Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alarm van HGJB-man

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alarm van HGJB-man

Jong en gereformeerd [1]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Het einde in zicht.’ Er stond nog een vraagteken achter, maar wat HGJB-directeur Harmen van Wijnen eind 2008 schreef over zijn waarneming bij hervormd-gereformeerde jongeren was alarmerend genoeg. Des te opmerkelijker de stilte na de publicatie.

O ver tien jaar is de gereformeerde traditie opgehouden te bestaan onder jongeren. Dat is wat Van Wijnen in

november 2008 in Kontekstueel zegt. ‘‘Onze’ jongeren zijn de afgelopen decennia in een rap tempo vervreemd geraakt van de inhoud van het gereformeerde belijden.’ Dat is niet alleen resultaat van eigen waarneming, maar ook uitkomst van een hbo-onderzoek in 2006 binnen de HGJB onder betrokken hervormd-gereformeerde jongeren en hun relatie met het gereformeerd belijden.

Van Wijnen: ‘Het onderzoek richtte zich concreet op het ‘functioneren’ van de gereformeerde belijdenisgeschriften. Een van de be­

langrijkste conclusies was dat de inhoud van deze belijdenissen nauwelijks bekend is. Nu is het gereformeerd belijden natuurlijk meer dan het hebben van kennis van de drie Formulieren van enigheid. Maar uit het onderzoek blijkt ook dat het geloofskader van deze jongeren niet per definitie aansluit bij de noties van het gereformeerd belijden. In de geloofsoverdracht functioneert het gereformeerd belijden niet of nauwelijks.’

De HGJB-directeur constateert dat er diverse andere invloeden op de jongeren zijn, ‘die minstens zo veel impact hebben op de vorming van het geloofsidioom en de geloofsgrammatica’. Uit het onderzoek bleek overigens niet zozeer dat ze zich af willen zetten tegen iets, maar dat bepaalde zaken eenvoudigweg niet bekend zijn.

Angstig gevoel

Als Harmen van Wijnen de waarnemingen uit de praktijk en de conclusies uit genoemd onderzoek tot zich laat doordringen, bekruipt hem ‘het angstige gevoel dat binnen een periode van zeg maar een jaar of tien onder de hele generatie van jongeren onder de twintig jaar de kernwaarden van het gereformeerd belijden zo goed als zeker zijn verdwenen of niet meer als zodanig worden herkend. Met als uitzondering misschien een aantal enclaves op de Veluwe en in de Zuid-Hollandse waarden, waar de driehoek kerk-gezin-

(reformatorische) school nog functioneert. In alle stilte zou de gereformeerde beweging in Nederland dan van binnen worden uitgehold en zo over een aantal decennia volledig zijn geïmplodeerd.’

Christelijk gereformeerd

Wat Van Wijnen in zijn artikel over hervormd-gereformeerde jongeren benoemt, lijkt geen typisch hervormd probleem te zijn. Volgens LCJ-jongerenwerker drs. Marieke de Vries gelden zijn bevindingen nagenoeg één op één christelijke gereformeerde leeftijdsgenoten. ‘Misschien verschilt de mate waarin zijn constateringen gelden iets, maar wat hij zegt is heel herkenbaar. De meeste jongeren lijken niet geïnteresseerd in wat ‘gereformeerd’ is en niet gevoelig voor het argument dat iets gereformeerd is. Ook onder ons geldt dat het in veel gevallen niet een afzetten tegen is, maar meer een totaal of bijna geheel niet bekend zijn met. Onbekend maakt onbemind? Ondanks de catechese die wekelijks wordt gegeven en de preken die ze meestal tweemaal per week horen.’

De Vries ziet een grote groep jongeren die wel positief ten opzichte van het christelijk geloof staat, maar ‘weinig kan’ met het gereformeerd belijden. ‘Er lijkt behoefte aan simpliciteit: waar staat in de Bijbel dat God de kinderdoop wil? Waar staat in de Bijbel dat ik niet mag samenwonen? Deze jongeren willen wel naar de Bijbel luisteren, maar dan moet het er heel concreet staan. Er is weinig oog voor de grote lijnen in Gods Woord.’

Misgegaan

Volgens Van Wijnen is er 20 à 25 jaar geleden iets misgegaan. ‘Hoe hebben de ouders die toen jonge kinderen hadden het christelijk geloof overgedragen? In de gemeenten leken alle neuzen dezelfde kant op te staan, maar is dat niet meer een sociologische binding dan een diepe, inhoudelijke geweest?

