Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Weer angst voor sluiproute

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Weer angst voor sluiproute

Synode besluit niet over hbo-theologen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over een hoofdpijndossier spreken we in de kerk niet – maar toch, het woord viel op de synode wel, toen er opnieuw urenlang vergaderd werd over predikanten en hbo-theologen, over de predikant-vicaris die nu toch vicaris zal gaan heten.

L aten we positief inzetten, en dan stellen we vast dat er telkens wel een klein stapje voorwaarts gezet wordt. Wie de synodale nota’s spaart inzake de besluitvorming over de wijze waarop professionele werkers in de kerk de gemeenten in de toekomst moeten bearbeiden, heeft inmiddels een mooie verzameling. Het begon met Pastor in beweging, en daarna volgden Werk in de wijngaard, Het spoor en de bielzen en Hand aan de ploeg. Op 23 april sprak de synode van 12.00 tot 22.00 uur over de voortgangsrapportage betreffende de uitvoering van de aanvaarde plannen uit Hand aan de ploeg.

Concreet beleid

Na de aanvaarding in april 2009 van Hand aan de ploeg, het rapport dat geschreven werd door de commissie die de naam van oud-minister Veerman draagt, stelde de synode in november 2009 het Plan van Aanpak vast dat uit dit rapport voortkomt. De Beleidscommissie Predikanten kreeg de taak om de voorstellen tot concreet beleid uit te werken.

En daarom hield de synode zich nu bezig met een voortgangsrapportage van 84 blz. Volgens de afgesproken tijdsplanning zou de ze in april 2010 moeten besluiten over permanente scholing van werkers in de kerk, over de hbo-theoloog en kerkelijk werker en over de toekomstige bezetting van het aantal predikanten. Lukte dat op 23 april? Ten dele.

Noodzakelijk overzicht

De doorstroming van voor vier jaar benoemde synodeleden zorgt ervoor dat velen de hoofdlijnen van dit meerjarige dossier niet paraat hebben. Dat betekent dat elke vergadering eerder besproken thema’s opnieuw langskomen. Het maakte dat ds. A.G.L. van Nieuwpoort (classis Amsterdam) zei dat ‘de predikant-vicaris nu uit de lucht komt vallen’. Het maakte dat ds. G. Wessels (classis Leeuwarden) pleitte voor het creëren van een vierde ambt voor de kerkelijk werkers, wat enige jaren geleden na een voorstel van dr. H.A. Post al afgewezen is.

Veel synodeleden zijn daarbij beducht voor een vermenging van twee beroepsgroepen met een eigen profiel, die van predikant en kerkelijk werker. Het woord ‘sluiproute’ komt steeds terug. Dat frustreert de besluitvorming ten aanzien van de kerkelijk werkers. Oud. S. Hiebsch (lutherse synode) signaleerde dat nieuwe synodeleden de vinger op de zere plek blijven leggen. Oud.-kerkrentmeester J.P. Karstens (classis Leiden) herinnerde aan vijftig jaar hervormde besluiteloosheid over de positie van niet-academisch geschoolden en vroeg om een helder onderscheid tussen dominee en kerkelijk werker. ‘Zet niet steeds de deur even op een kier.’

Een overzicht van al genomen beslissingen kan in de toekomst onbehagen wegnemen ten aanzien van de energievretende hbo-theologendiscussie. Het was daarom nodig dat scriba dr. A.J. Plaisier na bijna drie uur discussie de synode meldde dat bezinning en besluiten moeten voortborduren op wat een jaar eerder vastgesteld was, namelijk dat een kerkelijk werker met een afgeronde hbo-opleiding theologie toegelaten moet worden tot het ambt van vicaris.

Landelijke aanstelling

Ten aanzien van de kerkelijk werker – die volgens de voorstellen bevestigd zou moeten worden tot predikant-vicaris – waren er vier dingen te regelen: zijn competenties, de noodzakelijke aanvullende opleiding, de toeleiding naar het ambt en de rechtspositie.

Ds. J. Bos (classis Haarlem) gaf namens de Commissie van Rapport – een groepje synodeleden dat zich samen op de bespreking voorbereidt – aan dat in schrijnende gevallen de plaatselijke situatie leidend moet zijn. ‘Er zijn in de kerk momenteel vijftig kerkelijk werkers actief op plaatsen waar geen predikant meer kan worden onderhouden.’

