Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oog in oog met Hem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oog in oog met Hem

Gods wet en ons leven [1: geen andere goden]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Woorden die Mozes en het Joodse volk eeuwen geleden te horen kregen. Wat betekenen ze voor ons, voor het leven van vandaag?

D e Tien Geboden beginnen met het Ik van de Heere God. God is een levende Persoon, die Ik zegt. Deze levende God spreekt Zijn volk aan: ‘Ik ben de Heere uw God.’ Om oog in oog met een mens te staan duwt Hij alles weg wat het contact stoort. Het bevrijdende is dat in Zijn aanspraak naar mij mijn menselijke ik geboren en gefundeerd wordt.

Daar ligt het diepste van mijn ik: ik word aangesproken door God Zelf.

Ik las onlangs de dagboeken van Jochen Klepper (1903-1942). Vanwege het huwelijk met zijn Joodse vrouw Hanni wordt zijn schrijversbestaan in nazi-Duitsland systematisch stuk gemaakt. In de dagboeken voel je Klepper zoeken naar ‘wie ik ben’ nu zijn bestaansrecht zo ontkend wordt. Ben ik eigenlijk nog wel iemand? En dan schrijft hij ergens in een nacht dat het diepste van zijn eigen ik gelegen is in het feit dass Gott mit mir redet. Dat God met mij spreekt, mij aanspreekt, mij zal blijven aanspreken, daarin ligt de waarborg van mijn eigen ik.

Ook als alles om mij heen wankelt, als iedereen mijn bestaan betwijfelt of als de uiterlijke mens volledig vervalt, wat overeind blijft is dass Gott mit mir redet.

Frontaal

Deze aanspraak is exclusief. In dit gebod gaat het ten eerste niet om een uiteenzetting over ‘andere goden’. Die doen er juist niet toe.

Op de Sinaï wil het zo zijn dat God alleen is met Zijn volk Israël, dat er niets en niemand tussen hen in is.

De Heere is de God van Israëls geschiedenis en er is voor Hem geen andere binding denkbaar dan tussen Zijn volk en Hem. Dat betekent ook dat Israël aan geen andere god ook maar iets verplicht of verschuldigd is. Ze hoeft aan geen goden gehorig of onderdanig te zijn. De aanbidding van deze Heere als God ontgoddelijkt al het andere. Er zit dus ook iets frontaal dwars naar deze wereld toe in dit gebod: je hoeft voor niets of niemand te buigen dan voor Mij. Juist als je buigt voor deze God hoef je niet door de knieën voor enige andere macht, en kun je rechtop in het leven lopen.

Onderscheidingsvermogen

In een recente reportage over haar leven hoor ik Hebe Kohlbrugge fier zeggen dat er momenten in het leven komen waarin je in één keer beseft ‘dat Gods Woord het enige is waar je naar hebt te luisteren, en dat je niet hebt te luisteren naar allerlei woorden, geluiden, verleidingen’ die jou willen claimen. De binding aan de Heere God kan je dus ook het onderscheidingsvermogen geven om andere goden te doorzien en de kracht om hen te weerstaan. Ook als de hele wereld om je heen gekoloniseerd wordt door allerlei goden en machten, wie in deze God gelooft hoeft daar niet voor te buigen. Dit gebod maakt de gelovige dus een vreemdeling die ‘niets heeft’ met waar zoveel anderen voor vrezen.

Ware liefde

Het is stoere taal om op te schrijven, het is niettemin een levenslang gevecht om je zo exclusief te laten binden aan God en zo met Hem te leven.

De exclusiviteit van dit gebod is de exclusiviteit van de ware liefde. Het aanbidden van andere goden wordt niet voor niets echtbreuk of hoererij genoemd. Dat resoneert in het ‘voor Mijn aangezicht’. Het is onbestaanbaar dat in de exclusieve binding er een ander zou zijn, een vreemde. De Heere God is gericht op een dusdanig exclusieve en intieme omgang met Zijn volk, dat wij dat ook zo gaan voelen, dat wanneer wij ons wenden naar andere goden, wij Hem verraden. De Heere God stelt Zichzelf oog in oog met ons: Ik ben uw God. En iedere keer wanneer wij ons afwenden van Hem en ons toewenden naar andere goden, dwingt Hij ons Hem in het gezicht te kijken. Daar zien wij dan tranen en toorn.