Ouders hebben misschien ook niet de handreikingen gekregen om in de opvoeding op een goede manier met geloof en leven, Schrift en belijdenis om te gaan. Het kan niet zo zijn dat je alleen maar een dogmatische theologische preek houdt, of zo catechese geeft dat alleen bijbelse waarheden bediscussieerd

en besproken worden. Er moet continu interactie tussen predikant en gemeente, catecheet en catechisant zijn. Ik maak me tot op de dag van vandaag zorgen over het hoe van de verkondiging. Is die zo dat leer en leven echt bij elkaar komen? Naar mijn overtuiging zijn daar dingen misgegaan. Natuurlijk moet de opvoeding in de gezinnen gebeuren, maar er is een wisselwerking tussen huisgodsdienst en prediking.’

Tegenreactie

Van Wijnen wil open staan voor kritische vragen naar zijn eigen organisatie. ‘De HGJB heeft deze ontwikkeling ook niet kunnen voorkomen. Wat ik vaak ben tegengekomen in gemeenten en ook binnen de HGJB is dat het gereformeerde een bepaalde manier is geworden, een soort systeem. Te vaak zag ik dat het gereformeerde synoniem was voor algemene waarheden of een bepaalde vormgeving van de liturgie, en dat verkondiging losraakte van de leefwereld en geloofsbeleving van jongeren.

Dat heeft de tegenreactie bij jongeren opgeroepen: wij herkennen ons niet in deze manier, het is niet relevant genoeg voor ons leven, het is te veel buitenkant. De jongere met deze houding hangt naar de evangelische gemeente, maar is ook te vinden in het jeugdwerk. Zij gingen niet op zoek naar de bijbelse of gereformeerde bron, maar keerden zich tegen een kerkenraad waar geen beweging in te krijgen was.

De HGJB heeft vaak aan de kant van de jongeren gezeten. Hadden wij ook niet meer een tegengeluid moeten geven? Die vraag willen we eerlijk aan onszelf stellen, en tegelijk willen we dieper gaan en – samen met de andere hervormd-gereformeerde bonden en met alle generaties – een antwoord zoeken op de vraag hoe we terug kunnen naar de bron en deze relevant maken voor de leefwereld van jongeren van nu. Dat vraagt een doordenking die misschien anders is dan het verleden. Durven we dat aan, geloven we dat – als er misschien een andere vorm nodig is – het gereformeerde in zichzelf krachtig genoeg is? ’

Levensstijl

Al is er na Van Wijnens SOS publiekelijk nauwelijks inhoudelijk bezinning geweest, intern heeft de HGJB inmiddels drie identiteitsbijeenkomsten achter de rug: over verbond en kinder­ doop, over de Heilige Geest en over de verhouding met de cultuur. Verder werkt de organisatie aan een ‘mooi programma voor de gemeenten’ en schreef Van Wijnen met staflid Herman van Wijngaarden een boekje voor jongeren over de basics van gereformeerd zijn, dat binnenkort bij Boekencentrum verschijnt.

Tijdens het schrijven kwam Van Wijnen tot de ontdekking dat gereformeerdzijn niet alleen een manier van bijbellezen volgens een bepaalde traditie is, maar gereformeerd-zijn is ook een levensstijl, een manier van doen. ‘Gereformeerd-zijn betekent aangesproken worden door en in de spanning gaan staan van de rijke bijbelse woorden zoals bekering én heiliging of verbond én verkiezing. Een gereformeerde levensstijl is deze spanning steeds maar weer toepassen in het concrete leven. Dit element van levensstijl mis ik wel eens bij de jongere generatie. Je hoeft als jong gelovige niet alles opnieuw te ontdekken. Een heel geslacht is ons voorgegaan. Je mag veronderstellen dat bijvoorbeeld over het verbond goed is nagedacht. Iets is niet pas waar als je het zelf hebt gevoeld.’

Existentieel

Ook bij het LCJ als kerkelijke jongerenorganisatie binnen de Christelijke Geformeerde Kerken leeft een gevoel van urgentie en zijn concrete beleidsplannen geformuleerd. Tegelijk vraagt de problematiek volgens Marieke de Vries om een geestelijke benadering. ‘Het gevaar is groot dat je het tij met praktische oplossingen wilt keren. Er is in de eerste plaats veel gebed nodig, schuldbelijdenis, omdat we als volwassenen en jongeren zo ingezonken, passieloos en soms zelfs ver bij Gods Woord vandaan leven. Een kern van het gereformeerd belijden is dat een goddeloze gerechtvaardigd wordt uit genade. Is dat nog wat werkelijk existentieel beleefd wordt? Dat je je, of je nu jong of oud bent, werkelijk verloren weet, maar ook de kracht van Jezus’ bloed kent, een diepe en intense vreugde om de vergeving van je zonden en de hoop op een eeuwig leven. Die inhoud van het gereformeerd belijden zullen we persoonlijk moeten kennen, willen we die, in welke vorm dan ook, door kunnen geven aan een nieuwe generatie.’

Tineke van der Waal

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Alarm van HGJB-man

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's