Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GLOBAAL BEKEKEN

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Selma Engel-Wijnberg overleefde het vernietigingskamp Sobibor, doordat zij kon ontvluchten tijdens een opstand in het kamp in oktober 1943. Haar geschiedenis is te boek gesteld door Ad van Liempt: Selma, de vrouw die Sobibor overleefde (uitg. Verbum, Laren)

• Een bijzondere dag in de geschiedenis van het kamp is 12 februari 1943. Iedereen is al dagen in de weer om alles netjes te maken, hekken te repareren en de grond aan te harken: Heinrich Himmler komt op bezoek, de Reichsführer van de SS. Hij wil persoonlijk wel eens zien hoe de Aktion Reinhard vordert en hoe het kamp zijn speciale taak vervult. Hij wil de werkelijkheid zien. Commandant Franz Reichleitner, de ook al uit Oostenrijk afkomstige opvolger van de eind 1942 in Treblinka benoemde Stangl, organiseert voor Himmler een demonstratievergassing. Er komen in die periode heel weinig transporten naar Sobibor, en daarom regelt hij dat er tussen de twee- en

driehonderd jonge Joodse meisjes uit het werkkamp Lipowa (in Lublin) worden gehaald, met vrachtwagens. Twee dagen lang worden ze, met kaalgeschoren hoofd, vastgehouden tot de dag dat Himmler arriveert. Alles ziet er die vrijdag piekfijn uit. De bewakers hebben opeens geen stok of zweep bij zich, want Himmler moet niet de indruk krijgen dat er in Sobibor geslagen wordt. De meisjes moeten naar Lager 2, zo weten we van ooggetuige Estera Raab, waar ze zich in de aanwezigheid van Himmler moeten uitkleden. Daarna gaan ze naar Lager 3, waar ze worden vergast. Himmler is er

getuige van. Hij spreekt na afloop zijn ondergeschikten toe: ‘SS-mannen, houdt vol. Het bevel is gegeven. Als u niet sterk bent, moet u de consequentie dragen.’ Ondercommandant Frenzen heeft na de oorlog verklaard dat Himmler zich lovend heeft uitgelaten over de gang van zaken in Sobibor.

Hij strooit met enige bevorderingen in de SS-hiërachie; die vallen toe aan de toppers van de Aktion Reinhard: Christian Wirth, de inspecteur van de Sonderkommando’s, Stangl, de commandant van Treblinka en Reichleitner, de chef van Sobibor. Maar er is nog een belangrijker consequentie van Himmlers bezoek: hij constateert dat de capaciteit van Sobibor onvoldoende wordt gebruikt. Er kunnen zonder al teveel moeite ook transporten uit West- Europa naar toe, het is maar een halve dag langer met de trein dan Auschwitz. Ruim twee weken later is Himmlers suggestie al omgezet in werkelijkheid. Op dinsdag 2 maart vertrekt een trein met 1105 inzittenden vanaf het Drentse doorgangskamp Westerbork naar Sobibor. Er zullen in ruim vier maanden nog achttien volgen.

• Het is erg lastig om achteraf precies uit te maken hoeveel Joden het kamp zijn uitgevlucht en wat er precies met hen is gebeurd.

Er zijn allerlei detailberekeningen over hoe het de ontvluchte Joden is vergaan. De meest betrouwbare berekeningen komen van Jules Schelvis, de man die in juni 1943 enige uren in Sobibor is geweest maar daarna verder werd getransporteerd, naar andere kampen. Hij heeft vanaf de jaren tachtig van Sobibor een intensieve studie gemaakt, zijn boek is toonaangevend. Daarin komt hij, na veel gereken, tot de conclusie dat er 365 Joden een vluchtpoging hebben gedaan. Van hen zijn er bijna 160 niet van het kampterrein afgekomen: ze moeten zijn omgekomen tijdens hun poging, door kogels of door mijnen. Uit allerlei Duitse rapporten valt op te maken dat er 107 buiten het kamp zijn onderschept door Duitse patrouilles, van de SS, de Ordnungspolizei of de Wehrmacht. Rond de vijftig zijn wel verder gekomen, maar hebben de oorlog niet overleefd, door ziekte en uitputting of omdat ze op het Poolse platteland zijn omgebracht. Van 47 mensen is bekend dat ze de oorlog hebben overleefd. Onder hen Ursula Stern (ze heeft zich aangesloten bij de Poolse partizanengroep), Chaim Engel en Selma Wijnberg.

v.d.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's