Godenfabriek

‘Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben’ is dus primair de taal van de aanspraak, van de binding en van de liefde.

Maar zij staat tegelijkertijd in het gebod. In de theologie van Luther speelt dit gebod een centrale rol. In de ‘motoriek van het Evangelie’ is dit gebod een beweging die zich steeds aan ons voltrekt, iets dat we nooit achter ons kunnen laten. Wij hebben het ons leven lang nodig dat dit gebod ons wakker stoot:

Waar vertrouw je op? Luther en Calvijn benadrukken de grondtoon van de Schrift dat wij mensen onszelf steeds weer andere goden maken, goden die ons vreemd zijn maar die we onszelf vertrouwd maken. Dit gebod wil dat mechanisme van ons hart aan het licht brengen, dat ons hart een ‘godenfabriek’ is, waardoor wij ons voortdurend afwenden van de Heere. Mensen zijn aan de ene kant een soort bellenblazers, die voortdurend zichzelf kleurige goden en overtuigingen tevoorschijn blazen en daar dan gefascineerd naar staan te staren. En anderzijds produceren wij mensen ons monsters van machten, die ons en onze samenleving breken willen.

Diepe argwaan

Je zou dus kunnen zeggen dat dit gebod ons een diepe argwaan over onszelf oplevert. Misschien hebben we in de moderne tijd nog dieper leren verstaan hoe arglistig ons hart is, hoe macht, ongeloof, ons onderbewustzijn, de behoeften die wij menen te hebben, hoe die steeds onszelf betoveren en misleiden. Dit gebod leert ons om toenemend onszelf te wantrouwen, zo diep als het kan, ook dat wat allemaal uit ons religieuze bewustzijn naar boven borrelt, ook onze ervaringen waar we zo graag mee aan de haal gaan. In een ander beeld: ons hart is als een spinnenkop die steeds maar draden uit zichzelf trekt om zich daaraan vervolgens te willen vasthouden en optrekken.

Daarom is dit gebod een beeldenstorm. Het gebod is de eis van Hem, van Wie wij zijn, tot een sprong: durf ik het aan om mijn enige zekerheid te vinden in de genade van en de binding aan deze God, en het daarbij te houden? Het gebod is dus als een kapmes, dat steeds alle banden waarmee ik mijzelf bindt aan andere goden, doorbreekt, zodat ik weer oog in oog met Hem sta.

Onaanraakbaar

De goden van deze eeuw laten het niet bij de goden van ons hart: geld en goed (zie kader op pag. 8). Wij leven in onze maatschappij in zo’n inkapseling door de goden van deze eeuw, dat er een soort collectieve cocon om ons maatschappelijke leven is gewikkeld. De woorden van God ketsen zomaar af, en een soort sferische machten zorgen voor een apathie, een onverschilligheid, een onaanraakbaarheid onder allerlei mensen en onder onszelf, die onthutsend is.

De beschutting van onze ouderen en jongeren is zo dun geworden, dat je soms zomaar merkt dat ons denken, ons voelen, onze ambities, onze waarden, steeds meer gevormd en ontaard worden door deze kwade eeuw. In allerlei gestalten omgeven velerlei machten ons, en voel je de intentie daarvan om onze maatschappij onaanraakbaar voor het Evangelie te maken, zo dat niet al het geval is.

Masker?

De keerzijde daarvan zijn de signalen van onbehagen, verwording, verval. Ik las Luther en dacht opeens: of zou het zo zijn dat we meemaken dat de Heere een stap terug doet, een cultuur vol vreemde goden laat doodbloeden, waarmee Hij, wie het verstaat, wil laten zien dat er maar Eén God is? Zou het verval dat wij meemaken ook het masker kunnen zijn, waarachter het gezicht schuilgaat van Hem die zei: Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben?

C.M.A. van Ekris

Volgende week schrijft ds. P.J. den Admirant over het tweede gebod.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Oog in oog met Hem

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's