Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spiritualiteit van De Cock

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spiritualiteit van De Cock

Echtgenote mist eerst notie van wedergeboorte

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als predikant maakt Hendrik de Cock (1801- 1842) een duidelijke ontwikkeling door. Hij begint als gematigd rechtzinnig predikant en eindigt als vader van de Afscheiding.

In Ulrum, waar De Cock van 1829 tot 1834 predikant is, volgt hij de latere hoogleraar Petrus Hofstede de Groot op, bekend voorman van de Groninger theologie, die zich afzet tegen de gereformeerde orthodoxie. Als student kan De Cock zich in Groningen goed vinden in de theologie van Hermannus Muntinghe. Deze staat een theologie zonder crisis, maar van geleidelijke ontwikkeling voor. Van braver, redelijker, zedelijker worden, onderweg zijn naar de volkomenheid, opgevoed worden tot alle godsdienstige en maatschappelijke deugden. Braafheid is de hoofdzaak van de evangelieleer. De kerk is nog niet waar zij wezen moet, maar zij vordert wel. Hofstede de Groot gaat in dat voetspoor voort. Hij stelt de deugden van geloof, hoop en liefde tegenover een stelsel van leerstukken en orthopraxie, het rechte handelen, tegenover orthodoxie, de rechte leer. De belijdenis heeft slechts een historisch gezag. Het gaat niet om de leer, maar om de levende Heer.

Vromen
In zijn eerste gemeenten, Eppenhuizen en Noordlaren, werkt De Cock als gematigd rechtzinnig predikant. Zijn vrouw, Frouwe Venema, mist in zijn prediking echter het accent op de noodzaak van wedergeboorte en persoonlijke geloofsbeleving. In Ulrum komt De Cock in aanraking met eenvoudige vromen, zoals Kuipenga en bakker Beukema. Via hen leest hij de geschriften van puriteinen en mannen van de Nadere Reformatie. Verder komt hij onder de indruk van de vlugschriften van C. Baron van Zuylen van Nijevelt (1777-1831), die de kerk oproept terug te keren tot het belijden van Dordt (1618-19). Hij onderzoekt de belijdenisgeschriften als nooit tevoren en leest de Institutie van Calvijn (in de verkorte vorm, zoals uitgegeven door Launeüs). Dit wordt goed merkbaar in zijn prediking, wat de aandacht trekt in wijder kring. Mensen die een klassiek-gereformeerde preek willen horen, komen van heinde en ver naar Ulrum.

Gevangen
Op 19 december 1833 wordt De Cock door het classicaal bestuur van Middelstum geschorst vanwege zijn polemische optreden tegenover liberale collega’s en de doopbediening en catechese aan kinderen en doopleden buiten eigen gemeente. Op 29 mei 1834 volgt zijn afzetting en op 13 en 14 oktober 1834 ondertekent het overgrote deel van de gemeente van Ulrum de Acte van Afscheiding.
De Cock zit van eind november 1834 tot eind februari 1835 gevangen. Honderdvijftig militairen worden ingekwartierd te Ulrum om de orde te bewaken en de toegang tot de Hervormde Kerk voor de afgescheidenen onmogelijk te maken. Tegen de verdrukking in groeit de beweging van de afgescheidenen, waaruit later de Christelijke Gereformeerde Kerken en (deels) de Gereformeerde Kerken in Nederland zouden voortkomen.

Huichelaar
Waar was het Hendrik de Cock en de Afscheiding om begonnen? Voor De Cock kan de klassiek-gereformeerde theologie en prediking in de kerk niet een richting naast vele anderen zijn. Zijn beroep op koning Willem I om de synode tot handhaving van de rechte leer te doen overgaan, blijkt echter aan dovemans oren gericht. Sinds de invoering van de reglementenbundel in 1816 is de synode niet meer in staat noch van zins inhoudelijk positie te kiezen. In de kerk van koning Willem I en ambtenaar Janssen beheerst een verlicht groepje dominees de synode en gebruikt de organisatie om in de kerk op gematigdheid, vredelievendheid en erkenning van de verschillende opvattingen naast elkaar aan te dringen.
In 1833 noemt De Cock ds. J. Meyer Brouwer van Uithuizen en ds. G. Benthem Reddingius van Assen ‘twee wolven’ die de schaapskooi van Christus hadden aangetast. Hij doet dit vanuit de overtuiging dat de eed die predikanten op de belijdenis hebben afgelegd, hen verplicht om overeenkomstig dat belijden te preken en te handelen.
Benthem noemt de belijdenis echter: ‘een zamenstel van menschelijke uitleggingen en bepalingen’ die nooit ‘de regelmaat onzes geloofs’ kan zijn. Wie zo spreekt, is volgens De Cock een huichelaar en een meinedige.

