Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een witte Kerst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een witte Kerst

Meditatie: Jesaja 1:18a

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als kind droomde ik in de decembermaand van een witte Kerst. Deze droom bleek nogal eens bedrog te zijn. Het was en bleef groen. Of, vaker nog, grauw en grijs.

'Al waren uw zonden (rood) als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw.'

De een is gevoeliger voor romantiek en nostalgie dan de ander, maar voor velen geldt: een witte Kerst heeft iets. Wat precies? Dat is moeilijk te zeggen. Het raakt aan wat dr. Okke Jager ooit schreef: ‘Een witte Kerst maakt onze wereld kleiner. En’, voegde hij eraan toe, ‘dat mág ook: ook voor mij heeft het Kind van Bethlehem Zijn rijkdom ontzegd.’
Een kleine wereld: de uwe, de jouwe, de mijne. Maar dat deze wereld wit ziet. Wit in plaats van zwart, in plaats van grijs en grauw, of in plaats van rood, bloedrood, scharlaken, zoals Jesaja, de profeet, de mond van God, eens zei.
Uit Jesaja’s profetie komen trouwens ook de os en de ezel weggelopen, die later de kerststal binnenslopen. Wat deze dieren nu juist in Bethlehems arme stal moeten? Getuigen. In oorsprong stil getuigen hoe ver wij, mensen, heen kunnen zijn. Van God heen. Van God los. Terwijl we nu juist op Hem zijn aangewezen. Helemaal. Van Hem moeten we het hebben.

Vóórkomen
De HEERE zegt bij monde van Zijn knecht: ‘Een os kent zijn bezitter, en een ezel de krib van zijn heer; maar Israël heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet’ (1:3). Een rund kent zijn eigenaar. Een ezel weet maar al te goed waar zijn baas het voer legt. Maar Gods mensenkinderen leven aan Hem voorbij. Niet dat ze niet godsdienstig zijn. Ze lopen de tempeldeuren haast plat (1:11-15). Maar waar ze helemaal mee bezig zijn? Als Ik – zegt de HEERE – hoor wat ze zeggen. Als Ik zie wat ze doen, elkaar aandoen. Met Mij, hun God, en Mijn gebod rekenen ze niet. Zonde is dat.
Staan wij er minder gekleurd op? Waar we druk mee zijn? Hoe eigenbelang voorop kan staan in plaats van dat liefde, vrede en recht de toon aangeven. Hoe tijd geld is. Hoe wat God zegt wel in onze kraam te pas moet komen. Hoe … Laten we er niet voor weglopen. Laten we komen, vóórkomen voor Hem, Die ons in dit, Zijn Woord, dagvaardt: onze God.

Rood
Daar staan we dan: rood. Want in de schuld. Maar laat de Aanklager nu de Witwasser zijn. Laat de Rechter nu de Redder zijn.
Rood staan, kunnen we ons er in dit verband iets bij voorstellen? Kunnen we ons er dat bij voorstellen wat de HEERE bij monde van Zijn knecht Jesaja beoogt? Zonden, rood als scharlaken. Rood is de kleur van het bloed. Het gaat om bloedschuld. Aan de handen, die ten gebed werden opgeheven, kleefde bloed (vs.15). Met die handen werd onrecht begaan. De zwakken werden er de dupe van.
Zij hadden geen leven (vs.17). Terwijl  'de HEERE het is Die het recht der armen, der verdrukten, gelden doet.' Als anderen, dichtbij en ver weg, vanwege ons materialisme en egoïsme, onze hebzucht en zelfzucht – die zelfs onze kerstviering kenmerkt – geen leven hebben, kleeft er dan aan onze handen geen bloed? En weten we niet dat voor de HEERE afgunst, haat, toorn en wraakzucht als doodslag geldt (HC, Zondag 40)?

Bloed
Bloedschuld wil in dit verband ook nog iets anders zeggen. De HEERE wil dat we onze zonden erkennen, belijden en laten. Anders gezegd: dat we ze rood laten kleuren. Zoals daarvan sprake is in de reinigingsriten waarvan we lezen in Leviticus 14 en Numeri 19. Niet zand erover. Maar bloed erover, reinigingsrood. Alleen zo wordt er witgewassen. Wit als sneeuw. Niet illegaal, maar legaal. In naam der wet.
De HEERE bracht er Zijn Zoon tegenin, het Kind van Bethlehem. De Onschuld zelf. 'Geworden uit een vrouw,geworden onder de wet' (Gal. 4:4). Het heilig Godslam, dat de schuld der wereld op zich nam. Onze schuld. Zijn bloed reinigt ons van alle zonde.
Als we weigeren voor te komen, voor God, Die ons dagvaardt, als we in welke toonaard dan ook ontkennen rood te staan, dan vieren we niet echt Kerst. Maar als we voor het eerst en weer opnieuw van de Heere Jezus gediend zijn als het Lam Gods, dan beleven we een witte Kerst. Een Kerst die uitnodigt om te gaan wandelen. Ootmoedig dankbaar te wandelen met onze God. Hem, Die onze paden recht maakt, te kennen in al onze wegen.

Lam Gods, voor de schuld der wereld geslacht,
Dat eens aan het kruis voor mij hebt volbracht,
Ik kniel bij Uw kribbe met dankend gemoed
En breng U eerbiedig mijn zeeg’nende groet.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Een witte Kerst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's