het paradijsverhaal niet letterlijk genomen kunnen worden. Er zou door de bijbelschrijvers gebruik gemaakt zijn van mythen en sagen.

Moderne theologie
Volgens Karl Barth, een theoloog die in de twintigste eeuw grote invloed heeft uitgeoefend, is er geen werkverbond en geen staat der rechtheid geweest. Hij leert een christocentrisch scheppingsmodel. De wereld is ontworpen ter wille van Christus. Adam is illustratie van de schuld van de mens tegen de achtergrond van de onkreukbare goedheid van God. Adam, die schijnbaar de eerste is, is in werkelijkheid de tweede en Jezus Christus, die schijnbaar de tweede is, is in werkelijkheid de eerste. Christus staat als de eerste ‘boven’ en Adam als de tweede ‘beneden’ (zie 1 Kor.15: 47). Prof.dr. H. Berkhof gaat ook van deze visie uit en combineert dit met het evolutionisme. Prof.dr. H.M. Kuitert stelde in 1968 dat Adam niet een historische persoon was, maar een leermodel. Hij schrijft: ‘Niet om Adam, niet om een bijbelbeschouwing, maar om de boodschap van Jezus zijn de christenen christenen geworden. Daarom verandert er aan het geloof ook niets als Adam niet een historische persoon blijkt te zijn.’

Hervormd-gereformeerde kring
Ook in hervormd-gereformeerde kring is er een discussie ontstaan op dit punt. Dr. H.de Leede stelde in zijn proefschrift in 2001 dat een historisering van de volgorde van schepping-zondeval-verzoening-verlossing vreemd is aan het bijbelverhaal van Genesis 1 tot 3. Hij vraagt zich af of we Gods handelen in en aan onze werkelijkheid niet vastpinnen in het verleden.
Dr. W. Verboom reageerde hierop in het blad Theologia Reformata door te stellen dat we de gebeurtenissen in Genesis 1-3 moeten lezen zoals ze zich aandienen, namelijk historisch-chronologisch. In het heden keert het gesprek over dit thema terug, omdat door het gedenken van Darwin de discussie schepping-evolutie actueel is.

Enkele bijbelse gegevens
Zonder gedetailleerd op alle vragen in te gaan, wijzen we er op dat Adam in verschillende geslachtsregisters als historisch persoon wordt voorgesteld (Gen. 5:1; 1 Kron.1:1 en Luk. 3:38). Als Jezus in Mattheüs 19:4-6 spreekt over het huwelijk, verwijst Hij naar Genesis 1:27 en 2:24. Hij ziet de schepping van Adam als historisch. Hetzelfde geldt voor de apostel Paulus in 1 Timotheüs 2:13. Judas noemt Henoch de zevende van Adam af (vers 14, 15). In Romeinen 5 spreekt Paulus over de periode tussen Adam en Mozes (vers 14). Dat is een historische aanduiding. De reformatorische belijdenisgeschriften gaan op grond van de bijbelse gegevens uit van de schepping, het paradijs, de historiciteit van Adam en Eva en leren de erfzonde als gevolg van deze val, vgl. NGB art.14, 15; HC zondag 3 en 4; DL III/IV, art.2, 3, enzovoort.

Visie op de zonde
Wie Genesis 1-3 op de wijze van de moderne theologie uitlegt, ziet Adam als de eerste overtreder. Hij wordt naast andere mensen gesteld. In Adam wordt als eerste zichtbaar wat in alle mensen leeft. Zonde vindt op deze manier niet plaats door toerekening, maar door het navolgen van een verkeerd voorbeeld. Er is dan ook geen sprake van erfzonde.
Brengen we de zonde niet langer in verband met een historische zondeval, dan is Adam niet anders dan een symbool van iets dat alle mensen doen. In deze gedachtegang is het kwaad vanaf het begin in Gods schepping aanwezig geweest en daaruit volgt dan vrijwel onvermijdelijk de conclusie (maar wie zou die durven te trekken? ) dat God de auteur is van het kwaad in deze wereld. Toch lezen we in Genesis 1:31: ‘En God zag al wat hij gemaakt had en het was zeer goed.’ Dat geeft duidelijk aan dat er een breuk is tussen Genesis 1, 2 en Genesis 3. Adam wordt door Paulus echter niet getekend als de eerste, maar als ‘de ene’. Hij neemt een unieke positie in, waardoor zijn daad van ongehoorzaamheid beslissend is voor allen die tot hem horen (Rom.5:12vv). Zonde is niet een onvermijdelijke groeistoornis in een evolutieproces (dr. W.H. Velema), maar overtreding en ongehoorzaamheid.

Visie op verlossing
Als we niet uitgaan van de historie van Adam, dan verandert de bijbelse boodschap op kortere of langere termijn. Deze boodschap is immers een consistent geheel. Het ene punt hangt met het andere punt samen. Als er niet een historische Adam is geweest, is er ook geen historische zondeval. Verlossing houdt dan niet langer in dat zondaren door het werk van de Heere Jezus met God worden verzoend. Dat Jezus de Zoon van God is Die mens geworden is, verdwijnt op de achtergrond. Het gevolg van het ontkennen van de historie van de eerste Adam is dat de tweede Adam alleen een inspirerend voorbeeld is voor ons mensen in het heden. Het mens-zijn van de Heere Jezus ontvangt dan alle nadruk.

Gods offensief
Als we op grond van bijbelse gegevens uitgaan van de historiciteit van Genesis 1-3, belijden we dat de komst van de Heere Jezus een reactie is op de zonde van ons mensen. De mens heeft zich van de Schepper losgemaakt. Hij heeft daardoor een onbetaalbare schuld op zich geladen. Maar God heeft een genadig offensief geopend tegen het kwaad door Zijn Zoon te zenden naar deze wereld. Omdat Christus aan het kruis gestorven is en uit de dood is opgestaan, worden zondaren met God verzoend. De gelovigen mogen uitzien naar de dag dat Jezus komt en er een vernieuwde schepping zal zijn. De herstelde hof van Eden met de rivier en de boom des levens uit Genesis 2 keren terug (Openb. 22:1, 2). De boom der kennis des goeds en des kwaads is hier afwezig. We verwachten naar Gods belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont (zie 2 Petr. 3:13).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Een genadig offensief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's