Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voltooiing van Christus’ werk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voltooiing van Christus’ werk

Herschepping [1]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het afgelopen jaar is veel over de schepping gediscussieerd. Zo veel, dat er van het genieten van de schepping als werk van God haast geen tijd overbleef.

D e discussies over het hoe en hoelang en wanneer verraden misschien ook wel dat de schepping niet in verband gezien wordt van het overkoepelende heilsplan van God. De schepping heeft geen zelfstandig bestaan, zij is geschapen om eens herschapen te worden.

Wie spreekt over herschepping moet beginnen bij God als Schepper. De hemel en de aarde zijn uit Zijn handen voortgekomen. Hij heeft deze wereld gewild. Daarin laat God iets van Zichzelf zien. De schepping is Zelfopenbaring van God. God is Licht en in Hem is gans geen duisternis. Het eerste dat God schept is het licht. De schepping komt voort uit Gods genade, geen vergevende genade, maar wel onverdiende gunst. De wereld heeft haar bestaan te danken aan de soevereiniteit van God, die de wereld heeft gewild, heeft bedacht, heeft uitgesproken en nog steeds draagt door het Woord van Zijn kracht. Dat mag je ook persoonlijk toepassen. God heeft mij gewild, bedacht en tot aanzijn geroepen. De eeuwige Vader van Christus, de almachtige Schepper, is ook mijn God en mijn Vader, zegt de Heidelbergse Catechismus.

Minteken

Her-schepping betekent wel dat er iets is misgegaan na de schepping. Het moet opnieuw, net als bij een herexamen. Herschepping veronderstelt dus ook de realiteit van het kwaad, dat als een verwoestende macht de schepping aantast. Scheppen is iets maken uit niets, het kwaad maakt niets uit iets. Het kwaad is hooliganism, vandalisme; het maakt alleen maar kapot. Scheppen is scheiden, ordenen: licht en donker, land, water en lucht, de dieren naar hun aard. Het werk van de duivel, de verstoorder, is verwarren, vermengen, van de kosmos weer een chaos maken. Het kwaad vernietigt de schepping niet, maar deformeert haar. Het kwade heeft geen zelfstandig bestaan.

Er komt door het kwaad een minteken te staan voor de schepping: wat positief bedoeld was, wordt getrokken in de macht van het kwaad. Dat kwaad is groter dan de zondeval, want er ging iets aan vooraf dat meestal aangeduid wordt met de ‘val van de engelen’. Het kwaad komt niet bij God vandaan, maar het is wel ontsproten voor de troon van God. Niet al het leed in de wereld is het gevolg van de menselijke zonde. Er is ook kwaad dat onze macht te boven gaat. Het kwaad dat er in de schepping al voor de val was, is door de zondeval ook in het bestaan van de mens binnengedrongen, verwoestend en verterend. Herschepping is een verlossing uit de greep van het kwaad.

Geen vernietiging

Herschepping betekent ook dat er continuïteit tussen verleden, heden en toekomst is. Wij verwachten nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid zal wonen (2Petr.3:13). Dat nieuwe sluit bij het oude aan en neemt het op, maar toch is het helemaal nieuw. De herschepping is geen reparatie, zoals van een kapotte fiets, het is een totale vernieuwing. Toch is er geen totale vernietiging van de wereld, geen herschepping uit het niets. God schept geen nieuwe planeet aarde, maar zal, zoals bij de zondvloed, deze wereld reinigen in een loutering door het vuur.

Herschepping zonder continuïteit is even troosteloos als een reïncarnatie zonder herinnering aan het vorige leven. Wat hebben mensen er toch aan om te geloven dat zij als koe voortleven als die koe zich straks niets meer herinnert? Christenen moeten zich de gelukzaligheid niet voorstellen als een toekomst waarin er niets meer aan het heden herinnert. De continuïteit is een reden om te hopen op herkenning in de hemel, of in ieder geval op de nieuwe aarde.

Er is ook nu al steeds sprake van herschepping, een wond die geneest, een gebroken relatie die vernieuwd wordt, de lente die na de winter terugkeert. Het zijn tekenen van Gods trouw in een gebroken wereld. Als de krokussen weer op het grasveld staan, dan is dat ook het herscheppende werk van de Heilige Geest, die het gelaat van de aarde vernieuwt (Ps.104:30). God heeft in de schepping de potentie gelegd om te herstellen.

