Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GLOBAAL BEKEKEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pastor van gevallen vrouwen kopt een miniatuur van Willem Bouwman in het Nederlands Dagblad.

‘Ds. Hendrik Pierson was van 1877 tot 1914 predikant en directeur van de Heldringgestichten in Zetten. Hij was afkomstig uit het Réveil, een orthodoxe opwekkingsbeweging die het gevoel als bron van geloven zag en sterk begaan was met maatschappelijke noden. Als jonge dominee was Pierson aanhanger van de bijbelkritiek en overwoog hij het ambt neer te leggen, maar hij keerde terug tot ‘het geloof van zijn moeder’. Zij had hem geleerd de Bijbel te lezen ‘niet zoals de notaris maar zoals de erfgenaam dat doet’. Dat geloof droeg hij uit op de kansel van de Vluchtheuvelkerk in Zetten, het kerkgebouw van de Heldringstichtingen, waar verwaarloosde meisjes en voormalige prostituees werden verzorgd en tot Jezus geleid. Pierson maakte van de dienst een hoogtepunt, door de ‘zeurderige voorlezer’ weg te sturen, de collecten en het plaatsgeld af te schaffen en zelf gezangen te schrijven en te laten zingen. Aan het eind van de dienst verlieten de mensen steevast zingend de kerk. Twee van Piersons gezangen kregen brede bekendheid: ‘God is getrouw, Zijn plannen falen niet’ en ‘Houdt Gij mijn handen beide, met kracht omvat’. Het hoogtepunt van de dienst was de preek van ds. Pierson, die een groot prediker was, wars van preektoon, sentimentaliteit en dogmatisme. Hij preekte tweemaal per zondag in Zetten, maar de schaarse keren dat hij in Amsterdam voorging, kwamen protestanten van alle richtingen naar hem luisteren.
Pierson bestreed de voorstanders van gereglementeerde prostitutie met een zeer scherpe pen. Toen een medestrijder hem maande milder te zijn, zei Pierson: ‘Nooit! God beware mij ervoor. In naam van Christus wiens discipel ik ben, die achtmaal zijn snerpend wee heeft uitgesproken over de Farizeeën, durf ik volhouden dat ook hardheid christelijk is.'

Het Amerikaans blijkt doorspekt met van oorsprong Hollandse woorden, meldt een artikel in Trouw n.a.v. een boek van Nicoline van der Sijs, Yankees, cookies en dollars (Amsterdam University Press). Een paar fragmenten:

• ‘Yankees’ komt om te beginnen van ‘Jan-Kees’. Nederlandse kolonisten die in de 17 de eeuw naar Nieuw Nederland (het huidige New York) trokken, heetten vaak Jan of Kees. Hun Britse concurrenten noemden hen daarom spottend ‘Jan-Kezen’. In vertaalde vorm: ‘Yankees’. Bepaald geen naam van een roemruchte indianenstam dus, zoals lange tijd gedacht.
Het boek wordt op 9 september in New York gepresenteerd door minister Plasterk van onderwijs, cultuur en wetenschap. Het is dan precies vierhonderd jaar geleden dat het eerste Nederlandse VOC-schip onder leiding van de Engelsman Henry Hudson op Manhattan aankwam. De Nederlanders introduceerden er hun taal en vestigden tegelijk een eeuwenlange handelsrelatie.
Het Nederlands is op zich maar kort de dominante taal geweest in de verre kolonie: van 1624 tot 1664. Toen ging het Engels overheersen. Desondanks heeft Van der Sijs in totaal 246 Amerikaanse woorden gevonden waarin Nederlandse wortels te herkennen zijn – de meeste zijn nog steeds in gebruik.’

• Verrassend is dat Nederlandse woorden zelfs in indianentalen zijn beland. ‘Via de Nederlanders kwamen de indianen voor het eerst in aanraking met zoiets als een broek of hemd’, licht Van der Sijs toe. ‘Dan is het niet zo vreemd dat ze de bijbehorende woorden overnamen.’ En zo spraken indianen naar hun beste kunnen van ‘pelók’ en ‘hámed’.
Ze gingen ook aan de haal met de onbekende dieren die onze voorouders binnenbrachten. ‘Vooral de verdubbelde lokroepen daarvan hebben ze overgenomen. Een kip noemden de indianen ‘kipkip’ en een kat ‘poespoes’. Tegen de geit zeiden ze ‘mekkie’.
Na deze jolijt heeft u de dollars uit de titel nog te goed. Die komen van de munt ‘daalder’, vroeger ‘daler’ geheten. De ‘o’ is mogelijk het gevolg van de platte Amsterdamse uitspraak van Nederlandse kolonisten, vaak afkomstig uit het westen van ons land. Om diezelfde reden zou ‘koolsla’ verworden zijn tot ‘coleslaw’, en ‘baas’ tot ‘boss’.(…) Hoe het ook zij, we mogen de ‘dollar’ en de ‘boss’ zonder meer beschouwen als de meest succesvolle Amerikaans-Hollandse woorden aller tijden.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's