Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leerprogramma gevraagd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leerprogramma gevraagd

Doopcatechese beter idee dan doopvernieuwing

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De synode bespreekt volgende week opnieuw enkele voorstellen die ertoe moeten leiden dat kerkenraden vorm en inhoud kunnen geven aan de zogenaamde doopvernieuwing.

Eerdere voorstellen werden afgewezen, vandaar dat er een nieuwe notitie tot stand kwam. Om de associatie met een herhaling van de doop – die slechts een keer bediend kan worden – te voorkomen, wordt geadviseerd om de term ‘doopgedachtenis’ te gebruiken. Het gaat er dan concreet om dat hiermee tegemoet gekomen wordt aan het verlangen van mensen die tot de kerk terugkeren om het water waarin men eens als kind werd gedoopt opnieuw te voelen. Deze handeling wordt bij het doen van belijdenis door de persoon die zijn geloof belijdt zelf verricht.
Ik ga hier niet in op de principiële bezwaren tegen de voorstellen van de vorige notitie, die mijns inziens nog steeds van kracht zijn. Daar is destijds door ds. A.J. Mensink aandacht aan besteed (De Waarheidsvriend, jg. 2008, nr. 39). Er is een praktisch punt dat ik wil noemen. Dat is de vraag waarom de mogelijkheid voor dit ritueel er wel moet zijn voor iemand die herintreedt, en niet voor iemand die meelevend dooplid is, belijdenis van zijn of haar geloof aflegt en evenzeer verlangt naar een dergelijk ritueel. Waarom zou de kerk het ene toestaan en het andere weigeren? Trouwens, wat te doen als iemand enkele jaren na een doopvernieuwing hier opnieuw behoefte aan heeft? Dat kan toch?
Op grond van deze en andere overwegingen lijkt het me wijs wanneer we hier niet aan beginnen en daarover nu duidelijk zijn.

Onderwaardering
Maar dan zijn we er nog niet. Want waar komt dat verlangen naar een voelen van het doopwater vandaan?
Het heeft zeker te maken met de grote nadruk die beleving en gevoel vandaag krijgen. Maar kan het ook van doen hebben met een chronische onderwaardering van de kinderdoop zelf?
Ik bedoel daarmee dat we enerzijds principieel voorstander zijn van de kinderdoop, als teken en zegel van Gods verbond, maar anderzijds in verlegenheid verkeren hoe te leren leven als gedoopte mensen. Moeten we niet eerlijk zeggen dat het gedoopt zijn voor veel gemeenteleden niet leeft? Het zegt hun weinig. Dat Luther leerde dat geloven betekent ‘dagelijks uit de doop kruipen’, is de meeste gemeenteleden vreemd. Een predikant wilde op de catechisatie aandacht besteden aan de doop. Hij vroeg de jongeren om hun doopkaart mee te nemen. Prompt namen de meesten hun geboortekaartje mee.
Dat tekent het grote gebrek aan kennis van de betekenis van de doop. Hebben we in de meer orthodox-bevindelijke gemeenten van onze kerk de bediening van de doop en het werk van de Heilige Geest in geloof en wedergeboorte niet vaak te veel gescheiden? Betrekt ons klassiek gereformeerde doopformulier ze niet sterk op elkaar, als ze spreekt over wat de drie-enige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest ons in de doop belooft? Soms hebben gemeenteleden hier geen notie van. Is het ons wel eens tot schuld voor God geworden dat wij het talent van de kinderdoop hebben begraven, zoals de derde slaaf in de gelijkenis van de talenten deed? (Matth. 25)