Heilsplan

Herschepping veronderstelt ook een overkoepelend heilsplan. De eeuwige, alwetende God heeft Zich niet door het kwaad laten verrassen. Sterker nog, de almachtige en soevereine God heeft het kwaad, dat Hij haat, toch willen toelaten. Hij keert het kwaad ten goede door het te gebruiken als de donkere achtergrond waartegen het licht van Zijn menigvuldige genade als een regenboog afsteekt.

Hier is voorzichtigheid geboden. Voor je het weet heb je God tot auteur van de zonde gemaakt. Dat is Hij niet, ook niet per consequentie. Je kunt niet zeggen dat God de

zonde op zichzelf heeft gewild, net zo min als je kunt zeggen dat God een verkrachting of een moord heeft gewild. Tegelijkertijd kun je ook niet zeggen dat de eerste zonde heeft plaatsgevonden buiten Gods bereik, net zomin als je kunt zeggen dat die verschrikkelijke moord heeft plaatsgevonden buiten de voorzienigheid van God om. Het kwaad komt voor God van buiten. Maar dat te belijden betekent niet dat het kwaad zo los staat van God dat Hij het niet beheerst en bestuurt. Als Hij dat niet zou doen, zou er naast Hem een tweede god zijn, een eeuwige macht, een kwade genius. Dualisme is pas echt een ramp, want dan je weet nooit zeker hoe het afloopt. Het is ook heidens denken, een eeuwig evenwicht tussen licht en duister, yin en yan, gevangen in de eeuwige cirkel.

Wie ‘herschepping’ zegt, belijdt daarmee dat God aan het begin staat en aan het eind, dat er een heilsgeschiedenis is die zich volgens een heilsplan ontvouwt. De herschepping is het uiteindelijke doel van de schepping. Ook als je niet wilt zeggen dat de schepping er is om de verlossing mogelijk te maken – maar andersom, dat de verlossing er is om de schepping te redden –, dan nog moet je er aan vasthouden dat én schepping én verlossing en dus ook de zonde en het kwaad een plaats hebben in het heilsplan van God.

Niet volmaakt

De schepping was zeer goed, maar toch nog niet volmaakt. De mens kon vallen en is gevallen. God had daarvoor al een voorziening getroffen. Hij had het Lam al ‘achter de hand; ’ Hij had toen de wereld al zo lief dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Het evangelie van het kruis overtreft in heerlijkheid de lichtglans van de schepping. Het gaat hier ten diepste om de verhouding tussen natuur en genade. De genade is geen extraatje, geen toefje slagroom, waardoor de natuur pas echt perfect wordt. De genade is ook geen noodmaatregel, geen rampenplan, waardoor de natuur op het nippertje gered wordt. De genade is een vernieuwende, herscheppende kracht. Gods genade vernieuwt de natuur door die te verlossen uit de greep van het kwaad door de verzoening van de zonde. Daardoor komt de natuur tot zijn oorspronkelijke en uiteindelijke doel.

Kribbe en kruis

Christus staat aan het begin van alle dingen. Hij is de Alfa en de Omega. De wereld is er niet alleen door Hem, maar ook voor Hem. Hij is het Lam van God van de grondlegging der wereld af. Het kruis en het lege graf staan tussen schepping en herschepping. De schepping is de voorbereiding, de herschepping de voltooiing van het werk van Christus.

In deze verzoening had God al voorzien voor de wereld er was. De schepping is niet geschapen om te vallen, maar wel om verlost te worden. De schepping is er om – ondanks de macht van het kwade en dwars door de crisis van de zonde en de dood – uiteindelijk herschapen te worden, door de verlossing op grond van de verzoening door Christus.

Heerlijker nog dan in de schepping, die wij alleen als gevallen schepping kennen, openbaart God Zichzelf in de herschepping. Daar schitteren niet alleen Zijn almacht, trouw, geduld en goedheid, maar ook Zijn genade en recht. Aan het kruis van Christus blijkt pas echt wie God is.

Daar staan de engelen buiten. Zij kunnen God nooit zo leren kennen als wij, gevallen zondaren, want zij staren verbijsterd naar het verzoendeksel zonder de betekenis van het bloed te verstaan. Zij kunnen nooit zingen wat een christen zingen kan: ‘Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed.’ In de herschepping blijkt de almachtige God de genadige Vader te zijn, die mij ondanks mijn zonden liefheeft. Zo lief dat Hij Zijn Zoon al heeft willen geven voordat ik gezondigd had.

H. van den Belt

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Voltooiing van Christus’ werk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's