Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uitdaging, ­of toch roeping?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitdaging, ­of toch roeping?

Kom achter Mij, de kern van het christenleven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie de christelijke kranten en de kerkelijke pers volgt, zal het ook opvallen. We spreken in de kerk steeds minder over onze roeping. Christenen hebben als kinderen van hun tijd blijkbaar ook een uitdaging nodig. En daarna, een níeuwe uitdaging.

I n de Bijbel treffen we het woord ‘degelijk’ niet aan, maar toch: voor sommige christenen is dit begrip een hanteerbare term om de levensoriëntatie van andere christenen aan te duiden. Zelf heb ik nooit met dit woord uit de voeten gekund. Immers, waarom houden we ons niet bij het taalveld dat de Bijbel ons leert?

Jozua en Jesaja

Met het woord uitdaging zouden we eveneens niet anders moeten omgaan dan Gods Woord het doet. Stel je voor dat Paulus in een van zijn brieven tegen de gemeente van Korinthe zou zeggen dat het voor hem een grote uitdaging is ‘het Evangelie te verkondigen in streken die nog verder weg zijn dan de uwe’. En we zouden toch vreemd opkijken als de apostel vertelt dat hij in Troas aankomt om het Evangelie te prediken, maar dat hij er toch afscheid neemt, omdat hij de arbeid in de gemeente van Macedonië een uitdaging vindt. Evenmin lezen we het van leider Jozua of profeet Jesaja dat ze het als een uitdaging ervaren het volk van Gods verbond met Zijn woorden te confronteren.

Mooie uitdaging

Nederlandse christenen spreken meer en meer over een uitdaging. De een verwoordt in de krant dat het ‘een uitdaging is om als christenen met één mond te spreken naar de buitenwereld’, de ander zegt op dezelfde pagina dat ‘de uitdaging voor elke christen, ook van orthodoxe christenen, is om een leesbare brief en een verstaanbare getuige van Christus te zijn’. Kom ik een van onze predikanten tegen die een beroep naar elders aangenomen heeft, dan valt het me op hoe velen aangeven hun nieuwe gemeente aanzienlijk groter is en dat het leiding geven complexer zal zijn, waarop steevast volgt: ‘Maar, ik heb er zin in, het is een mooie uitdaging.’ Of: ‘Ik was echt aan een nieuwe uitdaging toe.’

Beslissend onderscheid

De vraag is of we eigenlijk niet gewoon hetzelfde bedoelen als de een het heeft over de roeping van de christen en de ander is gaan

spreken over een uitdaging. Nee, ik denk het toch niet. Het verschil is dat onze roeping van God komt, dat is zelfs een beslissend onderscheid. We kunnen niet voldoende

onderstrepen hoe bijzonder dat is. Immers, voor die roeping ben je door Hem uitgekozen. In 2 Petrus 1 noemt de apostel de woorden roeping en verkiezing in één adem. God roept de mens tot Zijn gehoorzaamheid en in die weg wordt de verkiezing werkelijkheid. Paulus zegt het in Romeinen 8 niet anders: ‘En die hij tevoren bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen.’ God roept! Is dat niet hét wonder in deze wereld? Hij heeft Zich niet van Zijn schepping afgewend, maar noemt Adam kort na de zondeval bij zijn naam. ‘Waar ben je? ’ Hij roept de jonge Samuel tot een bijzondere taak. Op veel plaatsen in de profetenboeken lezen we hoe Israël als de ‘zoon van God’ uit Egypte geroepen is. Ook de Knecht des Heeren, over wie Jesaja profeteert, heeft Hij geroepen: ‘De Heere heeft Mij geroepen van de buik af.’ Onze roeping is niet anders dan gehoor geven aan dat roepen van God, doen waartoe Hij ons roept.

Bij een uitdaging worden we geconfronteerd met een situatie die ons tot inzet, tot handelen prikkelt. Het zwaartepunt ligt niet meer bij wat onze taak is, bij Wie ons die taak gegeven heeft, maar bij de aantrekkelijke of boeiende omstandigheden zelf. Ik ben er nog niet achter waarom er een evangelisch maandblad bestaat dat

de naam Uitdaging draagt.

Achter Mij

Dat spreken van God gaat in het Nieuwe Testament door. Het roepen van Jezus is zowel bij de discipelen als bij Levi zo krachtig dat ze

hun dagelijkse werk achter zich laten – om aan hun nieuwe roeping invulling te geven. ‘Kom achter Mij’ (Matt. 4:19) – zo verwoordt de Meester de kern van waar het in onze roeping om gaat. Luisteren en volgen.