Ds. H.K. Olde Scheper-van der Weide (classis Dokkum) vond de positie van de kerkelijk werker te belangrijk om nu alleen over de predikant-vicaris te spreken. Ze wilde liever eerst meer duidelijkheid over de positie van heel deze beroepsgroep. Ze pleitte – net als met veel jeugdwerkers gebeurt – voor een landelijke aanstelling en een plaatselijke bekostiging. Een meerderheid van de synode steunde haar amendement om nog geen besluit te nemen over de predikant-vicaris.

Wat ondertussen wel besloten werd, was om deze figuur voortaan vicaris te noemen. Die heldere benaming kan mogelijk angst voor de genoemde sluiproute wegnemen. Dat dit het enige resultaat op

dit deelgebied was, moet voor de synodeleiding teleurstellend zijn.

Rekenfout

De voortgangsrapportage van de Beleidscommissie Predikanten (BCP) kende echter nog twee aandachtsgebieden: de permanente educatie en de toekomstige professionele bezetting. Wat dit laatste punt betreft waren diverse synodeleden geïrriteerd over een in het verleden gemaakte rekenfout, waardoor een tekort aan predikanten in de Protestantse Kerk voorspeld was. Ds. H. van Solkema (classis Zutphen) was boos omdat in een vorige synodevergadering beleid ten aanzien van de kerkelijk werker gemaakt was op basis van verkeerde cijfers. En, omdat hij nu de excuses te dunnetjes vond, bleef hij boos.

Mr. W. de Jong zei namens de BCP dat het om een prognose gaat. Als er jaarlijks zestig jonge mensen kiezen voor het predikantschap, zal er geen tekort aan dominees ontstaan. Oud. G.G. van Dijk (classis Rotterdam) vroeg of het antwoord op krimpende gemeenten schaalvergroting was. Met het noemen van het begrip ‘tentenmaker’ wilde hij een andere kant op denken.

Ds. F. van Roest (classis Katwijk) vond de sfeer van het rapport te cijfermatig. Hij stelde voor dat de dienstenorganisatie en de PTU de werving van predikanten vooral op een geestelijke wijze aan de orde zouden stellen, door er aandacht voor te vragen via gebed, verootmoediging en verkondiging.

Ds. W. van Laar (classis Tiel) zei dat schaalvergroting het ambt voor predikanten niet altijd aantrekkelijker maakt. ‘Ik ben bewust parttimer, om thuis de zorg voor de kinderen te delen.’

Permanente educatie

Over de noodzaak van blijvende educatie voor predikanten en kerkelijk werkers nam de synode op basis van een geïntegreerd programma voor begeleiding en (voortgezette) nascholing wel een besluit – en dat maakte een lange vergaderdag wat resultaat nog enigszins goed. Dominees zijn in de toekomst verplicht een scholingsprogramma te volgen. De achtergrond hiervan is een heel positieve, namelijk de uitspraak uit 2006 dat nieuw élan in de kerk van de professionele werkers moet komen, élan inzake ‘de uitdaging om op de juiste wijze inhoud te geven aan de vragen van deze tijd en om leiding te geven aan de gemeente’. Zo worden ‘bedieningsvreugde en werkplezier onderhouden’.

Die permanente educatie bevat voor jonge predikanten één jaar persoonlijke coaching door een mentor en daarna drie jaar nascholing op Hydepark. Nieuw is de vorm van de voortgezette nascholing vanaf het zesde jaar die in cycli van vijf jaar plaatsheeft. Waar het studieverlof nu op grond van eigen keuzen kan worden ingevuld, is er in een toekomst voor de helft van de 420 uur per vijf jaar vrije ruimte, waarin een zekere mate van specialisatie mogelijk is. Maar daarnaast zal elke predikant in het algemene deel zijn theologische studie op peil moeten houden, onder meer door het volgen van cursussen op het gebied van bijbelse en systematische theologie. Ook zal hij, vrij vertaald, kunnen werken aan zijn competenties.

Jargon

Het rapport ontkomt niet aan het gebruik maken van een jargon dat vreemd is aan de eigenheid van het ambt. Als we spre-

ken over voor het beroep van gemeentepredikant nodige competenties, dan is dat taal die we niet terugvinden in het bevestigingsformulier voor de dienaren van het Woord. Bij de start van dit project moeten we hier echter zoeken doorheen te kijken, erkennend dat vanwege de complexiteit van het predikantschap in onze tijd gerichte nascholing wel een luxe, maar geen overbodige luxe is. En dat laatste vond

ook de synode.

P.J. Vergunst

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Weer angst voor sluiproute

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's