Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. Matthijs de Blois Israël: een staat ter discussie? Uitg. Groen, Heerenveen; 136 blz.; € 12, 50.Pieter Beunder, Willem Lock, Robert van Putten e.a. (red.) Postmodern gereformeerd. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam; 192 blz.; € 18, 50.

Dr. Matthijs de Blois Israël: een staat ter discussie? Uitg. Groen, Heerenveen; 136 blz.; € 12, 50.

Israël staat steeds weer in de beklaagdenbank als het gaat om vermeende schendingen van internationaal recht. Maar wat bedoelen we eigenlijk met die term internationaal recht? Dr. Matthijs de Blois, hoofddocent Rechtstheorie aan de Univer-

siteit Utrecht, gaat in dit boekje in op de internationaalrechtelijke positie van Israël. Na een typering van wat met internationaal recht bedoeld wordt (hoofdstuk 2) schetst hij de ontstaansgeschiedenis van de staat Israël. In

de befaamde Balfourdeclaratie (1917) van de Britse regering wordt steun uitgesproken voor de vestiging in Palestina van een nationaal tehuis voor het Joodse volk. Deze verklaring krijgt een vervolg in een Mandaat van de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) in 1922. Daarin worden maatregelen in het vooruitzicht gesteld die de komst van zo’n Joods nationaal tehuis mogelijk maken. De Blois betoogt dat dit mandaatregime het kader is geweest waarbinnen de uitoefening van de zelfbeschikking door het Joodse volk zich heeft kunnen ontwikkelen. Zijns inziens is dit Mandaat voor vandaag nog van betekenis, ook met betrekking tot de grenzen van Israël. Ten onrechte worden de wapenstilstandslijnen van 1949 internationaal een status toegekend die zij juridisch uitdrukkelijk niet hebben. Het is volgens de auteur dan ook onjuist om de gebieden die sinds 1967 door Israël worden gecontroleerd, ‘bezette gebieden’ te noemen. Als ik De Blois goed begrijp hebben de bewoners van Joodse nederzettingen juist het recht zich in die gebieden te vestigen. Een belangrijk gezichtspunt in zijn betoog is voorts dat Israël een staat in oorlog is en het recht heeft zichzelf te verdedigen. De veiligheidsbarrière – door tegenstanders ‘apartheidsmuur’ genoemd – vormt in die zelfverdediging een relatief vreedzaam middel, aldus De Blois.

Hoe dit boekje te waarderen? De Blois verzet zich terecht tegen een gemakkelijke veroordeling van Israël op juridische gronden. Ik versta zijn geschrift dan ook vooral als een poging een gefundeerd tegengeluid te laten horen tegen het koor van de publieke opinie dat eenzijdig partij kiest tegen Israël. Echter, door deze insteek dreigt zijn eigen visie net zo onproblematisch te worden als het standpunt dat De Blois wil bestrijden. In zijn boekje benadrukt de schrijver bijvoorbeeld hoezeer het internationaal recht en de (anti-Israëlische) politiek met elkaar verstrengeld zijn. Met als bewijs het advies (2004) van het Internationaal Gerechtshof. Ook al werd het gedragen door op één na alle leden van het Hof, in het recht heeft de meerderheid niet altijd gelijk en je zult – zegt de auteur de Thora na – de meerderheid in het kwaad niet volgen! Tegelijk heeft De Blois geen aarzeling bij de betekenis en de reikwijdte van het Mandaat dat indertijd door de Volkenbond werd afgekondigd.

Nog een punt: met betrekking tot een eventueel zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen vraagt De Blois zich af of zij wel voldoende eigen identiteit hebben om zich daarop te kunnen beroepen. Is dat recht al niet gerealiseerd in de stichting van Jordanië? Ik vraag mij af of dat standpunt in ernst vol te houden is. Niet alleen vraagt de Balfourverklaring al bescherming van de burgerlijke en godsdienstige rechten van de niet-Joodse gemeenschappen in Palestina, het komt me voor dat ook de Palestijnse bevolking op grond van resolutie 181 van de Verenigde Naties (1947) nationale zelfbeschikking kan claimen. Ik besef dat ik mij op juridisch glad ijs begeef maar het betoog van de schrijver is mij te gepolijst. Mijn slotsom luidt: De Blois brengt met betrekking tot de internationaalrechtelijke positie van Israël argumenten in die het waard zijn overdacht te worden. Misschien nog beter: die het waard zijn bediscussieerd te worden, bijvoorbeeld in een debat tussen De Blois en oud-premier Van Agt. Dat zou mooi zijn en de zaak van Israël dienen.

G. van Meijeren, Dirksland

Pieter Beunder, Willem Lock, Robert van Putten e.a. (red.) Postmodern gereformeerd. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam; 192 blz.; € 18, 50.

In mijn boekenkast groeit het aantal jubileumbundels van CSFR-disputen gestaag – en dat is een compliment voor de studiezin op deze reformatorische studentenvereniging. De thematiek raakt nogal eens de wijze waarop gereformeerde christenen hun plaats in de huidige cultuur dienen in te nemen, vragen die passen bij de levensfase van studenten, maar die tegelijk elk christenmens raken. Bij het vijftigjarig bestaan van het Rotterdamse dispuut Ichthus verscheen de bundel Postmodern gereformeerd, een term die inmiddels ook in de christelijke pers bediscussieerd is. De bundel wil onderzoeken of en hoe postmodern gereformeerd mogelijk is. Daarbij willen de studenten nergens af doen aan de inhoud van het Woord van God. Ze beantwoorden de vragen bevestigend, namelijk door ‘niet te denken in waarheden en leerpunten’, maar door te zoeken naar ‘contextafhankelijke grenzen’: een switch van rationeel naar relationeel denken. Het paradigma van deze bundel komt mij als te kunstmatig geformuleerd over. Waar het gereformeerde nooit verder gekomen is dan een stelsel van waarheden en regels, is daar het gereformeerd belijden immers wel echt aan het licht gekomen? Als we met prof. Graafland zeggen ‘bijbels en daarom gereformeerd’ te willen denken, dan stellen we ook in onze postmoderne cultuur de vraag uit Lukas 18: Zal de Zoon des mensen, als hij komt, wel het geloof op de aarde vinden? En dan leven we tegelijk bij het aloude en actuele statement van de profeet Micha: Wat eist de Heere van u dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Voor mij is Postmodern gereformeerd daarmee vooral geworden tot een bundel leerzame artikelen over trends in onze cultuur en over de (vaak moeizame) overdracht van

het Evangelie in onze tijd. De bundel bevat onder andere hoofdstukken over de essentie van geloofsbevinding (J. van der Graaf ), over de waardering van ambt en gezag in onze cultuur (J. Hoek) en over nieuwe structuren voor

gemeente-zijn (Stefan Paas). Als het voor velen niet meer gaat om vergeving van zonden maar om de zin van het leven, zoals prof.dr. H.M. Vroom betoogt, dan leren we van het hoofdstuk van dr. A. Markus, waarin hij zijn Utrechtse ervaringen als missionaire predikant deelt: ruimte voor vrijblijvendheid in de ontmoeting met de ander, zonder de weerstand tegen de kerk en tegen het volgen van Jezus te ontkennen. Dr. Markus schrijft niet erg juichend te zijn over de kansen die de postmoderne belevingscultuur de kerken biedt.

We hopen dat wat de studenten in de traditie van de kerk der eeuwen ontdekken, voor hen en anderen in de kerk en de samenleving veel vrucht zal dragen.

P.J. Vergunst

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's