En, gelukkig, die roeping van de Heere geldt niet alleen degenen die tot een bijzondere taak in Zijn

Koninkrijk geroepen zijn. Dat laat God nergens duidelijker zien dan bij de doop van een nog onwetend kind. ‘Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt van Mij.’ Ondertussen laat dit onverlet dat de Heere mensen tot een speciale opdracht roept, zoals Paulus in Galaten 1 schrijft. Hij spreekt over ‘God, Die mij vanaf de schoot van mijn moeder heeft afgezonderd en geroepen door Zijn genade’.

Gunstige gelegenheid

In ons land hebben we het – mensen in de marge van de maatschappij uitgezonderd – goed, ontzettend goed. Wie verwend raakt, ligt open voor het gevaar van de verveling en de ontevredenheid. Speelt die context mee als christenen op zoek zijn naar een (nieuwe) uitdaging in hun leven? De vraag is belangrijk genoeg om aan jezelf te stellen. En de vraag wil zeker niet voorbijgaan aan onze roeping (!) om met onze talenten en gaven te woekeren.

Ondertussen is het wel zo dat de Nederlandse cultuur ons kan afleiden van onze roeping Jezus radicaal te volgen en voortdurend te vragen naar Zijn wil. Die gehoorzaamheid staat immers haaks op een strakke carrièreplanning, op progressie in je persoonlijke ontwikkeling. Paulus’ roeping – voor velen in de vervolgde kerk is het niet anders – bracht hem in de gevangenis. Ds. H. Russcher noemt dit in zijn recente boekje over de Filippenzenbrief geen ‘tegenvaller die hem hindert in zijn werk als apostel, maar een gunstige gelegenheid om het evangelie te verkondigen. Zijn persoonlijk lot is voor hem minder belangrijk dan de verbreiding van het evangelie.’

Beroepingswerk

De koers van ons leven ligt evenals de zekerheid van ons bestaan niet in de omstandigheden maar in de vastheid van Gods spreken. Zijn roepen gaat gepaard met Zijn trouw. Daarom gaan we veel veiliger als we onze roeping volgen dan wanneer we denken aan een nieuwe uitdaging in ons leven toe te zijn. Daarom kunnen ambtsdragers na hun verkiezing positief rea-geren – al zijn de omstandigheden nog zo moeilijk.

En, ligt hier ook niet de sleutel als het gaat om de impasse in het beroepingswerk die door velen ervaren wordt. Ik kan dat op deze plaats niet uitwerken, maar noem het hier wel: Als we de overtuiging loslaten dat God verkondigers van de blijde boodschap zendt tot wie Hij wil en wanneer Hij wil (Dordtse Leerregels, I, 3), dan verzanden we in ons menselijke overwegingen, in de complicerende omstandigheden die er altijd wel zijn.

Beloften

Het leven uit onze roeping heeft niet alleen de meerwaarde van Gods verkiezing en Zijn trouw, maar ook van Zijn belofte. Als je je roeping vastmaakt, zul je nimmermeer struikelen, zegt Petrus. Omdat aan Gods roepen in ons leven de opstandingskracht van Christus verbonden is.

Prof. S. van der Linde heeft ooit geschreven dat het christenleven gedragen en gespannen wordt door roeping en belofte: ‘Heel de Schrift dient daartoe als bewijs.’ Ik citeer hem iets langer waar hij zegt dat beide begrippen bijeengehouden moeten worden: ‘De roeping alleen heeft iets drukkends en hards. Er zit iets van het bovenmenselijke in. Denk maar aan Abraham: alles verlaten, z’n veiligheden kwijtgaan en erop uit moeten. (…) Maar we mogen de ‘harde’ roeping niet losmaken van de ‘milde’ belofte. Wat maakt onze Here God het goed in het leven van allen die Hij riep en die volgden, het mocht kosten wat het kostte. Hij is waarlijk de Belover, die volbrengt.’

Dienst

Een roeping volgen veronderstelt Iemand die roept, die boven je staat. Elke christen is daarom onderdanig, ondergeschikt. Wie zelf niet gehoorzaamt – al is het een aangevochten zaak –, maakt het eigen spreken als christen krachteloos, zonder gezag van de Roepende. Tot dienst zijn we geroepen. Door Christus, die Zijn roeping volgde en gehoorzaam was tot het einde.

P.J. Vergunst

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 2010

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uitdaging, ­of toch roeping?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 2010

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's