In het gezin
Er zal dan ook gemeentebreed doopcatechese gegeven moeten worden. Niet alleen in de doopdienst door het doopformulier te lezen. En niet alleen aan ouders die hun kindje willen laten dopen, maar aan heel de gemeente. Daar zullen vormen van leerprogramma’s voor gezocht moeten worden.
Laten kerkenraden zich daarop bezinnen. Ligt hier ook geen taak voor de Gereformeerde Bond en de HGJB/JOP in de Protestantse Kerk?
Maar de plek waar dat dooponderricht beginnen moet is het gezin, als een taak van de ouders. Wanneer ouders hun kindje laten dopen beloven zij hun kind als een geschenk van God te onderwijzen in het christelijk geloof. Van dit onderwijs is de doop de voornaamste pijler.
Het is dus van het grootste belang dat ouders hun kinderen leren wat het betekent dat zij gedoopt zijn. Daarvoor leent zich het intieme gesprek tussen ouders en kinderen. Niet pas wanneer zij tot hun verstand zijn gekomen, maar van meet af aan, naar de aard van de ontwikkeling van het kind.
Wat is het goed om bijvoorbeeld op zondag na een doopdienst met de kinderen over de betekenis van de doop te spreken. Wat het water betekent. Wat het uitspreken van de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest betekent. Wat het betekent dat de HEERE het kind als kind van het verbond belooft tot een Vader te zijn, de zonden te vergeven om Christus wil en het vernieuwen door de Heilige Geest in geloof en bekering. Het moment dat het kind naar bed gebracht wordt door de ouders leent zich ook bij uitstek voor een dergelijk vertrouwelijk gesprek. Leg als ouder je hand eens op het voorhoofd van het kind en vertel eens dat het daar is natgemaakt met het water van de doop.
Leg de hand van het kind zelf eens op het voorhoofd en wees eens een moment stil en bid samen. Het kind kan zodoende van meet af aan besef krijgen van het heilgeheim van het gedoopt zijn. Hoe kostbaar is het om een kind van het verbond te zijn.

Datum
Veel gemeenteleden weten niet op welke datum zij gedoopt zijn. Waarom zou dat van belang kunnen zijn? Wellicht om het volgende. Er zijn gezinnen die de doopdatum van de gezinsleden gedenken en vieren. Ben je gedoopt op 10 mei? Dan is elk jaar 10 mei een bijzondere dag voor jou.
Dan gedenken we als gezin het wonder dat je eenmaal werd gedoopt. Het is een dag met een gouden rand, het goud van Gods genade. Er kan een stukje huisliturgie voor gecreëerd worden.
Het bijbellezen, het bidden en het samen zingen kan erop betrokken worden. Wellicht iets uit de liturgie van de doopdienst destijds? Er zijn ouders die hun kind op de doopdag een klein presentje geven in de vorm van een dagboekje of iets dergelijks.
Dat is goed en mooi. Waarom zouden we dit eigenlijk niet doen?
Waarom vieren we zelf als ouders en grootouders onze eigen doopdatum niet? Vroeger werd wel verteld door wie je was gedoopt en waar en met welke andere kinderen. Maar merkwaardig ging het nooit over de doopdatum. Wordt het geen tijd dat we eens nagaan op welke datum we werden gedoopt om die dag een bijzonder karakter te geven?

Doopdienst
Telkens en telkens weer wordt de Heilige Doop bediend aan de kleine kinderen van de gemeente. Dat is niet alleen voor de ouders die hun kindje ten doop houden en voor hun gezin van belang, maar voor heel de gemeente. Het kind dat gedoopt wordt is immers ook kind van de gemeente. Wat mooi wanneer de predikant de kinderen die in de kerk zijn uitnodigt om naar voren te komen en rondom de doopvont te komen staan en in een gesprekje hun vertelt wat de (hun) doop inhoudt. Zo worden kinderen in de kerkdienst bij de (hun) doop betrokken. Ouders kunnen er na de dienst thuis op terugkomen.
Ook is het mogelijk om de hele gemeente meer bij de doop te betrekken. Bijvoorbeeld door hen ook te laten antwoorden op een speciaal voor hen bestemde vraag bij de bediening van de doop. En hoeveel andere mogelijkheden zijn er niet: via de website, tijdens gemeenteavonden, via cd’s en dvd’s, enzovoort.

Boven bed
Ze hangen boven mijn bed: de doopkaart en de belijdenisplaat. Bovenaan de doopkaart en daaronder, er als het ware aan vast hangend, de belijdenisplaat. Deze volgorde is principieel.
De doop hangt niet aan de belijdenis, maar de belijdenis hangt aan de doop. God was de eerste in mijn leven, toen ik werd gedoopt. Daarna bewerkte Hij het antwoord op de doop in mijn leven. De doopkaart is klein, maar de zaak is groot. De belijdenisplaat is groot, maar de zaak is vergeleken met de doopkaart klein. Gods belofte is groot, mijn antwoord klein (nochtans een wonder van Gods genade). Elke dag, bij het opstaan en het naar bed gaan, kijk ik naar die beide wonderlijke platen. Ik ervaar het als een oefening in wat Luther leerde: dagelijks uit de doop kruipen.

Wat de synode zal beslissen is nog niet bekend. In elk geval hoop ik vurig dat zij zal besluiten om leerprogramma’s te (laten) ontwikkelen om de gemeente te leren leven als gedoopte gemeente. Willen we als kerk de slag om de kinderdoop niet verliezen, dan is het hiervoor echt de hoogste tijd.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Leerprogramma gevraagd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's