Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GLOBAAL BEKEKEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarom Groot-Ammers tijdens de Tweede Wereldoorlog ‘Jodendorp’ heette, maakt de nieuwe uitgave Bittere tranen. Jodenvervolging in Tiel en omgeving (uitg. Verbum, Laren) duidelijk. (Zie ook de aangekondigde boeken op deze pagina.) Een fragment over de onderduik van opa en oma Hes en het gezin van Mozes Hes.

In die PGEM-auto die naar Driebergen reed, zaten ook opa en oma Hes. Zij werden in het dorpje Langerak in de pastorie van dominee Den Hartog ondergebracht maar bleken daar niet veilig te zijn vanwege een onbetrouwbare tuinman. Den Hartog nam toen contact op met een collega, dominee Teunis Oostenbrug in Groot-Ammers in de Alblasserwaard. Die haalde het bejaarde echtpaar op en zorgde voor een veilig adres in zijn woonplaats. Spoedig volgden de achtergebleven leden van de familie Hes uit Tiel naar dit dorp aan de Lek. (…)

Hes werd opgenomen bij het gezin van Huig Bouter. Vader Bouter was weduwnaar en had negen kinderen, van wie er in 1942 zeven nog thuis woonden. Hij vond het geen probleem om bij zijn grote gezin nog een onderduiker, een Joods jongetje van dertien jaar oud, op te nemen. Zijn oudste dochter, die in 1940 was getrouwd en met haar man een paar straten verder woonde, nam de vader en moeder van Jaap, Mozes en Suzanne Hes, in huis. Ook de moeder van Suzanne (oma Bosch-Cohen) dook bij dit echtpaar onder. Rachel werd opgenomen bij de familie Kars van wie de vader in het verzet zat en Mathilde kwam bij weer een ander gezin terecht. Van Rachel weten we dat haar verblijf bij de familie Kars van korte duur was. Rachel heeft uiteindelijk op meer dan twintig adressen ondergedoken gezeten.

De jongste dochter van Huig Bouter, Ans (*1931), weet zich nog te herinneren dat zij en Jaap op dezelfde dag jarig waren. Dit was extra bijzonder omdat dit de geboortedag was van prinses Juliana. Om dit driedubbele feest luister bij te zetten, werd bij de feestmaaltijd als tafelkleed de nationale driekleur gebruikt. Ans Bouter heeft positieve herinneringen aan die periode. Ze kon het goed vinden met Jacob en Rachel. ‘Van echt gevaar heb ik als kind niet veel gemerkt’, zegt ze, ‘hoewel de buurman een NSB’er was.’ In zo’n klein dorp kon het hebben van onderduikers natuurlijk niet verborgen blijven. Iedereen wist alles van elkaar, zeker als er zoveel onderduikers waren als hier. De buurman had daarom een duidelijke boodschap gekregen: ‘Als de onderduikers verraden worden, maken we je dood.’

Omdat de ulo-school in Schoonhoven vanaf november 1944 dicht ging wegens brandstofschaarste, werd bij weer een andere familie in het dorp in de woonkamer-en-suite een klasje voor ulo-leerlingen geregeld. Les werd er gegeven door twee (niet-Joodse) onderduikers uit het dorp. Ook Ans en Rachel gingen naar dit provisorische klasje. Ondanks de relatieve veiligheid in het dorp, was men toch ook voorzichtig. De namen van de Joodse onderduikers waren zo aangepast dat ze niet-Joods klonken (oom Jo, tante Suus, Jaap). (…) Direct na de bevrijding, op 7 mei, werd er in de hervormde kerk een grote bevrijdingssamenkomst gehouden. Namens alle onderduikers hield opa Jozef Hes een korte toespraak waarin hij zijn dank uitsprak aan de inwoners van Groot-Ammers:

‘Groot-Ammers en hare lieve menschen zullen door ons nimmer worden vergeten. Uw Christelijke liefde zal te allen tijde door ons op hoogen prijs worden gesteld. Gij, hier allen in Groot-Ammers, hebt het gebod van de naastenliefde in vervulling gebracht. Moge de Voorzienigheid U allen zegenen tot in lengte van dagen.’

Het lokale verzet was zeer actief in het kleine dorpje, wat ertoe had geleid dat er liefst 180 onderduikers – van wie dertig Joods – in het dorp en zijn directe omgeving waren ondergebracht. In de illegaliteit stond Groot-Ammers bekend als ‘het Jodendorp’. Alle onderduikers hebben het einde van de oorlog gehaald. Dit was ook te danken aan de burgemeester, de dominee en de plaatselijke politie. Zij zaten allemaal in het complot. Dominee Oostenburg en zijn vrouw Jacoba kregen in 1988 de Yad Vashem-onderscheiding Rechtvaardigen onder de Volkeren

v.d.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's