Paulus en Silas
De brandpunten van de spiritualiteit van De Cock zijn de zekerheid van het behoud na dit leven en de overgave aan Gods leiding in dit leven. Vanuit die laatstgenoemde overtuiging verbindt De Cock zijn eigen levensweg heel direct met de heilsgeschiedenis en vergelijkt hij zijn lot met dat van bijvoorbeeld Paulus en Silas. Zijn reizen langs de gemeenten ziet hij als apostolische reizen, waarop hij door de satan besprongen en door God uitgered wordt. De Cock kent persoonlijk geen twijfel over zijn behoud en over Gods dagelijkse zorg. Niet conservatisme of confessionalisme staan centraal, maar de existentiële gerichtheid op het behoud van mensen: ‘Mannen, wat moeten wij doen om zalig te worden?’ De prediking van het evangelie is een zaak van leven of dood, van eeuwig wel of wee.
De Cock wil een onvoorwaardelijke binding aan de belijdenisgeschriften en in het bijzonder eerherstel voor de Leerregels van Dordt. Deze leerregels zijn bij uitstek het ‘Credo van de Afscheiding’ te noemen. Een van de eerste publicaties die De Cock verzorgt, is dan ook een heruitgave daarvan.

Genade
'Grondige kennis van eigen zonde en schuld is volstrekt noodzakelijk,' zo stelt De Cock, ‘om zalig te worden, op grond van Gods waarachtig woord, dat de mensch zeker kennen moet, met eene geheiligde kennis gewrocht door Gods Geest, hoe groot zijne zonden en ellenden zijn, dat hij dood in zonden en eene slaaf der zonden is onmagtig en onwillig van nature tot de verlossing en dus alleen redding en zaliging bij Jezus moet vinden’.
De genade van God voert een mens eerst in een toestand waarin hij beseft ‘verdoemelijk voor God, van nature een kind des doods’ te zijn. Aanvankelijk probeert hij daar nog onderuit te komen door zich op eigen gerechtigheid te beroepen, maar ten slotte moet deze mens zich toch gewonnen geven en begeert hij Jezus ‘gedurig als zijn enige Hoogepriester’.
Deze concentratie op de vragen van (de toepassing van) het heil betekent een krachtig teruggrijpen op de Reformatie: de klemtoon op het sola gratia, uitlopend op de belijdenis van Gods verkiezend welbehagen, met als keerzijde daarvan de verwerping van de vrije wil. Anderzijds schiet de aandacht voor het christen-zijn in kerk en samenleving tekort.

Verbondsgemeenschap
Toch houdt De Cock wel oog voor de kerk als verbondsgemeenschap. Terwijl H.P. Scholte, medestrijder vanaf het begin van de Afscheiding, de kerk meer als een vergadering van wedergeborenen ziet, wil De Cock ruimte bieden aan het bijbelse verbondsbegrip. Van deze visie op het genadeverbond legt ook de advertentie getuigenis af die zijn vrouw en hij plaatsen na het overlijden van hun driejarig dochtertje: ‘Het behaagde heden avond den vrijmachtigen God, na een ziekte van drie weken, ons oudste dochtertje, Jantje, oud ruim 3 1/2 jaar, door den dood van ons af te eischen. Berustende in en vertrouwende op de verbondsbeloften, Gen. 17:7; Hand. 2:39, en op Gods Woord, Marc. 10:14 en 1 Corinthe 7:14, hopen wij eenmaal haar daar weder te vinden, waar geen rouw of gekrijt meer zal zijn.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Spiritualiteit van De Cock

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's